zaterdag 26 december 2009

Kerst 2009: Jezus is jouw Koning

Han. 10, 34-44 - meditatie



Stelling
[Kaarsen één voor één uitblazen]

Wat doe je nu? Ik wil jullie iets duidelijk maken, daarom blaas ik die kaarsen uit.
Want ik wil beginnen met een stelling:
“Kerst zonder Jezus is als een Kerstfeest zonder kaarsjes”
Kerst zonder Jezus is als Kerstfeest in het donker” Niet feestelijk!

Maar natuurlijk, zeggen jullie waarschijnlijk. We willen het toch helemaal niet zonder Jezus Kerst vieren? Nee, daar ga ik ook vanuit en toch hè: ik heb bij mezelf soms het gevoel dat ik best Kerst zonder de Heer Jezus zou kunnen vieren, wel met de kaarsjes en het eten enz. natuurlijk. Net zoals heel veel mensen in ons land doen. Da’s helemaal niet zo moeilijk, hoor! Wel eens geprobeerd, moet je kijken hoe gemakkelijk het is… Kerst zonder Jezus

De helft van de Nederlanders doet het…
En ze hebben toch het gevoel dat het feest is…

Er was eens...
… een tijd dat we niet bij God hoorden. 2000 jaar geleden – in de Romeinse tijd- had hier in Nederland bijna niemand nog van Jezus gehoord. O nze voorouders dienden andere goden. We hoorden niet bij God. Niet alleen niet omdat ze nog nooit van Hem gehoord hadden. Ze mochten ook niet bij God horen, zelfs als ze wel van Hem gehoord had en dat graag wilden.
Maar hier zou je dan ook niet veel over de God van Israël horen

In Caesarea, kon je wel veel over God horen, want het was een Romeinse havenstad in Israël. Daar woonde zo iemand. Hij heette Cornelius. Aan zijn naam kun je horen dat hij een Romein is. Hij was een officier in het Romeinse leger. Een centurio, een belangrijke man. Toen Cornelius van God hoorde had hij ontzag voor Hem gekregen. Hij was gaan bidden en hij probeerde God te dienen door zich aan de wet te houden. En omdat hij van God hield, hield hij ook van Gods volk. Dat waren toen alleen de Joden. Hij gaf veel giften aan de armen van het volk om hen te steunen (aalmoezen noem je dat).
En toch… hoorde hij er niet bij. Zij hielden niet van hem. Want hij was een Romein en een Romein is een heiden.
Hij was als iemand die buiten op straat staat en door een raampje naar binnen kijkt en alles kan zien, maar niet naar binnen mag. Omdat hij er niet bij hoort. Zo voelde het voor hem denk ik. Hij was een heiden, en in die tijd mochten Joden niet met heidenen omgaan. Hoe belangrijk hij ook was, wat voor goeds hij ook allemaal voor hen deed, hij hoorde er niet bij.
Ik denk dat dit beste moeilijk was voor Cornelius. Maar hij bleef God dienen. Hij niet alleen maar iedereen die bij zijn huishouden hoorde [10, 1-3]: familie en bedienden en je krijgt de indruk dat er zelfs Romeinse vrienden waren die hij er ook bij wilde betrekken [24]

Petrus
Dat vind ik toch wel heel ondankbaar van de Joden! Nou dat was het niet hun bedoeling hoor.
Dat kun je Petrus horen zeggen [10,28] Het is Joden verboden om met niet-Joden om te gaan, ze mogen niet bij hen thuis komen. En als hij later toch bij Cornelius naar binnen gaat, heeft hij heel wat aan de andere apostelen en gemeenteleden uit te leggen [11,2-3].
Er was dus eens een tijd dat we – de niet Joden- niet bij Gods volk mochten horen, zelfs niet als we dat graag wilden. En de Messias was dus ook helemaal niet voor de gojim bestemd, dachten de mensen toen, de Messias –Jezus- was voor Israël.
Dat dacht Petrus ook. Romeinen waren heidenen. Hij zou er nooit heen gaan om hen de boodschap van Jezus te vertellen. Dat was voor hen onoverkomelijk



Eet smakelijk! ... Wat nou lusten jullie dit niet?

Nee, ik ook niet hoor! Maar toch kun je ze heel goed eten. In Afrika en Azië worden ze ook veel gegeten. ’t Is goedkoop voedsel, net zo voedzaam als rundvlees. Maar ’t kost veel minder op ze op te kweken. Da’s goedkoper en beter voor het klimaat.
Hier in Barneveld kun je ze kopen, bij Starfood aan de Scherpenzeelse weg.
Die verkopen ze vooral als voer voor reptielen, maar steeds vaker krijgen ze vraag van restaurants en particulieren. Minister Verburgh van landbouw heeft er ook al een campagne voor gevoerd (je ziet wel aan haar dat ze zelf ook nog niet zo lekker vindt). Een bordje gefrituurde Sprinkhanen is heel gezond en ook nog eens heel verantwoord.
En toch denk ik niet dat het mij lukt. Jullie wel?

Net zo moeilijk als het voor ons is om Sprinkhanen te eten, was het voor Petrus om naar de heidenen toe te gaan.
Dat hóórde gewoon niet. Dat was Hem van kleins af aan geleerd. Als hij er dacht werd hij er een beetje misselijk van
Mar de Heer God had dit niet voor altijd bedoeld, dus stuurt hij Petrus toch naar Cornelius toe. Maar hij begrijpt wel dat dit heel moeilijk voor Petrus is, daarom laat Hij hem een visoen zien (een droom) waarin hij de opdracht krijgt om onreine dieren te eten. Daar wordt een Jood net zo misselijk van als wij van Sprinkhanen.
Maar God zegt: Petrus, ik heb het rein verklaard [10,15]. En daarmee bedoelde niet alleen dat eten maar ook dat Petrus naar Cornelius moest.

Zo zie je maar dat God wil dat je soms over je eigen drempels heen gaat. Zelfs over die, die je vroeger als goed beschouwde! Maar je ziet ook dat God je daarbij wil helpen. En dat het ook kan. Petrus overwint zijn weerzin en doet wat God hem vraagt te doen. Hij kan het ook…met Gods hulp. En dat is de eerste keer dat de heidenen- onze voorouders- van het evangelie horen.

Feest
Broers en zussen, broertjes en zusjes, dat is reden voor feest. Wij, de mensen die er vroeger niet bij mochten horen, mogen er nu wel bijhoren.

Wij kunnen daar niet meer zo verbaasd over zijn, zo zijn we er aan gewend geraakt. Maar Petrus is het nog wel. En Cornelius ook! Hij is zo blij dat hij er bij mag horen dat hij voor Petrus op de knieën gaat. Petrus helpt hem snel overeind: ‘ik ben ook maar een mens! [26] Maar hij is ook onder de indruk. Hij was nog nooit eerder bij een heiden binnengeweest. En als hij van Cornelius hoort hoe God zelf ook een boodschap naar Cornelius heeft gestuurd dat die Petrus moest gaan halen, gaat er –letterlijk- voor hem een wereld open: Nu begrijp ik pas dat God geen onderscheid maakt tussen mensen, maar dat hij zich het lot aantrekt van iedereen, uit welk volk dan ook (…) Jezus is de Heer van alle mensen! [34-37]

Mensen, voel je de verwondering bij Petrus en het feest bij Cornelius. Cornelius begreep nog hoe bijzonder het is dat we bij God mogen horen.
Maar al geloofde Cornelius in God. Hij wist nog maar weinig over Jezus.
En juist met de komst van de Heer Jezus, hoort de hele wereld erbij! Dat moet Petrus hem vertellen
En tot verbazing van Petrus zet God daar een dikke streep onder. Als Petrus vertelt hoe de Heer Jezus gestorven is en weer opgestaan en hoe ‘iedereen die in hem gelooft door zijn naam vergeving van zonde krijgt’
Dan krijgt Cornelius niet eens de kans om”’ja ik geloof dat ook’ te zeggen.
Nog voordat hij iets kan zeggen komt de Geest over iedereen die daar luistert.
De 'heidenen' antwoorden met klanktaal en lofprijzing.
Nou dan weet Petrus het helemaal zeker! ‘Wie kan nu nog weigeren ook deze heidenen te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest hebben ontvangen’. [47]
Die dag werd het in de hele wereld licht.
Voel je een beetje hoe bijzonder dat was en nog steeds is.
De Heer Jezus zoekt als een Goede Herder al zijn schapen bij elkaar. Waar ze ook wonen
[kaarsen weer aan].

Kostbaar!
Da’s heel kostbaar en toch kun je zomaar weer Kerst zonder Jezus gaan vieren.
Geen probleem om Hem eruit weg te laten. De helft van Nederland doet het.
En wij hebben het misschien ook wel eens gedaan. Vierden we ons eigen feest.

Ja het is een feest, God maakt geen onderscheid tussen mensen en trekt zich het lot van alle volken aan: maar dat betekent niet dat Hij alles van ons mensen tolereert, welke mening we ook uiten of welke levensstijl we ook hebben, en ons ze allemaal welkom heet. We horen er allemaal bij: God houdt van ons!
Dat past wel bij ons tolerante levensgevoel: iedereen vrij, iedereen blij, iedereen happy, maar zo was het nooit Gods bedoeling. Er staat iets bij …dat hij zich het lot aantrekt van iedereen, uit welk volk dan ook, die ontzag voor hem heeft en rechtvaardig handelt. (2x)

Je mag bij God horen als je hem wilt dienen. Het maakt niet uit uit welk volk je komt en ook niet uit welk land, of uit welke cultuur en zelfs niet wat je ooit misdaan hebt: iedereen – die ontzag voor God heeft en rechtvaardigt leeft krijgt (nu) vergeving en nieuw leven aangeboden.
“t is feest vandaag: Jezus is niet alleen voor Israël gekomen, maar ook voor ons. Da’s kostbaar. Laten we dat nooit weer kwijtraken
Door Jezus uit ons Kerstfeest weg te laten…
We weten het heel goed. Niet iedereen die Jezus zegt is een gelovige!

Jezus is jouw Koning
Wil jij zijn dienaar zijn? Amen

zondag 20 december 2009

Vraag voor thuis


Verwachting?
Wat staat er op de eerste plaats in jouw leven? Wat verwacht je van de Heer Jezus? Wat verandert er daardoor in je leven? Sta jij op de eerste rij als het gaat om de komst van je Heer Jezus en de groei van zijn Koninkrijk?


Het is vast druk met de voorbereiding van het feest. Heb je de de herdenking aan de komst van je Heer ook zo voorbereid? Is het niet een idee om dat te doen?

4e advent De verwachting van Simeon & Hanna (Lukas 2,22-40)



Preek – 20-12-2009




Vraag
Stel je een winkelstraat in Kerstsfeer voor.
De Kerstverlichting brandt al. De etalages zijn schitterend verlicht. Er klinkt liefelijke Kerstmuziek uit de luidsprekers: “the most beautiful time of the year”. Het is gezellig druk op straat. Voor je uit zie je een oploopje, ineens schijnt er het felle licht vanuit een cameraploeg in je gezicht en je hoort een stem die je vraagt: “ Wat gaat u doen met Kerst?” Nou denk je, dáár kan ik wel wat over vertellen, en je geeft ze een korte beschrijving van je plannen de komende dagen. Opnieuw klinkt een vraag: “wat betekent Kerst voor je?” Nou daar weet je ook nog wel antwoord op en je vertelt ze over de geboorte van Jezus. En dan: “Maar wat betekent dit kind deze Kerst dan nog voor je?”

Wat zou je dan zeggen? Dat is de vraag die ik vanmorgen in jullie midden wil leggen. Ik wil die vraag: die van de betekenis van het kind Jezus deze Kerst belichten vanuit het gezichtspunt van Jozef en Maria en uit dat van Simeon en Hanna.

De verwachting van Jozef en Maria
Maria had een groot vertrouwen in de Heer laten zien, toen ze Hem zei: ‘laat er maar gebeuren wat U wilt! Het contrast met haar veel oudere oom Zacharias laat dat goed zien. Hij kon dat niet zomaar en had veel langer bedenktijd nodig voordat hij zich kon overgeven. Vraagje: in wie kun je jezelf beter verplaatsen in Maria of in haar oom Zacharias?

Maria mocht zich dan aan haar God toevertrouwd hebben, weet ze nu ook wat ze kan verwachten? Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, (Luk 1:48 NBV), klinkt het in haar lofzang. En inderdaad maakt ze bijzondere ontmoetingen mee. Haar aanstaande man Jozef krijgt de boodschap óók van de engel. En vlak na de geboorte van Jezus komen er herders kijken, die weten waar ze moeten zoeken en die hebben de boodschap óók gekregen.
En zouden de wijzen al geweest zijn? Of moeten die nog komen?

Om haar heen – om haar kind heen- komen mensen in beweging en de meesten heeft ze nog nooit eerder gezien. Da’s bijzonder: die boodschap blijft maar klinken: jouw zoon is de Redder!

Maar wat mag ze daarvan nu voor zichzelf verwachten? Rijker is ze er niet van geworden –de wijzen zijn vast nog niet op bezoek geweest!- want Jozef en zij kunnen hier bij de tempel niets anders dan het offer van de armen brengen [Lev. 12,6-8]. Zij moeten elke sjekel omkeren voor hun dagelijkse bestaan.

Maar ze blijven wel bijzondere mensen ontmoeten, die steeds weer met dezelfde boodschap komen lijkt het wel. Hier is het een zekere Simeon.
En weer horen ze hetzelfde: met dit kind heb ik de redding gezien! [30]. Redding niet alleen voor Israël, maar zelfs voor de goijim, de heidenen [32]. Keer op keer hoort Maria die eerste belofte bevestigen, een belofte die niet alleen redding voor Israël betekent maar zelfs voor de hele wereld. Stel je dit vanuit Maria’s gezichtspunt voor: van alle kanten komt dezelfde boodschap op haar af. Voor twijfel is geen plaats meer zou je denken.

Maar dat Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, draait vooral om haar zoon. Want al is het een prachtige belofte, er verandert voor haar niet veel.

Wat mag Maria verwachten, vroeg ik zonet? Nou, dit is geen prinsessenverhaal. Arm meisje wordt koningin. Over haar kind worden grootse dingen gezegd, dat is waar! Maar het zijn niet alleen toejuichingen, dat wordt nu ineens duidelijk. De geschiedenis van haar Zoon is er ook één van twist tussen partijen en van een gevecht om de macht. Diezelfde Simeon, die zo enthousiast getuigt van het kind in zijn armen dat hij daarmee de redding gezien heeft, voegt daaraan toe in een persoonlijke boodschap voor Maria.
'Weet wel dat velen in Israël door hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat betwist wordt, (Luk 2:34 NBV) (…)Zo zal de gezindheid van velen aan het licht komen.' (Luk 2:35 NBV) .

Haar Zoon betekent niet alleen heil, maar ook onheil. Hij zal niet zomaar als Koning geaccepteerd worden. Met zijn komst ontstaat er een strijd om de macht. Israël wordt eerst een verdeeld koninkrijk, velen willen niet bij het Koninkrijk van God horen. En zij die niet willen, gaan ten onder.
De harten van Israël gaan niet zomaar open voor de Messias, het zal blijken bij wie je hoort: je bent of vóór Hem of tegen Hem. Israël wordt niet vanzelfsprekend gered, en de wereld ook niet: het moet nog maar blijken bij wie je wilt horen.
Het zal gaan zoals in iedere oorlog: dan blijkt uit wat voor hout je gesneden bent.
En Maria, vervolgt Simeon, je zult daar zelf niet buiten kunnen blijven.
zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden. (Luk 2:35 NBV). Maria, in dat gevecht raak je emotioneel diep gewond.

Wat mag Maria verwachten? Strijd, verdriet, pijn en dan pas de overwinning.
Véél later! Tijdens haar hele leven heeft ze alleen maar veldslagen meegemaakt. Soms tegenslagen, soms overwinningen. Maar de eindoverwinning moet nog komen.
Voor Maria gold dat op een bijzondere manier. Voor ons, die ook wachten op de eindoverwinning is dat niet anders…
Wat mogen wij verwachten? Dezelfde strijd! Want die is nog niet afgelopen.
In de tegenstellingen rond Jezus moet je overtuiging duidelijk worden: sta ik met Hem op of val ik over Hem mijn ondergang tegemoet. Net als Maria zullen velen van ons in die strijd emotioneel diep gewond raken.

Kerst is niet het sprookje dat wij er vaak van maken en ook niet de aankondiging daarvan, het is het begin van de oorlog om het Koninkrijk van God. En die oorlog is nog steeds gaande en ieder van ons moet daarin partij kiezen. Pas wanneer Jezus terugkomt is dat gevecht voorbij… en bij wie hoor je dan? Bij de gevallenen of bij hen die met de Heer Jezus opstaan…
Het is eigenlijk heel anders dan wij het vaak beleven: Pasen is het feest van de overwinning, Kerst dat van het begin van de strijd!



De verwachting van Simeon en Hanna
En dat zie je terug in de levens van Simeon en Hanna. Twee bijzondere mensen in Gods Koninkrijk! En zij hebben gezien wat wij zo graag zouden zien! O ja. Dat maakt ze bijzonder. Ook hoe ze door de Heilige Geest naar de tempel gedreven worden[27]. Nou ja, Simeon dan. Hij was één van die bijzondere mensen op wie de Geest rustte [25], vóór dat dit gewoon was voor gelovigen. En dat zet hem ook in het rijtje van Elisa, Elia en Johannes. En Hanna was een profetes [36], dus moet de Geest ook wel op háár gerust hebben. Speciaal volk.

Maar, moeten we ze ook weer niet zo speciaal maken, dat wij ons niet aan hen spiegelen kunnen…
Want wat hier gebeurt is bijzonder: de Heer God gebruikt ze en zet in met een bijzondere missie voor Jozef en Maria en voor ‘allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem’ [38] Dat was kennelijk een hele groep.
En toch kon God ze ook inzetten omdat ze bij wijze van spreken al klaar stonden. Lees maar eens met me mee. Die Simeon was al een rechtvaardig en vroom man [25] (hé dat is hetzelfde als er van de priester Zacharias gezegd werd), die uitzag naar de tijd dat God Israël troost zou schenken...
Uitzag, dit is geen man die zijn tevreden leventje leefde en toen ineens overvallen werd door een boodschap van de Geest dat hij niet zou sterven voordat hij de Messias gezien zou hebben. Volgens mij moet je het anders lezen: dit is een man die vol zat van onvrede omdat zijn Israël niet vrij was en haar inwoners zich meer en meer op een toekomst binnen het Romeinse Rijk gingen instellen. Een man die zich vastklampt aan de belofte van Messias, de belofte van betere tijden voor Israël. En die man, die al op de uitkijk staat, krijgt de belofte: ‘je zult niet sterven Simeon voordat je Hem met eigen ogen gezien hebt. En als hij Jezus ziet kan hij in vrede sterven. Volgens mij niet eindelijk sterven…wat hij was al stokoud. Wie wil er nou sterven? Nee, die vrede komt van de Messias, de redding, eer voor Israël, licht voor de heidenen. Zo kan hij, die ook nog moet sterven zoals wij allemaal – met de geboorte van Jezus is het heil er nog niet- tenminste wel in vrede sterven, want er is hoop en hoe!
Hij heeft het zelf mogen zien!



Net zoiets zie je in het leven van Hanna. Een hoogbejaarde vrouw na een moeizaam leven. Weduwen hadden in die tijd een moeilijk leven. Ik denk dat je moet lezen dat ze toen jaar 84 was en tot op die hoge leeftijd dus weduwe was. Na een kort huwelijk. En ik denk dat ze ergens in haar leven tot de overtuiging gekomen is dat ze – nee dat Israël- iets beters te verwachten had. Ze was naar de tempel gegaan en was er nooit weer weggegaan. En haar hele leven stond in het teken van die verwachting. Dag en nacht vasten en bidden in de tempel uit verlangen naar de komst van het Koninkrijk! Die felle verwachting van de Messias en van zijn Koninkrijk, dat is wat Simeon en Hanna delen en anderen met hen en die waren ook in de tempel [38] – Rembrand herkende Hanna…

Het zijn geen sombere mensen, dat zie je hier! Ze zijn juist vol hoop. Maar ze leggen zich niet neer bij de Romeinse bezetting en ook niet bij een goddeloze cultuur, ze klampen zich vast aan de belofte. Want dat wat er nog komen moet waarderen ze gewoon meer dat wat er nu is. Al kun je daar best in overleven… er is meer in het leven!

Jouw verwachting?
En dat brengt het bij ons! Vanmorgen lezen we de over komst van onze Heer Jezus op onze wereld. Een geschiedenis die we heel goed kennen en die nog steeds niet afgelopen. We wachten op zijn terugkomst. Want zijn komst betekende het begin van de oorlog om het Koninkrijk van God. Een oorlog die nog steeds voortduurt. Velen zijn over Jezus gevallen, gelukkig zullen ook velen met Hem opstaan. En we verlangen naar het einde van die oorlog.
En nog steeds leven we in de hoop van de vervulling van het Koninkrijk. Daarmee worden we geen sombere mensen, maar wel ‘hongerige en dorstige’ mensen… Toch… Of heb je je aangepast bij de bezetter?
Broers en zussen, herken je jezelf in Simeon en Hanna? In hun hoop? In hun felle verwachting van het Koninkrijk? In hun vasten en bidden?
Herken je jezelf in die meisjes die wachten op de komst van de bruidegom? En hun lampen aan hielden. Hij kon eens komen

Kun je niet wachten voordat het zover is? Is het je voortdurende bede aan God? Een reden om te vasten?
Wat betekent de komst van Jezus voor je? Hoe ziet je Kerstfeest er nu uit?

We zijn vaak heel erg druk met de voorbereiding van ons Kerstfeest. Ook bij ons thuis zijn we al weer bezig met het organiseren van de feestelijkheden.
Vraag! Zijn we ook zo nauwkeurig in het voorbereiden van onze ‘komst-van- Jezus-herdenking?”Of heb je die aan de kerk uitbesteed? Ik heb me voorgenomen daar dit jaar ook zelf over na na te denken. Tenminste zo nauwkeurig als over de inkopen, de kersboom en het eten. En ook mijn persoonlijke herdenking van Jezus te organiseren. Naast die in de kerk, steek ik ook mijn eigen kaarsje aan dit jaar en stel ik mezelf de vraag: ‘wat is de betekenis van Jezus’ komst voor mijn leven? Welke plaats heeft Hij in mijn toekomstverwachting? Is Hij de rots waarover ik struikel of de rots waarop ik bouw? Hoe heb ik dat het afgelopen jaar gedaan en hoe wil ik dit het komende jaar gaan doen?

Die hoop, die verwachting wil ik delen met Simeon en Hanna, en ook met Jozef en Maria. En dus zal ik ook wel delen in hun strijd en hun moeite.

Maar boven alles is er de hoop op Jezus, op zijn Koninkrijk.
Jezus is volwassen geworden en Hij komt weer terug.
Hoe zal Hij mij aantreffen?
Zal Hij geloof vinden?

Amen.

dinsdag 15 december 2009

De preek van komende zondag



Komende zondagmorgen zullen we het hebben over Simeon en Hanna die de baby Jezus bij de tempel ontvangen. Deze geschiedenis staat in Luk. 2, 22-40. Als je dit zo leest, welke gedachten en vragen roept deze geschiedenis dan in je op? Ik zou jullie daar graag over horen...
Concreter: kun je jezelf een (toegewijd) leven als Simeon en Hanna voorstellen?

Stel je een winkelstraat Kerstsfeer voor.

De Kerstverlichting brandt al. De etalages zijn schitterend verlicht. Er klinkt Kerstmuziek uit de luidsprekers: “the most beautiful time of the year”. Het is gezellig druk op straat. Voor je uit zie je een oploopje, ineens schijnt er het felle licht van een camera in je gezicht en je hoort een stem die je vraagt: “ Wat gaat u doen met Kerst?” Nou denk je, dáár kan ik wel wat over vertellen, en je geeft ze een korte beschrijving van je plannen de komende dagen. Opnieuw klinkt een vraag: “wat betekent Kerst voor je?” Nou daar weet je ook nog wel antwoord op en je vertelt ze over de geboorte van Jezus. ...

zondag 6 december 2009

2e advent: het stralende geloof van Maria

Lukas 1,26-38 - 6-12-2009 - HA



Voor de samenvatting klik hier
Geen ‘Sterre der Zee’
Een Noorderling komt niet zomaar in Maastricht. Dat ligt net even te ver weg. Het duurde dan ook tot 1989 voor dat ik daar eens kwam. We wilden eens een heel andere vakantie. Nu dat viel niet tegen: Maastricht is een prachtige stad. En zo oud! Je loopt er langs gebouwen die zeker 500 jaar ouder zijn dan de stad Groningen waar ik vandaan kom. De Onze Lieve Vrouwe Basiliek stamt uit de 11e eeuw: een prachtig Romaans kerkgebouw. Ik was zwaar onder indruk, want dat zag ik niet elke dag. Totdat ik de hoek omsloeg en mijn aandacht getrokken werd door een groepje mensen die door een opening in de muur keek. Toen ik er heenliep zag ik dat daar in een nis het beeld ‘Maria Sterre der Zee’ stond. Ten minste dat vertelde het bordje me. Ze stonden NB voor dat beeld te bidden! In Groningen opgegroeid was ik niet gewend aan de eerbied van mensen voor een beeld. Ik vond het maar een vreemd gezicht. Sterker nog: ik kon het eigenlijk niet aanzien, het maakte me onpasselijk. Het zal mijn opvoeding wel zijn, maar ik was ineens getuige van afgodendienst…
Ik vermoed dat Mariaverering bij de meeste gereformeerden dat gevoel van afkeer oproept. Dus blijven we er uit de buurt, en daarom hebben we het ook niet vaak over Maria. Want daar wordt je maar verlegen van!
En dat is weer onterecht: ‘alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen’ [48], zingt Maria. Alleen de gereformeerde geslachten hoor je niet zo over haar.
Vanmorgen willen we haar eren, niet als ‘Sterre der Zee’ maar wel als een ‘ster in het geloof’

Haar situatie
Wat was Maria dan wel voor een vrouw? Wie moeten we ons bij haar voorstellen? Wie ging de engel Gabriël daar in Nazaret opzoeken? Een jonge uitgehuwelijkte vrouw? Maar wat is jong?
Meisjes werden in die tijd vaak zo rond hun 13e uitgehuwelijkt aan een man. Zo ongeveer een jaar na die huwelijksovereenkomst ging ze dan ook bij haar man wonen.
Meiden, Maria was van jullie leeftijd. In onze ogen nog een jongere. Maar in die tijd was je niet zo lang kind, je begon al vroeg aan je volwassen leven. Ze woonde in een klein, onooglijk, dorp: Nazareth. Daar kwamen geen belangrijke mensen vandaan. Ook zij is dat niet… Je merkt dat ook aan haar. Ze heeft geen hoge pet op van zichzelf. Ze zingt over zichzelf als de ‘minste dienares’ [48], ‘gering’[52] noemt ze zichzelf, onbelangrijk. En dat is ze ook in de ogen van anderen.
Dat maakt van haar een jong meisje van eenvoudige komaf. Met simpele verwachtingen van het leven voor haarzelf. Wat kon zij nou verwachten? Gewoon Maria. Alleen voor haar volk verwacht ze meer. Zo jong als ze is, heeft ze toch moeite met de bezetting van haar land en hoopt ze op de belofte van verlossing die er voor Israël is. En dat is toch wel weer speciaal voor een meisje van haar leeftijd [54-55].

De boodschap
Als je dat van haar weet dan moet de boodschap van de engel Gabriël wel als gi-gan-tisch op haar overkomen. Dat begint al als de engel zegt (in onze woorden): ‘Dag Maria, God mag je graag, je bent een bevoorrecht meisje, Hij is met je.’
Ze raakt er helemaal van in de war. Wie zou haar nu zo willen aanspreken? Waarom? Wat is er speciaal aan haar. ‘Aan nederigen geeft Hij (God) genade’ [Jak 4,6]
Gabrïel stelt haar wat gerust en legt haar dan met zijn boodschap uit waarom ze zo bevoorrecht is .
- Zij –de nog niet getrouwde- gaat zwanger worden van een zoon, die ze Jezus, ‘verlosser ‘ moet noemen
- Haar Zoon wordt een groot man. Hij zal naam maken:
ze zullen hem later: “Zoon van de Allerhoogste’ noemen,
Maria jij wordt moeder van de Zoon van God.
- (troon vader David) Weet je Maria, jouw Zoon is de Messias waarop je zit te wachten ||
Zo, dat zal je gezegd worden. Ben je dertien, woon je in een klein dorp en ben je nog ongetrouwd. En dan deze boodschap. | Straks zul je ongehuwd zwanger zijn. IZelfs al zou ze het kunnen geloven, hoe kan zij dat dan ooit aan anderen uitleggen? Ik ben zwanger van een kind van God! Maria!

Reactie
Logisch dat ze even lijkt tegen te stribbelen: ‘hoe dan [34]’. En dan denk je aan Zacharias, die het –zelfs op zijn rijpe leeftijd- ook niet kon vatten.
Waar moet je zo’n gigantische boodschap ook laten? Maar als je het goed leest, zie je dat ze alleen maar wil weten hoe ze dan zwanger kan worden. Ze slaapt nog niet bij haar man.
Een maagdelijke geboorte is niet slechts voor 21e eeuwers een probleem, Maria kan het evengoed niet begrijpen. Maar ze wil het wel weten hoe dat dan moet gaan, maar dat is wat anders dan dat ze het niet gelooft.
Gabriël vat het ook op als een vraag om uitleg. En die krijgt ze dus. Eerst al het heel bijzondere: ‘de Geest zal over je komen’. Dat kende zij alleen maar uit de verhalen van bijzondere Israëlieten als de profeet Elia. (wij zijn eigenlijk ongelooflijk bevoorrechte mensen!). Het wordt nog veel specialer: ‘de kracht van God zal je overschaduwen’. Overschaduwen, dit woord doet je denken aan de wolk op de tabernakel in de woestijn. Als God er was (Ex 40,32), dan overschaduwde de wolk de tent en dan kon er niemand in.
‘Want dan was die plek heilig. En geen mens kan de heiligheid van God verdragen. Nou ja, soms kon iemand als Mozes (een grootheid in de ogen van Maria) dat (Ex. 34), daar noem je ook iemand. In Exodus kun je lezen dat de al de anderen de glans die van zijn gezicht kwam niet konden verdragen.
Het is ongelooflijk wat Gabriël haar hier uitgelegd en het is juist wat Maria wil horen. Ze aanvaardt het van God. En het moet haar toch als onwaarschijnlijk, ongelooflijk en ook moeilijk voorkomen. Een eenvoudig meisje dat Maria heet en nog niet eens getrouwd is mag net zo met God omgaan als Mozes. Meer nog ze zal Zijn kind dragen.
Broers en zussen, volgens mij heeft ze die aansporing van Gabriël, voor God is niets onmogelijk, niet eens nodig.
Ze gelooft wel dat het kan, zelfs al zou het haar in het een heel moeilijke positie brengen. Immers wat moet een ongehuwd zwanger meisje in haar tijd? Die riskeert de doodstraf? En zouden ze haar ooit geloven? ‘dit is een kind van God’. Als ze nou nog eens iemand was, maar wie was nou Maria?
En toch, ondanks alles, zegt ze: ‘Ik wil de Here dienen, laat er met mij maar gebeuren wat u hebt gezegd… Ik wil de Here dienen, dat gaat vóór alles aan. Als de Here dat wil zal het ook wel goed komen!

Ons geloof: schitteren als sterren
Maria brengt hier in praktijk, wat haar eigen Zoon later zal zeggen:
Haar hart en haar leven staan ter beschikking van onze God. Ze is als goede vruchtbare grond ontvankelijk. Een akker die vrucht draagt: veel vrucht! [Mat 13, 23] Je ziet hier twee dingen: ze is uitgekozen door God maar ze stelt zich ook ter beschikking van God, als zijn dienares.
Het is uniek wat Maria hier overkomt! Er zal er maar één zijn in de geschiedenis die zich de moeder van de Zoon van God mag noemen. En er is maar één die Hem koesterde, voedde en opvoedde. Jezus heeft misschien wel haar tongval en haar trekken. Dat is uniek en daarom kunnen we Maria alleen maar bewonderen. Zij mocht dat voor God en voor ons zijn: de moeder van Jezus.
Maar in de manier waarop ze die opdracht van haar God aanneemt, is ze toch een inspirerend voorbeeld voor ons. Ze laat zien wat ontvankelijkheid betekent. Dat je iets aan kunt nemen zonder dat je nog begrijpt hoe dat dan verder moet. En zij laat zien dat je daarvoor niet ouder en wijzer hoeft te zijn. Zij was nog heel jong! Gideon was nog heel jong, David ook en Daniël ook… groot geloof is niet alleen iets voor oudere mensen!
Misschien krijg je als je ouder bent wel veel eerder bedenkingen zoals Zacharias. En heeft de wereld waarin je leeft je al zo beïnvloed dan je lang niet meer zo vast kunt geloven. Misschien helpt het je wel dat je zo jong als Maria bent. En dat je nog flexibel bent en je leven nog niet zo vast zit op aarde. Misschien kun je op die leeftijd Gods weg met je leven beter aanvaarden.
Maria laat zien hoe je ontvankelijk kunt zijn voor Gods weg met ons leven. Elisabet prijst haar gelukkig om dat geloof: gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan. Maria kan geloven– misschien wel tegen alle zorgen in- dat Gods woorden in vervulling zullen gaan.
Maria is iemand die de woorden en gebeurtenissen in haar hart overweegt omdat ze die volkomen serieus neemt [2,19; 2,51] en zich steeds weer afvraagt wat ze betekenen hebben. Kijk dat is een luisterende gelovige!
En hoe uniek Maria ook is als moeder van Jezus, als luisterende gelovige is ze ook een voorbeeld.. Want de Here doet met haar precies wat Hij ook met ons doet. Wij zijn op onze plaats in zijn Koninkrijk geroepen! Zijn Geest die in ons woont en zijn kracht die van buiten op ons inwerkt resulteren ook voor ons in een leven dat vrucht draagt in het Koninkrijk. Dat kon je je van te voren niet voorstellen! En dat gebeurt dan toch onvoorstelbaar mooi! Da’s vergelijkbaar met Maria.
Paulus roept ons op te schitteren als sterren in de hemel boven een donkere wereld (Fil 2,14v) God wil dat we sterren zijn in ons geloof! En dat kunnen we als we –zoals Maria- bereid zijn te ontvangen wat God ons wil geven.
Maria mag dan geen Sterre der Zee zijn, ze is wel heldere ster aan de donkere lucht. Dat is hier ook de boodschap van Lukas: reageer zoals de jonge Maria, niet zoals de oude Zacharias…

Daar kunnen wij ons op oriënteren in het omgaan met Gods beloften.
Vanmorgen wil de Heer ons weer geven, hoe zullen wij het van Hem aannemen? Hoe reageren wij? Dat is voor ons de vraag deze zondag,

Amen

vrijdag 4 december 2009

DE PREEK VAN a.s. ZONDAG


Deze zondag het vervolg op de preek van vorige week. Maar deze keer gaat het niet over ongeloof, maar over geloof. Maria's geloof! Maria is een unieke vrouw in een unieke situatie,. Kan ze een voorbeeld voor ons zijn?
De tekst komt uit Lukas 1,26-38. En de preek begint alsvolgt:

Geen ‘Sterre der Zee’
Een Noorderling komt niet zomaar in Maastricht. Dat ligt net even te ver weg. Het duurde ook tot 1989 dat ik daar kwam. We wilden eens een heel ander vakantie. Nu dat viel niet tegen: Maastricht is een prachtige stad. En zo oud! Je loopt er langs gebouwen die zeker 500 jaar ouder zijn dan Groningen waar ik vandaan kom. De Lieve Vrouw basiliek stamt uit de 11e eeuw en ik vond hem prachtig. Totdat ik de hoek omsloeg en mijn aandacht getrokken werd door....