vrijdag 20 augustus 2010

Ps. 139 Leven in de Leegte? (3) Waar is God (niet)?


Komende zondag morgen hopen we vier kinderen te kunnen dopen (de vijfde is helaas ziek geworden). Dan ook klinkt de laatste preek in de serie Leven in de Leegte?. Na antwoorden op de vragen 'Wanneer is God er bij' en 'Hoe leidt God ons?' Een zoektocht naar het antwoord op de vraag 'Waar is God?" Het antwoord daarop bepaalt ook hoe wij de werkelijkheid beleven. En geeft zicht op het antwoord op een andere vraag:
Houdt God meer van gedoopte kinderen dan van de andere?

Doop Julia de Graaff, Tom van Reenen, Sanne Priem en Mathies Pannekoek

De twee wegen
Hij moet bij mijn oom en tante thuis gehangen hebben.
Na haar overlijden hangt hij in de kamer van mijn vader.
En hij komt me zo bekend voor: hij heeft vroeger vast ook al ergens bij ons op school gehangen. En sinds die tijd ben ik hem in heel wat huizen tegengekomen:

De plaat van de smalle en de brede weg. (Wie kent hem hier?...)


Wat een bekend beeld hè. Weten jullie wat ik denk? Ik denk dat zo’n plaat best veel invloed heeft op onze kijk op God. Net zoals de platen in de kinderbijbel dat hebben.
Zulke platen laten je in één oogopslag een hele boodschap zien, die je nooit meer vergeet. Dat is de kracht van zulke platen. Net zoals een reclamespot. De zwakte ervan is dat een verkeerde boodschap ook zo een diepe indruk achterlaat dat je ook die nooit meer vergeet. Hier is de hoofdboodschap: kies voor de smalle = de moeilijke, weg. Die keus brengt je bij God in de hemel. Het hangt van jouw keus af waar je uitkomt. Nou, daar moet ik het nog eens over hebben, dat is een preek op zich. Maar denk nu alvast even aan Efeze 2 dat we zonet gelezen hebben, aan onze keuzen gaan die van God vooraf.
Er komt óók een andere boodschap in deze versie van de plaat mee: God kijkt van een afstand toe op ons leven en wacht op ons in de hemel.

Je reist zonder Hem haar de hel. Je hebt hoogstens medereizigers. Maar je reist ook zonder Hem naar de hemel, ook op die weg ontmoet je alleen medereizigers. God is daar niet! God kijkt van een grote afstand toe. Dat beeld van dat alziend oog kom je wel meer tegen. Bijvoorbeeld op de Dom van Aken. Het is dus al veel ouder en de gedachte dus ook. Ja het is eigenlijk van niet-christelijke oorsprong. Je komt het al tegen bij de Egyptische goden.
Is God voor ons dan niet meer dan een oog op afstand? 

De vraag?
Is God uit ons wereldbeeld verdwenen? Voor veel van onze medemensen wel, dat weten we ook wel. Zij leven niet met God, zij rekenen dus ook niet met Hem. Binnen de Gelderse Vallei mag je het niet zo opvallen, maar daarbuiten is dat wel degelijk zo. Voor veel mensen bestaat God eenvoudig niet. Maar welke plaats neemt God dan in óns –christelijk- wereldbeeld in? Is Hij een oog op afstand en gaan we in feite ook alleen door het leven?
Als je ons soms bezig ziet in onze zoektocht naar ervaring van God (vul in de Geest), krijg je wel eens de indruk dat Hij er voor ons gevoel normaalgesproken niet bij is. We denken soms dat Hij er niet meer bij is! ("De Geest is er niet vandaag", hoor je ons dan zeggen), en dan denken we dus ook dat Hij zich niet zomaar met ons levens bemoeit (We moeten op zoek naar Gods leiding) en we denken dat we eerst een stap naar Hem toe moeten zetten, voordat Hij in onze levens komt. Ik hoor tegenwoordig zoveel over de keus de we éérst moeten maken voordat…
Zo kwam ik aan het thema met de vraag: leven we voor ons gevoel dan óók in de leegte?

’t Zou wel begrijpelijk zijn, dat is ons menselijk probleem met God: wij zien Hem niet. Hij zou er voor ons gevoel niet zo goed niet kunnen zijn. En nu veel van onze medelanders leven alsof God niet bestaat, kan dat gevoel nog veel sterker worden. Iedereen lijkt dat te vinden. Zo’n gevoel alsof je helemaal alleen in de kerk achtergebleven bent. Daar is niemand meer, ook God niet meer. Maar waar is God dán?
Een bijbels beeld (Ps. 139)
Het is daarom -denk ik- goed van deze plaat over te stappen op een bijbels beeld van God en dat krijgen we in Psalm 139 te zien. Net als in Psalm 23 vorige week, treffen we weer een gelovige Israëliet. Immers Hij noemt God bij zijn verbondsnaam: YHWH, HEER. Deze God kan niet op een afstand blijven. Want Hij had zich immers al aan Israël verbonden.
Dus zoekt die dichter zijn vertrouwde God op. In deze psalm krijg je de indruk – lees de laatste versen- dat de dichter vals beschuldigd is en nu zijn Heer aanroept als getuige bij zijn rechtszaak tegen deze aanklagers. Here U kent mij. En vervolgens krijgen we een heel ander beeld van God dan op die plaat van die twee wegen. Hier lezen we niet over een verre Rechter, we lezen hier over een Levensgezel. Ja méér dan dat… Laten we de psalm eens in hoofdlijnen bij langs lopen en steeds goed op ons in laten werken. Zodat we dit beeld – een bijbelse poster- mee naar huis kunnen nemen als tegenwicht tegen al die andere beelden die over ons heen spoelen.

De eerste verzen [1-4] doen je nog wel denken aan dat oog hoog boven in de lucht. De dichter gaat er vanuit dat de Here goed op Hem let en Hem dus ook goed kent. We zien de Here als Iemand die het leven van zijn kind nauwkeurig observeert. Hij weet wat je denkt, Hij weet waar je mee bezig bent, Hij weet ook waar je bent. Meer dan dat Hij kent je. Hij is je vertrouwd met je gedrag. Hij weet hoe je reageert, zo goed kent Hij je wel!
Zo vertrouwd dat Hij je woorden niet eerst hoeft te horen om ze te kennen. Hij weet zo wel wat je gaat zeggen.
Laat dat eens op je inwerken…
Er is niemand die je beter kent.

De HEER is méér dan een oog op afstand. In de volgende versen komt Hij helemaal in beeld. Hij ziet je niet alleen, Hij is ook bij je. Hij is overal om je heen.
Vóór je, zodat je je kunt oriënteren op de richting die je wilt gaan en in je rug als bescherming, zijn hand rust je schouder. Zo dichtbij is God.
Probeer je dat weer eens voor te stellen. Misschien helpt het als je een hand op je schouder legt. Zo dichtbij is God
En bedenk dan dat God je nog beter kent dan jij je het voor kunt stellen [6]

Ja zelfs als je het zou willen: Je kunt de Here niet ontlopen. Waar wil je dan heen? Waar in deze schepping is God niet? Zelfs de hemel en het terrein van de dood zijn door Hem gemaakt en op aarde kom je Hem echt overal weer tegen. Er bestaan geen lege wegen naar de hel of naar de hemel. Want overal is God. Denk eens aan Jona, die dacht God ook te kunnen ontlopen.
Je wilt je voor God verbergen? Hoe dan? Voor Hem die overal om je heen is. Stel je dit weer eens voor…
Misschien denk je: er is een tijd geweest dat de Here niets van me kon weten, omdat ik er toen nog niet was. Maar voordat jij wist, wist Hij al wel. Niet zoals een arts een röntgenfoto of een echo beoordeelt van een afstand, maar zoals een Schepper zijn schepsel, een vader zijn kind ziet. Alleen deze Vader is machtiger. Hij heeft je al gezien toen Hij je bedacht had, Hij heeft je ontworpen. Hij heeft je liefdevol draad voor draad geweven. Hij maakte je lichaam, dacht zelfs na over je geweten (dat zijn die nieren). Hij is je oudste vriend. Wie je bent tot in je diepste wezen, zo ben je door God ontworpen.

Beste vaders en moeders, hoe zeer jullie er ook bij betrokken zijn, jullie kinderen zijn ontworpen door de Allerhoogste, zoals jullie dat zelf ook al waren.
De Engelsen hebben voor zulke jeugdvrienden een prachtige uitdrukking. He goes way back (Hij is van een heel eind terug!).
Het gaat nog verder. Onvoorstelbaar veel verder. Niet alleen: je lijf is door je Heer bedacht en gemaakt, en niet alleen je geest is door Hem gevormd, zelfs je leven is door Hem ontworpen: dag voor dag vóórdat de eerste dag aanbrak.
Hij heeft je dus gepland voor dat iemand het ook maar kon weten.
Onze is Here is met alles Wie Hij is en wat Hij kan en doet bij ons lichaam en onze ziel en ons leven betrokken.
Probeer je het nou eens goed voor te stellen.

Onze God weet dus wat je echt nodig hebt.
Hij kent de zin van je leven.
Je bestaat niet toevallig, je bent door je Heer gewild.
Hij is bij je betrokken.
Dus is Hij bij je (denk aan die hand op je schouder)
Dus hoef je niet eerst een stap naar Hem toe te zetten
Dus leidt Hij je leven
Dus ben je niet alleen
We leven niet in leegte? Zou het kunnen van God los? Ik denk het niet! Niet als het aan God ligt

Vragen bij de doop 
Je hoort tegenwoordig nogal wat vragen over de kinderdoop. Hoe kun je een kind nou dopen voordat het zelf een keus voor God kan maken?
Snap je het nu een beetje waarom dat wel kan: aan die keus voor God gaan een hele serie keuzen van de Here vooraf. Je bent ontworpen door Hemzelf met een duidelijk doel. Voordat je jouw hand in de zijne legt, ligt de zijne al op je schouder.

Ja maar, dat is toch voor iedereen zo? Wat maakt de kinderdoop dan voor verschil? Houdt God soms meer van gedoopte kinderen dan van ongedoopte kinderen?
Nee, God had de wereld zo lief dat Hij voor die hele wereld zijn Zoon stuurde, zonder dat wie dat dan ook verdiende. Ook toen ging Gods keus vooraf aan de onze. Dat is nou de genade van God. Hij kiest ons al, voordat wij Hem kiezen. Dat is uitverkiezing. Dat is nou ook één van die dingen die je niet kunt doorgronden en waar je een hoop verkeerde ideeën bij kunt krijgen. Maar ook als je niet kunt begrijpen is het nog wel zo. God kiest eerst! En er staat bij dat zijn beweegreden daarvoor zijn liefde voor ons is, niet de onze liefde voor Hem.
Toch blijft Hij alleen verbonden aan hen die in Hem geloven, zoals toen.
Niet omdat we geloven, het is niet onze keus. Ons geloof is ook door God ontworpen. Lees Efeze 2. Maar wel doordat we geloven, zijn we met Hem verbonden.
Je kunt niet zelfstandig kiezen voor geloof maar wel kiezen voor ongeloof, niet langer op de Heer vertrouwen, dan raakt die band met God van jouw kant uiteindelijk verbroken.

Gedoopte kinderen hebben een streep voor. Want door het geloof van hun ouders zijn ook zij –voordat ze zelf kunnen geloven- nu al verbonden met de Heer. Zo wil Hij dat. God hand ligt nu al op hen!
En die andere kinderen dan? Nou er is nog geen band met hen, maar Gods hand is wel in liefde naar hen uitgestrekt. Misschien moeten wij er nog een rol in spelen om ze dat duidelijk te maken. Gedoopte kinderen hebben een band en beloften, de anderen zijn uitgenodigd. Dat is het verschil.

Gelukkig leven we niet in de leegte. Gods hand rust op de schouders van de gelovigen en hun kinderen. Zomaar, niet om iets dat wij gedaan hebben, want onze God is een genadig God. Amen

Liturgie zondagmorgen 22 augustus 2010


Intro: B 121 Heer U bent mijn leven
B 164 Alleen bij U kom ik tot rust
Stil gebed, votum en zegengroet
Zingen: Ps. 117
Doopformulier (pt)
vragen:
Gesprekje kinderen
Zingen: B 218 Ik ben veilig in Jezus' armen
Doop:
Zingen: B 140 Nog voordat je bestond
Kinderen naar de Bijbelklas
Bemoediging: Efeze 2, 5-10Zingen: B 158 Uit de diepten  (ps. 130)
Lezen:  Ps. 139
Preek
Zingen:  B 149 Bij U ben ik thuis
Gebed
Collecte
Zingen: Gez. 257 Halleluja, eeuwig dank en ere

vrijdag 13 augustus 2010

Ps. 23 Leven in de Leegte? (2) - Hoe leidt God ons?


Komende Zondagmorgen gaan we ons opnieuw bezighouden met het thema 'Leven in de Leegte?'








In de tweede preek over ons thema, aandacht voor de leiding van God.












Hoe leidt God ons en hoe kunnen wij richting vinden in ons leven?






Is de Heer te vergelijken met de VVV of is het toch anders…?



















Vooraf of achteraf?
Ik heb gewacht totdat je zelf zou komen! Dat is voor mij het teken van God.
Ik was stomverbaasd, waarom had hij dat nu gedaan?
‘Hij’ dat is een studievriend waarmee ik samen theologie studeerde. We praatten veel over gemeente-zijn. We hadden zo onze zorgen over de praktijk! Die vriend, laat ik hem Flip noemen, kreeg het geweldige idee om een weekendcongres over het thema’ de gemeenschap der heiligen ’te organiseren. Ik was wildenthousiast en maakte hem duidelijk daar ik daar graag aan mee zou werken.
Weken gingen voorbij en ik hoorde er niets meer van. Jammer. En net toen het hele plan uit mijn gedachten was, las ik een advertentie in de krant (het ND), waarin mensen werden uitgenodigd voor een weekendcongres over –jawel- ‘de gemeenschap der heiligen’. Graag aanmelden bij Flip… Ik was eerst verbaasd en toen verontwaardigd. Ging hij er nu helemaal alleen mee verder, we hadden er toch samen over gesproken! Ik greep de telefoon om om tekst en uitleg te vragen, maar hij reageerde heel kalm en was niet in het minst verbaasd en zei:
Ik heb gewacht totdat je uit jezelf zou komen! Dat is voor mij het teken van God.
Ik was wel verbaasd, stomverbaasd. 

Hij zocht heel actief naar de leiding van de Heer. Hij wachtte a.h.w. op een teken en mijn komst naar hem zou voor hem het bewijs zijn. Ik vond dat maar vreemd, de leiding van de Heer dat zag je toch meestal pas achteraf? Hij dacht daar anders over.
Vooraf of achteraf het bleef een meningsverschil dat we tot het einde van onze studietijd bleven houden.

Leiding?
De vraag naar de leiding van God is –in mijn beleving- de laatste jaren een kerkenbreed gesprek geworden. Op conferenties, congressen, maar ook gewoon op de gemeentevloer kunnen we de vraag horen naar de leiding van God. Vond je twintig jaar geleden als ‘achterafkijker’ nog de instemming van de meeste anderen om je heen, tegenwoordig groeit het aantal ‘voorafkijkers’ snel. Velen zijn heel actief op zoek naar de persoonlijke leiding van God in hun leven. ‘Een woord van God’, ‘een beeld van God’, ‘een ingeving van God’. Als je om je heen luistert, het zijn onder christenen gewone uitdrukkingen geworden, die je regelmatig kunt horen. En het is niet uitzonderlijk meer als iemand je vraagt wat je er van vind om een ‘Gideonsteken’ van God te vragen. (Dat ‘teken’ is gebaseerd op de geschiedenis van de richter Gideon, die met behulp van een wollen vacht een teken van God vraagt. Wordt de vacht nat terwijl de grond ’s morgens droog blijft dan beschouwt hij dit als een teken van de Here (Richt.6,36v).

Vragen
Vragen om leiding, dat roept allerlei gevoelens op! De één is bezorgd (waarom vooraf?), de ander enthousiast (ik voel me gedragen), weer een ander bang (hoe kom ik toch achter het plan van God voor mijn leven?) en weer een ander benieuwd (wat zou Gods boodschap voor mij zijn?) Goed om het er over te hebben!

En die aandacht voor wat God met ons wil is natuurlijk mooi! Hoe vaak nemen we onze beslissingen niet zonder God er in te kennen! Denk daar eens over na: hoe vaak heb je in je leven een beslissing genomen, zonder God er naar te vragen
Wie heeft God altijd om raad gevraagd?

Maar het roept ook vragen op: hoe onderscheid je tussen Gods boodschap en die van anderen? Er zijn immers nog meer zenders in de lucht? Hoe ga je om met je eigen stoorzender?
Vooraf of achteraf?, dat gaan we hier niet oplossen. Is het wel een goede tegenstelling? Maar wel kunnen we het hebben over de –algemenere vraag- hoe zit dat nou met Gods leiding? En dan kun je denken aan vragen als:

1. Hoe kom je achter het plan van God voor jouw leven?
2. Moet je wachten op een teken vóórdat je een beslissing neemt?
3. Leidt God ons leven ook als we Hem er niet naar vragen? 

Kun je de Heer vergelijken met een VVV kantoor? Of is het toch anders.
VVV kantoor?, hoe kom je daar nu weer op?
Nou bij die vraag hoort een verhaal. In de vakantie is onze telefoon gestolen, een smartphone. Heel handig als de weg wil weten of een camping wil opzoeken. Ineens was ‘tie weg en daarmee ook al onze informatie. Heel vervelend en ook heel lastig. Daarom fietsten van VVV kantoor naar VVV-kantoor. Die willen je graag helpen en kunnen je ook goed aan informatie helpen, maar je moet er wel heen? Als jij ze het niet vraagt, helpt de VVV je ook niet. Werkt dat nou ook zo bij de Heer? Beschouwt Hij het als onze verantwoordelijkheid dat wij Hem naar zijn plannen voor onze levens vragen.
Daar is veel over te zeggen, aan lang niet alles komen we vandaag toe. Maar wel vinden we alvast grond onder de voeten in Psalm 23…

Psalm 23
Deze is voor heel wat christenen een dierbare psalm. Op moeilijke momenten vinden wij troost in de woorden van deze psalm. Wij kennen hem denk vooral van ziekbedden, ja zelfs van sterfbedden. Begrijpelijk, juist waar wij onze geliefden niet kunnen volgen, troost de psalm ons met het besef dat God er wel bij is. Dit is een psalm voor kaarten, tegels en zelfs op strandhuisjes. Een dierbare belijdenis: de Heer is mijn Herder, het ontbreekt mij (dus) aan niets.
Maar deze psalm die zo troost, is ook een psalm over de leiding van God. Over met Hem onderweg zijn. Letterlijk.

De psalm wordt toegeschreven aan koning David, die zijn God vergelijkt met een herder. En hij weet wat een herder is, omdat hij dat werk zelf ook gedaan heeft.
Geen luxebaan, als je dat mocht denken. Je ziet vaak van die idyllische plaatjes, waar de herder diep in gedachten op zijn stok leunt. En maar half op de kudde let. Je kunt je heel goed voorstellen dat het resultaat een psalm of zelfs een hele bundel met psalmen is. Dat is een vergissing, herder-zijn is een harde baan en gevaarlijk werk, dat grote oplettendheid vraagt.
Je zwerft alleen met een hele kudde aantrekkelijke schapenbouten tussen de roofdieren door. En in die tijd had je zelfs nog leeuwen en beren in Israël. Die moest je regelmatig bij je schapen vandaan zien te houden. Daarvoor had je een met ijzer beslagen knuppel (dat is die stok die nooit op die idyllische plaatjes staat) en ook wel eens een slinger. Dit vraagt uithoudingsvermogen (dag en nacht waken), kracht en moed (soms moest je een schaap uit de muil van een roofdier durven redden. Dat had David ook wel gedaan). Zonder liefde voor je beesten, breng je dat niet op. David vergelijkt de HEER met zo’n herder. Met iemand die er tussen springt, die wegen door de wildernis zoekt, die zich verantwoordelijk voelt voor de voeding van zijn kudde en die dag en nacht waakzaam is. Ja de HEER is iemand die zijn volk lief heeft en er dus voor wil zorgen.

Daar zit nog veel meer achter, dat merk je al aan de manier waarop David Hem aanspreekt. HEER, het valt ons niet zo op, maar het is de vertaling van Jahweh. Dat is een bijzondere naam van God, waar alleen zijn vrienden Hem mee mogen aanspreken. De naam voor de Verbondsgod van Israël. Over het verbond hebben we het tegenwoordig niet zoveel meer. Is het omdat het er in verleden misschien wel eens een beetje teveel over is gepreekt? Dat maakt onze generatie een beetje verbondsmoe. En de jongste generatie weet er, ben ik bang, bijna niets meer van. En dat is erg jammer, want dat verbond is heel bijzonder: de grote God en Schepper van hemel en aarde sluit een contract af met één volk. Vroeger Israël, nu met ons. Dat volk mag Hem bij wijze van spreke bij de voornaam noemen (HEER, Jahweh) en zich Gods volk noemen. Contract, daar legt de HEER zich dus op vast. Onze God is niet alleen maar welwillend om je antwoord te geven als je Hem er om vraagt (zoals het VVV-kantoor), nee onze Heer houdt van ons. Dat is veel meer: Hij let ook ongevraagd op ons. Hij is op zijn volk betrokken als een herder op zijn kudde. Dat zegt veel. Ook over onze vragen

David vergelijkt zichzelf met een schaap uit de kudde: dwaas en eigenwijs, maar ook behoeftig, afhankelijk en kwetsbaar. M.a.w. schapen hebben ook leiding nodig, maar ze zullen dat niet zo snel toegeven. Gelukkig maar dat God ze desondanks leidt. Dit schaap kent zijn herder zo goed, dat Hij weet dat Hem niets zal mankeren. Dat wil niet zeggen dat er geen gevaren zullen zijn. Maar uiteindelijk zal je in dit leven overvloed en rust vinden (groene weiden en meer water dan je op kunt). Je vindt jezelf er weer terug (Hij brengt mijn ziel terug vs 3 kracht). Je wordt opnieuw jezelf. Je krijgt weer hoop, je vindt je vertrouwen op Gods goedheid terug en in zijn beloften en de verdoving die het gevolg is van slechte ervaringen trekt uit je weg en in tijden van wrok over wat je is aangedaan wordt je liefde voor God en mensen weer hersteld; ja je vind je zelfbeheersing terug bent weer in staat een aandrang die een slechte gewoonte had kunnen worden te weerstaan. (sex of verslaving)

Als de route maar moeilijk te zien is, je hebt deze vakantie misschien wel langs van die tracks gelopen (karresporen zeiden we vroegen) ze zijn maar net te zien en je raakt zomaar de weg kwijt. Maar Hij weet je langs die tracks naar goed gebied te brengen Je zou ook kunnen lezen. Hij brengt je bij de waarheid. Hij brengt je bij: recht, eerlijkheid, oprechtheid, eerbaarheid, integriteit en trouw

Doet Hij dat nu pas als je Hem dat vraagt? Nee, Hij doet dit sowieso al omdat Hij je herder is. ||
In allerlei omstandigheden, ook de heel moeilijke is je God erbij. Als je echt bang wordt en geen uitweg meer ziet. Dan is Hij toch sterker (die knuppel)… Hij kan en zal er je er door heen brengen. Het besef dat Hij dat doet is een hele troost voor je. Geen vijand die er wat aan kan veranderen: je komt bij Hem aan tafel te zitten. Speciaal door Hem voor jou gedekt! Bij God aan tafel? Ja dat mag, want je hoort bij Hem!
Je hebt een plek bij God in zijn hart en aan zijn tafel.
Dicht bij Hem is het gewoon helemaal goed. Daar kom je echt niets kort.
Zo eindigt de psalm: de eindbestemming van je leven is goedheid en gunst. En daar kom geen eind meer aan. Mooi hè (Even inwerken….)

Leiding 2
Onze Heer (naam!) is onze Herder, dat is méér dan een vraagbaak (VVV). M.a.w. Je leeft niet in de leegte, de Heer, je Herder is bij je en let op je

Terug naar de vragen
1. Hoe kom je achter het plan van God voor jouw leven?
De Heer is je Herder. Dus zorgt Hij voor je. Daarom heeft Hij –voordat je het vroeg- al heel veel informatie over de bedoeling met ons leven gegeven. We hebben er een Bijbel vol van zijn zorg voor ons. Die Bijbel is dan ook het belangrijkste middel waardoor de Herder ons leidt.
Daarin wordt zijn plan voor de wereld beschreven. Daarin leert Hij je ook over goed en kwaad. Daarin leer Hij je over je Verlosser. Daarnaast heeft Hij je een verstand gegeven om daar over na te kunnen denken en broers en zussen om je heen voor advies en overleg.

2. Moet je wachten op een teken vóór dat je een beslissing neemt?
Zoals gezegd: Je Heer heeft je al veel informatie gegeven. Realiseer je dat de Heer alleen bij uitzondering aanvullende informatie aan je geeft: in de vorm van een persoonlijke boodschap. Maar het is niet de regel. Sta open voor een persoonlijke boodschap van je Heer, maar ga er niet van uit. Dus niet wachten totdat, maar opletten of…

3. Leidt God ons leven ook als we Hem er niet naar vragen?
Ja, natuurlijk!. Dat doet een herder. Daar hoef je eerst niets van te merken. God kan je leiden ook als je zelf niet in de gaten hebt dat Hij dat doet. Regelmatig zie je dat dus pas achteraf. Dan valt kwartje pas. Maar goed Hij is dan ook de Herder en jij bent het schaap.

Dan nog een waarschuwing en een bemoediging:
Waarschuwing Ga niet zomaar af op ‘een woord’, ‘een beeld’ of een ingeving. Pas op: er zijn ook andere zenders in de lucht. De heersers en machten van de duisternis [Ef 6,12]. Zij zullen je willen verwarren. Vergelijk een woord, een beeld of een ingeving altijd met de informatie die je al van je Heer gekregen had. Zoek raad bij je broers en zussen. Toets met hen samen de boodschap je meent ontvangen hebben op betrouwbaarheid [Oude christelijke gewoonte 1Co 14,29].

Bemoediging Wees niet wanhopig wanneer je een verkeerde keus maakt. Ook dan ben je ook dan ben je niets reddeloos verloren, want je Heer, je goede Herder, zoekt je ook weer als je verdwaald bent. En kan je ook dan terugbrengen op zijn weg.

Daarom: Wees alert op wat God je te zeggen heeft, maar durf er op te vertrouwen dat God je leven al leidt
En wees gerust De Heer is onze Herder Ons zal niet ontbreken.                                                        Amen




Liturgie voor de dienst
1. Zingen: B 78 Heer ik prijs uw grote naam
Gez. 21, 1.2 en 3 Alles wat adem heeft love de Here 
2. Stil gebed, Votum, Zegengroet 
3. Zingen: B 64 Heer ik kom tot U 
4. Gebed 
5. Kinderlied: B 220 Jezus is de goede Herder 
Kinderen naar de Bijbelklas 
6. Bemoediging: Luk 11,5-13 Dubbelgebod
7. Zingen: Ps. 86 1 en 4 
8. Lezen: Ps. 23 
9. Preek
10.Zingen: Gez. 14 De Heer is mijn Herder 
11. Gebed
12. Collecte
Kinderen terug uit de Bijbelklas 
13. Zingen: Gez. 304 God is getrouw, zijn plannen falen niet 
14. Zegen


vrijdag 6 augustus 2010

Leven in de Leegte? (1): Wanneer is God erbij?


Preek Genesis 17 

‘De Geest was hier niet!`
Het was een middagdienst op een gewone zondag in het jaar.
Ik stond voor een goedgevulde kerkzaal. Vanaf mijn plek – de preekstoel- kon ik de mensen goed zien. Hun gezichten leken me wel geïnteresseerd toe, of was het toch routine? Je kunt het nooit met zekerheid zeggen. Je vergist je daar zomaar in. In ieder geval deed ik mijn uiterste best om mijn luisteraars te bereiken die middag.
Zij had de hele dienst boven bij het orgel gezeten. Ze zat er wat gelaten bij en leek mij er wat droevig uit te zien. Of vergiste ik me ook daarin? Maar nee!, ik had het goed gezien. Ná de dienst kwam ze naar me toe, keek me ernstig aan en zei: ik ‘de Geest was hier niet vanmiddag!”
Ik schrok, was het zó erg! Hadden we niet gezongen, uit de Bijbel gelezen en had ik daar geen preek over gehouden? Ongewild wordt het toch een beetje jouw dienst. Dus trok ik het me aan: ‘de Geest is hier niet!’ Had ik God zo slecht vertegenwoordigd die middag?
Maar ze had het natuurlijk niet alleen over mij. Ze bedoelde het geheel.
Toegegeven, het was een doorsneedienst geweest, geen bijzonderheden: zegen, bidden, zingen, lezen en luisteren. En ik kende haar als een gelovige zus in de Heer: doorgaans nam ik heel serieus wat ze zei. En ik dacht onzeker bij mezelf: Had het dan toch anders gemoeten…? Waren we samen niet geïnspireerd genoeg geweest?

Sinds die dag is het me wel vaker gezegd: ‘de Geest is hier niet!” Ook wel  omgekeerd: ‘Ik kon voelen dat de Geest er bij was…’
Beide opmerkingen maken me onzeker. Dat brengt me op de vraag van vanmorgen: ik hoe kun je eigenlijk weten dat de Geest –laat ik zeggen ‘God’- erbij is? (2X)
Eigenlijk stel je dan breder de vraag: ‘Hoe gaat God eigenlijk met ons mensen om?’ Laat Hij ons soms ineens alleen?
Er zijn bijbelse voorbeelden van te noemen dat de Here afstand neemt van zijn volk. Over de tijd dat Samuël nog jong was lezen we: ik “Er klonken in die tijd zelden woorden van de HEER en er braken geen visioenen door. (1Sa 3:1 NBV)”
Aan het einde van de regeringsperiode van Saul kunnen we lezen:  6 Hij raadpleegde de HEER, maar de HEER gaf geen antwoord: noch in dromen, noch door middel van orakelstenen, noch bij monde van profeten. (1Sa 28:6 NBV)
Je krijgt de indruk dat de Here resoluut afstand kan nemen van wat wij mensen doen. Ook als ze bij zijn volk horen. En dan lijkt Hij er niet meer bij betrokken te willen worden. Je vraagt je af: zou Hij dat tegenwoordig nog doen en merken sommigen van ons dat dan? Is Hij er, als wij niet betrokken genoeg met Hem omgaan, Zelf niet meer bij?
Maar dan moet je eerst de veel algemenere vraag beantwoorden: ‘Hoe gaat de Here eigenlijk met ons mensen om. Daarvan krijgen we een goede indruk in het leven van Abraham.

Abraham
De Here noemt Abraham zijn vriend (Jes 41,8). En we weten van Abraham dat Hij bij tijden een groot vertrouwen (dat is geloof!) in de Heer toont. Hij is uit zijn vaderland vertrokken op reis naar een onzekere toekomst alleen om wat de Here hem zei: ‘'Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen. (Gen 12:1 NBV). Zelfs wij in de 21e eeuw met al onze reis- en communicatie-mogelijkheden, zouden van zo’n opdracht helemaal stil worden. Alles achterlaten om God te volgen. Abram doet het! Hij gelooft God als die hem een land, een groot volk als nageslacht en zijn zegen beloofd. Wat een reactie! Wat een geloof!
God zal wel dicht bij Abram zijn!, denk je dan. Hij toont immers zo’n vertrouwen in Hem. En ik denk dat je dit inderdaad mag zeggen. God zal wel dicht bij Abram zijn. Je merkt hoe Gods zegen met Hem meereist.

En toch wil dat niet zeggen dat Abram zich steeds van Gods aanwezigheid bewust is en geen enkele twijfel kent. Soms is Hij het vertrouwen in God zelfs helemaal kwijt. Hij zegt dat dan ook gewoon tegen God, op het moment dat God tegen Hem spreekt. Het is misschien al wel tien jaar later als God zegt: 'Wees niet bang, Abram: ikzelf zal jou als een schild beschermen. Je loon zal vorstelijk zijn.' Het zal je gezegd worden. Toch zegt Abram dan
 2 'HEER, mijn God,' (…) 'wat voor zin heeft het mij te belonen? Ik zal kinderloos sterven, en alles wat ik bezit zal het eigendom worden van Eliëzer uit Damascus. 3 U hebt mij immers geen nakomelingen gegeven; daarom zal een van mijn dienaren mijn erfgenaam worden.' (Gen 15:1-3 NBV)
Goed, er is misschien wel tien jaar verlopen sinds de eerste belofte, maar toch nu net op dit moment spreekt de Here hem moed in. Maar Abram kan het toch niet meer geloven. Wat doet de Here dan bij zoveel ongeloof? Keert Hij zich van Abram af? Nee, integendeel, de Here draait zich nog meer naar Hem toe –slaat a.h.w. een arm om zijn schouders- en spreekt Hem opnieuw op indrukwekkende manier moed in:  'Kijk eens naar de hemel,' zei hij, 'en tel de sterren, als je dat kunt.' En hij verzekerde hem: 'Zo zal het ook zijn met jouw nakomelingen.' (Gen 15:5 NBV)
Dat is genoeg, dan vindt Abram zijn vertrouwen –zijn geloof- in God weer terug.

Maar niet voor altijd…||
In het hoofdstuk er na lees je al hoe Abram en Sarai hun vertrouwen in Gods belofte alweer helemaal kwijt zijn. Ze geloven er niet meer in en Sarai verzint –praktische vrouw die ze is- een oplossing. Je denkt eerst even dit is een oplossing in sfeer van: ‘een beetje van de Here en een beetje van ons zelf’.
En soort eigen interpretatie van Gods belofte. Maar als je goed leest heeft Saraï de overtuiging: de Here houdt mijn moederschoot gesloten (16,2), laten we het zelf maar oplossen: je moest maar eens met mijn slavin naar bed gaan. Zij gelooft er niet meer in en Abram volgt haar daarin.
Je zou kunnen zeggen, het lijkt dat de Here het plan B dat Sarai en Abram bedacht hebben, volgt. Hagar, de slavin wordt zwanger, en Ismaël wordt geboren. Het geeft wat moeite in verhouding tussen Hagar en Saraï, maar je krijgt de indruk dat De Here er zijn goedkeuring aan geeft. Als Hagar voor Sarai op de vlucht slaat, stuurt de Here haar zelfs terug. Dertien jaren gaan voorbij, zonder dat de Here iets doet en je denkt Hij gaat er inderdaad in mee

Verbond met Abraham
Maar dan, dertien jaar later spreekt de Here Abram ineens wéér aan. Je denkt even: dit is een herhaling van zetten. Dit wéten we allemaal al. En dat is ook zo, maar we weten van Abram en Sarai dat zij er al niet meer zo in geloofden en er hun eigen draai aan gegeven hadden. Eindelijk reageert de Here op hun ongeloof, en die reactie leert ons veel over de Here (ook als het om onze vraag gaat). Laten we eens meelezen
De Here herhaalt zorgvuldig zijn oorspronkelijke belofte aan Abram, Hij doet er zelfs nog een schepje bovenop. ik zal je veel, heel veel nakomelingen geven.' (Gen 17:2 NBV) en  'Ik doe jou deze belofte: je zult de stamvader worden van een menigte volken. (Gen 17:4 NBV). Hij verandert zelfs Abrams naam, zodat die het nooit kan vergeten: Abraham, vader van vele volken [5]
En de Here blijft het maar herhalen… denk Hij soms dat Abram dat nodig heeft? Dit is  een eeuwigdurend verbond [7], kortom God verandert niet meer van gedachten. En dan bindt Hij Abraham op het hart dat Hij zich aan dit verbond – zo je wilt deze afspraak- met de Here moet houden. Abraham, zijn hele mannelijke familie en ook zijn nakomelingen moeten het (lit)teken van het verbond in hun lichaam meedragen. Eenmaal ik besneden dragen zij een onuitwisbaar merk van Gods belofte mee. Elke dag worden zij er in het vervolg aan herinnerd: De Here heeft een verbond met ons.
Ook 25 jaren na de eerste belofte blijft de Here zijn plan trouw. Hij hoeft niet voor een plan B te gaan, omdat Sara inmiddels te oud is en het allemaal niet meer zou kunnen. De Here is immers God de Ontzagwekkende [2]. En als Abram, inmiddels Abraham, er helemaal niets van gelooft en de Here eigenlijk uitlacht [17] ik en Hem fijntjes Ismaël nog eens onder zijn aandacht brengt –hij was denk ik zeer aan Ismaël gehecht geraakt- zegt de Here hem heel beslist: 'Nee, je vrouw Sara zal je een zoon baren, die je Isaak moet noemen, en met hem zal ik mijn verbond voortzetten. (Gen 17:19 NBV)

Het lijkt alsof de Here er plezier in heeft om het Abraham nog eens goed onder zijn neus te wrijven dat hij het niet geloven kon: Hij moet zijn zoon Isaak noemen dat betekent: ‘Hij heeft gelachen!” Zijn hele verdere leven wordt Abraham aan zijn reactie op Gods woorden herinnert.

Conclusie
Welke conclusie kun je uit deze geschiedenis trekken.
God ziet anders dan wij dat doen. Abram zag –ondanks zijn soms indrukwekkende geloof (vertrouwen) in de Here toch vaak niet meer dan zijn eigen leven en dus zijn eigen gezin: Sara en ik krijgen maar geen zoon. Wát de Here hem ook belooft. ik Maar de Here is bezig met zijn plan voor de hele wereld, niet alleen met Abrahams gezin. Via Abraham zal Hij zijn hele schepping redden. Via Abraham komt er het volk van God. Via Abraham komt Jezus Christus, weten wij nu. Maar dat kan Abraham helemaal niet overzien,. Hij ziet vooral zijn eigen gezin. Maar al merkt Abraham er tijden lang -25 jaar!- maar weinig van en verliest hij regelmatig het vertrouwen, de Here gaat vastbesloten verder met zijn plan. Dat laat Hij niet van het geloof van Abram afhangen. En zo gaat Hij ook nog steeds met ons om.

Wij verliezen het overzicht ook weer snel. Een kerkdienst is een ontmoeting van Gods volk met hun Vader, God, en hun Koning, de Heer Jezus Christus. Wij zijn vrije mensen, door de Heer Jezus verlost om bij God te horen.
Wij horen al bij het nieuwe Koninkrijk met al zijn priviliges. Iedere kerkdienst is een voorproefje van ons leven in dat Koninkrijk. In een kerkdienst raken –als het goed is- hemel en aarde elkaar. Zo zal het straks altijd zijn. Geweldig als je dat beseft. Maar in onze ervaring kan zo’n kerkdienst toch weer veranderen in een plicht voor God die we wel doen maar niet harte. Net alsof we er punten mee kunnen verdienen. En we ons niet permitteren willen er punten mee te verliezen. Maar echt gemotiveerd zijn we natuurlijk niet. We zitten hier omdat het moet. Het gaat ons om de punten.
En een broer of zus in de Heer die dat van ons voelt zegt misschien: ‘ de Geest’ was er niet bij vanmorgen. Maar dat geldt dan alleen voor ons. Onze geest was er niet bij. Van Abraham leren dat God zijn plan niet van onze motivatie en van de grootte van ons geloof laat afhangen. En dat leren we ook van de Heer Jezus. Daarvoor is er teveel betaald door zijn eigen Zoon.
Onze geest is er misschien niet altijd bij,en dat kun je soms merken, maar de Heilige Geest is wel bij, ook als wij het niet voelen. Dat wij hier zijn: de bijbel openen, samen bidden, Hem samen loven, - hoe gebrekkig ook- is juist een bewijs dat de Geest hier is. Zonder Hem zouden wij dat nooit gedaan hebben.
ik Wij zijn hier aanwezig omdat de Geest hier is.

We moeten niet teveel op ons gevoel afgaan. Dat wil onze tijd wel.
Maar ik 9 Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen? (Jer 17:9 NBV)

Jaren geleden, raakte een zuster in mijn gemeente –een andere!- ineens haar besef van God kwijt. Van de één op de andere dag. En wat ik in de weken daarna ook tegen haar zei en hoe we ook baden, niets kon die overtuiging veranderen. Gods was er voor haar eenvoudig niet meer. Tot de medicijnen begonnen te werken, toen was Hij er voor haar gevoel ineens weer helemaal.
Broers en zussen, wat ik ook nog wil zeggen. Wij zijn kwetsbare mensen, ons gevoel is soms gewoon beschadigt of zelfs ziek. Dat kan dan ons niet echt goed vertellen of de Geest hier wel is.

Laten we niet teveel alleen op ons gevoel afgaan? Ons hoofd, ons hart en onze ziel horen bij elkaar. Als Abrahams hart het laat afweten herinnert de Here aan zijn belofte en doet via zijn hoofd een beroep op zijn hart. En die belofte zet zijn hart weer in vuur een vlam.

Elke zondag brengt de Geest ons samen rondom het woord van God.
En op allerlei manieren komen Gods grote daden en dus ook zijn beloften weer voorbij. Hij wil ons ermee bemoedigen zoals Hij ooit Abraham bemoedigde.
Wij met ons vaak nog zo kleine kwetsbare geloof hebben dat nodig.
Of de Geest hier is hangt niet van ons geloof af. Gelukkig niet
Zou ons geloof ooit groot genoeg kunnen zodat de Geest hier daarom zou komen?

Wij kunnen het gevoel hebben dat wij in een leegte wonen, waar de Geest misschien wel wil komen als wij maar genoeg in Hem geloven. En als wij dat geloof dan maar genoeg tonen komt de Geest er ook bij. Nee zo is het niet (2x). Lees Romeinen. God heeft al voor ons gekozen toen wij nog helemaal niet geloofden. Hij is al in onze wereld, het Koninkrijk is al aan het komen. Ook als wij dat nog niet kunnen voelen! Ons gevoel zegt daar niet alles over.

Een pleidooi voor ongemotiveerde kerkdiensten?
Zeker niet: God verdient het beste dat wij hebben.
Maar ook als wij dat nog niet kunnen bieden blijft Hij ons trouw.
Gelukkig wel. We mogen bij zijn Koninkrijk horen.
God geve ons dat wij dit steeds meer gaan ervaren.
Amen.



A.s. zondagmorgen komt in de kerkdienst de vraag aan de orde: 'wanneer je mag verwachten dat God in een kerkdienst aanwezig is?' Soms vragen mensen zich dat hardop af: 'Is de Geest hier wel?"Wanneer is God erbij en wanneer niet? Heeft Samuël ons daar iets over te zeggen, Saul? of misschien Abraham?

De dienst
1. Zingen: B 61 'Heer onze God hoe heerlijk is uw naam" 




Gez. 457 Heilig, heilig, heilig? 
2. Stil gebed, Votum, Zegengroet 
3. Zingen: Ps. 100, 1-4 Juicht Gode toe, bazuint en zingt 
4. Bemoediging: Rom.8,22-30 Dubbelgebod 
5. Zingen: Ps. 116,1-3 God heb ik lief want die getrouwe Heer 
6. Kinderlied: B 212 'k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God 
7. Gebed 
8. Lezen: Gen 12,1-5; Gen 15, 1-5; Gen 17 
10. Preek 
11. Zingen: B 93 Heer U doorgrondt en kent mij 
12. Gebed
13. Collecte 
14. Zingen: B. 58 Groot is uw trouw o Heer 
15. Zegen