woensdag 25 mei 2011

Joh 10,14-16 Rachel, tot ziens!

Overdenking bij de begrafenis Rachel van Ginkel  21-04-2004 - 19-05-2011 Beluister




Goede Herder?
Wat een mooi verhaal is dat, dat over de Goede Herder!
Waar we hier eigenlijk maar een stukje van lezen, het verhaal is veel groter.
Dat onze Heer zo persoonlijk naar ieder van ons omkijkt. Erop uitgaat om al zijn schaapjes te zoeken, om ons allemaal, stuk voor stuk, te vinden. Wat een liefde! Wat is het mooi om te horen dat Rachel dát er nu net uithaalde toen ze het verhaal een tijdje geleden in de klas hoorde vertellen. Ze moest er van huilen. “dat de Heer Jezus zoveel van me houdt.”, zei ze.

‘Jezus is de Goede Herder’, kunnen wij het nu beleven zoals Rachel dat kon?
Het lijkt zo tegenstrijdig vandaag! Hoezo, Goede Herder die voor zijn schaapjes zorgt! Waarom werd Rachel dan zo ziek? En net die ziekte? En waarom werd ze niet beter? Waarom is de inspanning van het ziekenhuis niet beloond? Er is zo hard is er voor haar gevochten!
En misschien wel het allermeest: we hebben zóveel gebeden. Vier bidstonden uitgaande van onze gemeente. Andere waren er óók, uitgaande van andere gemeenten, heb ik gehoord. Er zijn velen die thuis soms dag en nacht gebeden hebben. Ik denk dat er misschien zelfs wel mensen meegebeden hebben die anders helemaal niet zoveel bidden. Maar nu was het een goede reden dat wel te doen.
Was al dat bidden nu voor niets? Jezus is de Goede Herder, kun je dat vanmorgen nog hardop zeggen?

Belofte!
Rachel was zo ernstig ziek, dat er werkelijk een wonder nodig was om haar te redden. Dit ging de kunde van artsen te boven. Om dat wonder hebben we gebeden. Het is ons niet gegeven. Wat een teleurstelling! We hadden het allemaal liever anders gezien! Erik, Mirjam en Eva voorop. En sommigen denken misschien: als Jezus echt een Goede Herder is, waarom heeft Hij dan niet gereageerd op al onze gebeden?

Als je dat zo beleeft, ik kan me de vraag voorstellen op een verdrietige morgen als deze, lees dan deze tekst over de Goede Herder nog eens mee. ‘Ik ken mijn schapen’…, Hij is persoonlijk bij ieder van zijn kinderen betrokken. Ja méér dan dat: Hij is bij ze betrokken zoals alleen God dat kan! Diep en echt op een goddelijke manier. Dit is veel dieper en hechter dan wij dit kunnen. ‘Net zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken, ken ik mijn schapen.” Zo diep! De Heer Jezus vergelijkt de band die Hij met zijn kinderen, met ons heeft (groot en klein), met de relatie die Hij met zijn eigen Vader heeft. Dat is nog al een vergelijking die Hij daar maakt. M.a.w.: we horen bij het gezin van God! Rachel ook! En lees dan ook de belofte die daarna komt: dan zal er één kudde zijn, met één herder. Is dit nu veranderd met het sterven van Rachel?

Nee!

Onze Heer Jezus is nog steeds haar Heer, nog steeds diep en hecht met haar verbonden en zal haar samen met al zijn andere kinderen –samen met ons ook- bij die éne kudde brengen. Dat is zijn doel! Die belofte staat nóg. Ook na het sterven van Rachel. Zelfs de dood kan haar niet scheiden van de liefde van haar Heer en Herder, zoals in Romeinen 8 staat. Alleen van ons, niet van Hem. Hij heeft de dood overwonnen. Hij is ook Heer aan aan de overkant van de grens van de dood!


Onze wereld
We zijn maar kleine mensen met een beperkte blik; soms zien we niet meer dan we voor ogen hebben. We leven ons leven op deze wereld hier en hopen op geluk. Dat delen we met alle mensen. En God die in de hemel woont moet voor ons zorgen en ons helpen. Als het niet goed gaat moet God ingrijpen. Een beetje zoals de directeur voor zijn bedrijf verantwoordelijk is. Wij doen wat wij moeten doen – bidden- waarom doet Hij niet wat Hij moet doen?

Maar juist nu, nu het Erik, Mirjam en Eva (om er maar drie te noemen) zo’n pijn doet en ons –om hen heen- dus ook, we zijn met hen verbonden: wij delen in hun verdriet. Juist nu, moet je blijven beseffen dat er méér is dan we kunnen zien. Onze wereld is maar een stuk van de werkelijkheid. En niet het beste stuk. Onze wereld is een deuk in de werkelijkheid: een beschadigd stukje werkelijkheid. En wij leven met zijn allen in die deuk. Ongeveer zoals op de bodem van een dal. Het is hier en nu nog niet goed, dat kun je overal aan merken. Veel van onze medemensen zijn bedreigd, arm en onveilig. Sommigen worden ziek en heel veel daarvan ongeneeslijk. Soms ook kinderen. En dan raakt het ons des te meer. Dát hoort niet! Inderdaad zo hoort het niet! Een zuiver gevoel. Beste mensen, je mag er over verbaasd zijn dat wij in onze beschadigde werkelijkheid soms nog zo gelukkig kunnen zijn. Want als je oplet zie je hoeveel er mis gaat. Ook in ons welvarende, doorgaans zo gelukkige, land. Erik en Mirjam vertelden me dat in het Sophiaziekenhuis in Rotterdam de traumahelikopter af en aan vloog. Dat zie je normaal niet zo, daar lét je niet op, maar het is er wel de hele tijd. Misschien hebben we ons zelf wijsgemaakt dat het al zo is, als wij graag willen. Maar het is een feit dat wij in een deuk in de werkelijkheid leven en dat die beschadiging grote gevolgen heeft. Vandaag zien we hoe groot die kunnen zijn. Hartverscheurend! Maar helaas, niet uniek.

Waarom?
Maar waarom doet God daar dan niets aan? Nou ja, ten diepste is dat niet zo. Want Hij heeft dat al gedaan!. Als je onze tekst leest, dan kom je er achter hoeveel! Het allerbelangrijkste is volbracht. Deze Herder, de Heer Jezus Christus, is voor zijn kudde gestorven. Hij geeft zijn leven voor de schapen, juist om ze te redden. En dat heeft Hij gedaan. Onze verlossing is een feit, de bevrijding van onze wereld nog niet. Maar ook die bevrijding komt steeds dichterbij.
Wanneer Gods Koninkrijk in zijn volle kracht doorbreekt, wordt onze werkelijkheid van de zinloosheid bevrijdt (Rom.8). Geen moeite, zorgen, ziekte en rouw. Ja zelfs vind je er troost voor al het verdriet dat geweest is (Openb 7).

Bij de Hemelvaart van de Heer Jezus vroegen zijn discipelen Hem, wanneer zal dat Koninkrijk in zijn volle kracht en pracht komen? Dan begrijpen van de Heer Jezus dat dit Vaders verantwoordelijkheid is niet de onze. Maar ’t moet nog komen, dat begrijp je wel.
Maar wij kunnen al wel getuigen van de verlossing van onze zonde en van het begin van een nieuw leven zijn. Nu al beginnend, maar straks pas zijn onze geest én ons lichaam verlost. Van de Geest die geloof geeft, krijgen we diep geloof en een ander kijk op de werkelijkheid waarin in wij leven. Wij beseffen dat er voorbij de horizon van onze werkelijkheid nog een andere is. En dat Rachel daar nu leeft geborgen bij haar Heer. Er is méér… dat zien kinderen vaak veel beter dan wij dat doen. Laten we hun voorbeeld volgen!


‘Kinderlijk’ geloven
"Iedereen moet huilen, behalve Rachel”, schreef een klasgenootje van Rachel. Wel verdrietig dat we afscheid moeten nemen, natuurlijk, maar Rachel is er nog en die heeft geen verdriet meer
Kijk eens hoe enthousiast kinderen kunnen zijn over God.
“Noem mij maar Gek: ‘Gods Eigen Kind”, zei Rachel. Ze vond het prachtig.
Zo wil je wel gek zijn. En ze was zo blij met haar Goede Herder, dat ze er van moest huilen. Dat de Here zoveel van mij houdt.
Rachel voelde heel scherp dat Hij een Goede Herder is, een Fijne Herder. Dat je bij Hem toch veilig en vertrouwd bent.

14 Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij,
 15 Zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken., zei de Heer Jezus.

Rachel is zijn schaapje! Niet alleen kent Hij Rachel, zij kende (kent!) Hem ook: diep en echt. Dat konden we aan alles merken. Diep met haar Heer verbonden en met zijn Vader. Dat is het geloof dat de Geest in haar had wakker gemaakt.

Erik, Mirjam, Eva, Sara, Loïs… familie, vrienden, broers en zussen, bijna niemand staat meer zo kaarsrecht als een kind kan staan. Eenmaal groter, gaan onze schouders, gebukt onder leven, niet zelden hangen en zakt onze blik vaker naar beneden. En dan zien we alleen nog ons leven hier. In die deuk in de werkelijkheid. Misschien laten we ons verleiden om dáár vooral ons geluk te zoeken. Dat is immers alles wat we nog zien. Kinderen staan kaarsrecht en kijken omhoog over de rand van dit dal, voorbij de horizon –zoals in je in de bergen voorbij de horizon en ander dal kunt vermoeden. Kinderen kunnen zich best voorstellen dat Rachel nu bij haar Goede Herder leeft. We hebben het ze gisteren gevraagd. Sommigen zijn zelfs een beetje jaloers op wat Rachel nu kan zien. Ze geloven dat zij samen met Hem wacht op de bevrijding de wereld.

Natuurlijk leeft Rachel al is ze voor ons gestorven
Rachel, schaapje van de Goede Herder

En Hij maakt zijn belofte waar! Aan haar, aan ons.
Laat wij met onze kinderen meekijken, dan zien wij het ook weer: één herder, één kudde en daartussen daar loopt warempel Rachel. Ja ’t is haar. Wie kan haar scheiden van de liefde van haar Heer? De dood, neen hoor! Die kan haar alleen maar scheiden van ons en niet meer dan tijdelijk.


Afscheid?!
Erik en Mirjam, Eva. Sara en Loïs. Vandaag moet jullie en wij –die in een bredere kring om jullie heel staan- mét jullie afscheid nemen van Rachel. Maar het is een beperkt afscheid. Want Rachel hoort bij haar Heer en jullie blijven via Hem met haar verbonden. In Hem vind je elkaar weer.

Sinds haar doop draagt ze de namen van de Vader, de Zoon en de Geest.
Op haar geboortekaartje stond: “Gods handen die jou zo kunstig hebben toebereid, blijven je omvangen tot in eeuwigheid.” En zo is het ook.

De laatste echte zin die Rachel uitsprak klonken op die eerste dag in het ziekenhuis (3 mei): “Mama, ik ben klaar!” Ik schrok er van toen Mirjam het mij vertelde, de eerste keer dat wij elkaar zagen. Net zoals Erik en Mirjam zelf. Wist Rachel iets dat wij nog niet wisten. Heeft het de artsen, verpleging, naaste familie, vrienden, gemeente en anderen nog meer dan twee weken gekost om dat te gaan zien? Rachel is hier klaar!
Feit is dat Rachel hier nu klaar is –hier wel!- en dat we ook van God weten dat het Hem niet uit de hand loopt: elke dag was geteld (Ps. 139). En ook weten we dat deze Herder goed is zonder zich te hoeven beperken.
Hij gaf Erik en Mirjam zeven jaar de zorg voor hun heerlijke dochter Rachel, samen met Eva. Sara en Loïs. En toen ze ziek werd de behoefte en de kracht om dat met ons te delen en zo konden wij met ook hen delen. We hebben intens meegeleefd de afgelopen weken. Diep verbonden met elkaar in gebed, in meeleven en de hoop op een wonder. Diep verbonden met de Heer Jezus en zijn beloften. Joh, 10 in de praktijk zeg maar, die diepe verbondenheid. Over die verbondenheid ligt de glans en warmte van het Koninkrijk van God. Dat hebben we samen ervaren, ondanks alles.. Er wordt iets zichtbaar dat we normaal niet zo zien. Juist nu we het zo nodig hebben. Gedragen door alle gebeden konden Erik en Mirjam Rachel woensdagavond 18 mei aan Gods Vaderarmen toevertrouwen, toen de artsen nog niet zover waren. In het geloof dat ze het bij Hem goed heeft.
Laten wij met hen blijven meebidden en meeleven in de hoop op de opstanding. Diep verbonden met elkaar en met de Heer Jezus en met zijn beloften.
Want uit Gods Vaderarmen zullen ze Rachel ook weer terugontvangen.
Op de dag die daarvoor staat.
In dat licht nemen we vandaag afscheid van Rachel. Voorlopig afscheid.
In de verwachting van wat er nog komt.
Want ze leeft bij Hem – veilig in Jezus’ armen- om ooit weer met ons te leven.

Daarom, Rachel, tot ziens!

Amen