maandag 10 oktober 2011

Ex 19,1-8 Een kleine geschiedenis van het Koninkrijk



NB Afbeeldingen waar in de preek naar verwezen wordt zijn in de presentatie hierboven terug te vinden


Preek: Een kleine geschiedenis van het Koninkrijk luisteren

Broers en zussen in Jezus Christus,

Steve Jobs
Deze krantenfoto is voor mij toch wel het plaatje van de afgelopen week.
Steve Jobs’, de directeur van Apple! Zijn overlijden bleek wereldnieuws, compleet met commentaar van de wereldleiders.
Of dit nu terecht is of niet, daar gaat het me nu niet om. Meer om de uitstraling. Steve Jobs wás iemand in de ogen van de wereldsamenleving. En dus zetten mensen zijn foto op het NASDAQ gebouw in New York.
Heel wat mensen reageerden cynisch op deze heiligenstatus van Jobs, moet hij nu zoveel aandacht krijgen? Wat heeft hij nou echt betekend. Er zijn wel belangrijker mensen te noemen in de wereldgeschiedenis!
Nou ja, hij vertegenwoordigde een bepaald deel van onze (westerse) wereld, die van de handige, mooi vormgegeven, tablets en smartphones, die van altijd je muziek, boeken, documenten en films bij je hebben en overal kunnen communiceren. Dat zegt wat in de wereld van vandaag. En dat zegt ook iets over de wereld van vandaag. En dat verklaart de uitstraling die zo iemand heeft: hij was een vormgever van onze huidige leven.
Mijn vraag is: wat heeft eigenlijk uitstraling in het Koninkrijk van God? Wat telt daar? Wie zou daar de aandacht krijgen? En waarom? We hebben eerder gezegd dat het Koninkrijk van God een geschiedenis kent die al in het OT begint. Misschien kun je uit de teksten over het Koninkrijk –dat is toch de bijbelse samenleving- afleiden wat uitstraling heeft in dit Koninkrijk? Laten we eens teruggaan naar de tekst die we gelezen hebbe: Exodus 19

Woestijn
Hier komen we voor het eerst het woord “koninkrijk’ tegen. Let wel…, in de woestijn. Niet aan het einde van de Richterentijd of bij Saul en David. Nee, al in de woestijn. En ook nog eens in combinatie met het woord ‘priesters’.
Een wonderlijke combinatie, die je direct op een heel ander spoor zet. Dit is duidelijk geen koninkrijk zoals de andere koninkrijken. Hier spreken niet de rijksgebouwen, het financiële hart van de stad -zoals het NASDAQ gebouw in New York- en de uitgestrekte, statige, groene, parken. Hier geen machtige legers met een roemrijke staat van dienst. Hier zelfs geen mooie infrastructuur, grote, brede, wegen waarover je door het hele land kunt. Maar woestijn! … een droge, dorre, rotsachtige, kale, vlakte met daarin een volk, te voet, achter hun God aan (overdag een wolkkolom, ‘s nacht een vuurzuil).
En dat moet dan een koninkrijk van priesters worden’’: een volk in de woestijn?. Want dat lezen we hier in vs 6 ‘Een koninkrijk van priesters zul je zijn’, zegt de HEER
Het is direct duidelijk dat er in dit koninkrijk heel andere waarden gelden, dan wij normaal zouden verwachten in de politiek. De gemiddelde tijdgenoot zou dit echt geen (potentieel) koninkrijk genoemd hebben, maar eerder een volk op de vlucht.

De tekst maakt duidelijk dat het koninkrijk waar de HEER op doelt -Hij is aan het woord- niet van zulke zaken afhangt. We begrijpen dat ‘de kinderen van Israël’(3), een koninkrijk van priesters zullen zijn, als ze nauwkeurig (zo staat het er in vs 5) luisteren naar de stem van de HEER en van hun kant het verbond bewaren.
En wat zegt de HEER dan? Waarnaar moeten ze zo goed luisteren? Nou ja, dat moet nog komen. De HEER zegt hen dit nl vlak voor Hij hen de Tien geboden vanaf de berg Sinaï laat horen. Daarover lezen we in Exodus 20. In  Ex. 19 lezen we immers dat ze net bij de Sinai zijn aangekomen.. 
De boodschap is duidelijk, dit is een ander type koninkrijk. Hier geen hoge muren om de grenzen te beschermen, geen militaire macht als garantie voor de veiligheid of afweerraketten als paraplu boven het land, geen goede internationale contacten waar je steun aan kunt ontlenen en ook geen groeiende economie als de kurk waarop het land drijft. Maar een volk dat de HEER gehoorzaam is en intens naar Hem luistert om te weten wat Hij wil. Zo begint de geschiedenis van Gods Koninkrijk in de Bijbel. In de woestijn.
Priesters
‘Koninkrijk van priesters’, wat zegt dat dan? Weten jullie wat het gekke is, op het moment dat de HEER dit tegen hen zegt, zijn er nog helemaal geen priesters aangesteld. Dat gebeurt pas aan het einde van dit hoofdstuk. Dus de priesters van Israël, zoals wij die kennen uit de Bijbel, kunnen hier nog niet het voorbeeld zijn.
Die priesters, zoals Aäron en zijn zonen, waren een soort religieuze specialisten. Zij kenden de Torah, de wet van God, uit hun hoofd. Zij wisten dus alles van de offers, kenden de verschillende soorten en wisten bij welke gelegenheid ze gebracht moesten worden. Dat moesten zij doen. Ze waren, méér dan hun volksgenoten aan de HEER toegewijd. Maar, zoals ik al zei, die komen pas later. De priesters die hier genoemd worden zijn alle Israëlieten en vallen niet op door hun kennis van religie, van de wet en van de offers. Het is goed dat wij ons dat hier realiseren. De latere priesters zijn hier het voorbeeld niet voor het ‘koninkrijk van priesters’. Het woord ‘heilig’ zegt hier meer over. Dat woord betekent eigenlijk: 'speciaal voor de HEER'. Niet alleen in de ogen van de HEER, maar –daar komt het op aan- óók in de ogen van de mensen. Dat moet Israël zijn: speciaal voor de HEER. Hem toegewijd! Dat moet je kunnen merken je aan hoe ze hun leven inrichten. Dat moet er nl. precies zo, zoals de HEER het wil, uitzien. Hij hoort de centrale plaats in hun leven te hebben. Op Hem horen ze te vertrouwen, Hem horen ze te volgen – zelfs als de weg door de woestijn loopt. En niet alleen dan, maar ook daarna. Ze horen met elkaar om te gaan zoals Hij dat wil. Ouders horen er in aanzien te zijn, kinderen behoren er te worden gekoesterd, bezit zou er veilig moeten zijn en reputaties eveneens, huwelijken moeten er worden gerespecteerd, en men zou niet zomaar een oordeel over elkaar moeten hebben… God zou geliefd moeten zijn en de naaste zou eveneens geliefd moet zijn. Zo is het koninkrijk van priesters. Het gaat hier om de eredienst van het leven. Hierdoor zouden deze mensen op moeten vallen. Als de 'kinderen van Israël' en de ‘kinderen van God'. Dát is hun priesterschap: in hun toewijding aan God en dus hun liefde voor hun naaste buren, vertegenwoordigen zij het komende Koninkrijk. Als je hen ziet, zie je iets van Gods nieuwe wereld.
Dat is het koninkrijk van priesters, het koninkrijk dat God in deze wereld vertegenwoordigt. In Gods ogen is dat kostbaar dat lees je hier: je zult een kostbaar bezit me voor me zijn, kostbaarder dan alle andere volken.

->dat brengt me tot een tussentijdse conclusie: een speciaal soort koninkrijk met een speciaal soort priesters, zo begint het Koninkrijk van God al in de woestijn bij de Sinaï. Dit type koninkrijk staat eigenlijk model voor hoe alle andere staten zouden moeten zijn. Dit is Gods samenleving.
Het 'koninkrijk van priesters' is het Koninkrijk? (Doorgaand verkeer)
Maar hoe weet ik dan, dat ik het hier over het Koninkrijk van God gaat? Is het niet gewoon de opdracht voor het volk Israël in de woestijn, om straks eenmaal in Kanaän een speciaal koninkrijk Israël te zijn met een bijzonder soort priesterlijke burgers. Dan heeft dit niet niets met de toekomst, met ons, te maken!
Ik durf dit wel te zeggen! Het koninkrijk van priesters is het Koninkrijk van God, omdat een hele tijd later, de apostel Petrus, deze uitdrukking opnieuw oppakt als hij het over het nieuwe volk van de Heer heeft. Als hij ze wil typeren, noemt hij hen 'een koninkrijk van priesters', 'een heilige natie'. Wéér dat heel andere land met een heel ander soort burgers.
In vs 10 lees je dat al die nieuwe gelovigen nu Gods volk zijn geworden. En uit vs 9 begrijp je dat die nu dus ook een ‘koninkrijk van priesters’ en ‘een heilig volk’ zijn. Dat wij dat daarom nu ook zijn. Want dit gaat ook over ons, priesters en priesteressen! Hier zie je een historisch lijntje lopen in de Bijbel van 'oud' naar 'nieuw'.

En nog steeds gaat het er hier niet om dat wij vooral ‘religieuze specialisten’ zouden moeten zijn. Het draait niet om onze vaardigheid in het bidden, en de toewijding waarmee wij dit doen. Het gaat niet om ons trouwe kerkbezoek en om onze stille tijd. Ook niet om onze uitgebreide bijbelkennis en de verdere studie daarvan en óók niet om de bijzondere geestelijke ervaringen die we hebben. Het gaat er –binnen het Koninkrijk van God- niet om dat wij religieuze specialisten zijn, ontzettend goed in het godsdienstige, goed in kerkelijke dingen en in geloofszaken.
Broers en zussen, dat is niet het doel voor de priesters en priesteressen in het Koninkrijk. Ons kerkbezoek, ons bijbellezen, onze studie van de bijbel en ons gebed, het zijn de middelen (niet het doel) waarmee we ons aan God toewijden en groeien in geloof, kennis en kracht om dan als volk van God te kunnen leven. Dat dagelijkse leven 'zoals de Heer het wil' is het doel. Niet het bidden erom, niet het lezen erover en ook niet het praten erover, dat is het begin. Het doel is een nieuw leven met de Heer. 

[Rom 12,1] het gaat niet om de kerkdienst maar om een leven met de Heer. En dat je een priester bent die zijn leven aan Hem toewijdt. Dát is je offer aan de Heer.
Dat lees je in Romeinen 12, daar gaat het over de geestelijke offers, die bij deze geestelijke priesters horen.
Als priester(es) offeren aan de Heer betekent –lezen we hier- dat je een nieuwe gezindheid aanneemt. Dat je anders gaat denken, redeneren en gaat waarderen! Ontdekt wat God wil en wat in zijn ogen goed en volmaakt is.
En dat is de wereld zoals Hij die bedoelt, waarin mensen leven zoals Hij dat graag wil.
Voor ons betekent dat:  je wordt een heel ander mens.

In zo’n wereld staan anderen in aanzien dan Steve Jobs…, die heeft een knappe prestatie geleverd, maar niet in die zaken die in het Koninkrijk echt tellen. Want we weten van zijn zeer geslaagde producten, van hoge winstcijfers. We horen van een hoge score op de schaal van de beursnoteringen. Misschien daarom wel dat eerbetoon op het NASDAQ-gebouw. Maar we horen ook dat hij heel moeilijk kon zijn voor zijn medewerkers. Laat ik voorzichtig zijn, ik weet daar niet zoveel van, maar op de schaal van de liefde, de belangrijkste graadmeter in het Koninkrijk, lijkt hij veel lager te scoren (als dit waar is tenminste).

Wie hebben er in het Koninkrijk dan een grote uitstraling? Iemand als Maximiliaan Kolbe, de man die zijn leven gaf voor een ter dood veroordeelde in Auschwitz & Elisabet Elliot, die toch naar de Indianen toeging, die haar man vermoord hadden, om hen over het evangelie te vertellen. En wat in het groot waar is, is dat ook in het klein. Een moeder blijft zorgen, het kind dat blijft liefhebben... dát zijn de mensen van het Koninkrijk
Mensen in wie je de liefde van de Heer herkent, groot en klein
Waarom is dit dan zo belangrijk?

Bestemming
Uiteindelijk komt dat allemaal uit bij het doel dat de Heer Jezus ermee heeft.
Nog één keer komen we in de reis door de geschiedenis van het Koninkrijk die priesters tegen. In Open 5 ,10  Het werk van de Heer Jezus wordt in de hemel geëerd door de vier wezens en de 24 oudsten… het Lam mag de verzegelde boekrol openen, want Hij is geslacht en met zijn bloed heeft Hij voor God mensen gekocht. "U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij zullen als koningen heersen op aarde.' (Openb 5:10)
Daar heb je ze weer het koninkrijk van de priesters… hier blijkt dat die bijzondere priesters in dit bijzondere koninkrijk, met al de ervaring die ze eerder op hebben gedaan, ingezet worden als koningen op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Dat is het doel, want aan hen: vrij door hun Heer, zij die hun Heer Jezus hebben leren volgen in een leven zoals Hij het wil, aan zúlke mensen wordt op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde de politieke leiding toevertrouwd. Want zó gevormd door hun Heer, is het Koninkrijk bij hen in goede handen. En zo eindigt deze kleine geschiedenis van het Koninkrijk. 

 Amen