vrijdag 11 februari 2011

Zondag 7/Heb 11 - Genade (3): geloven hulp of halter?



Komende zondagavond de derde preek in de serie over genade, als voorbereiding op ons Feest van Genade. Volgende week sluiten we die af met een Jeugddienst over: 'Goede genade"
Deze keer gaat het over geloven. Kun je zeggen dat geloven een middel is om Gods belofte te krijgen? Zodat je als je beter geloofd je méér krijgt?

‘Sportscholen zijn in onze tijd de plaatsen van verlossing’, las ik niet zo heel lang geleden. Veel mensen zitten op zondagmorgen niet langer in de kerk, maar je kunt ze wel vinden op de sportschool. Hier in de Gelderse Vallei misschien iets minder, maar ga eens 10 km naar het westen…
Want het evangelie is veranderd. Heel wat medemensen zoeken niet langer naar de verlossing van hun ziel, maar naar de verlossing van hun lichaam.
Of in iedere geval via de verlossing van hun lichaam naar die van hun ziel, in plaats van omgekeerd.
Het perfecte lichaam is norm, tegenwoordig. Dat zie je al jaren overal om je heen.
Alleen zo hoor je er echt bij, dat is de boodschap die verscholen zit in reclames, showprogramma en films: slank en sixpack. Als je er niet helemaal zo of helemaal niet zo uitziet heb je behoefte aan verlossing. En die vind je op de sportschool. Daar train je jezelf naar je eigen verlossing toe.
Een work-out als verlossing. Bij de juiste discipline, succes gegarandeerd.

Ik moet daaraan denken als ik hoor hoe er tegenwoordig om ons heen over geloven gepraat wordt..
Natuurlijk, het gaat bij gelovigen om heel iets anders dan in de sportschool: niet om het perfecte lichaam. Maar het idee om jezelf naar succes toe trainen hoor je wel. Sterker worden in je geloof zodat je méér van Gods beloften ontvangt. Want wat jij van God ontvangt hangt af van de kracht van jouw geloof. Zo las ik van iemand die de uiterste best wilde doen en met alle macht God wil zoeken en zo te groeien in geloof en kracht om uiteindelijk zoals Jezus te zijn: ‘iedere zieke waarvoor Hij bad genas.”
Gelovig zijn in de sfeer van de sportschool dus: jezelf naar het hoger niveau toe trainen. Kun je zeggen dat de kracht van je geloof, bepaalt hoeveel je ontvangt? Zodat je als je sterker wordt in je geloof en dus beter gelooft je méér ontvangt?
Méér geloof, méér van Gods belofte?

Zondag 7
In onze traditie, de protestantse of beter: de gereformeerde, is al eerder over geloven nagedacht. In de zestiende eeuw gebeurde dit tegen een heel andere achtergrond dan wij dit nu doen. Want men dacht toen dat wat je zoal deed, je daden, meewerkte aan je verlossing, je rechtvaardiging. Veel goede daden legden veel gewicht in de schaal bij God, dacht men toen. Kritische gelovigen van toen, ontdekten in de bijbel opnieuw: ‘alleen wie gelooft wordt als rechtvaardige aangenomen’. Alleen geloof doet er toe. Niet die daden. Dat waren de latere gereformeerden.
De volgende vraag is dan: wat is dan écht geloof? (waar geloof). 

Vraag 21:
Wat is waar geloof? Antwoord: Waar geloof is een stellig weten waardoor ik alles voor betrouwbaar houd, wat God ons in zijn Woord geopenbaard heeft. Tegelijk is het een vast vertrouwen, dat de Heilige Geest door het evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen aan anderen, maar ook aan mij vergeving van de zonden, eeuwige gerechtigheid en eeuwig heil door God geschonken zijn, enkel uit genade, alleen op grond van de verdienste van Christus

Een aantal dingen op een rij. Echt geloven is:
  • · Kennis van de Bijbel hebben En dan gaat het er niet om de Bijbel uit je hoofd te leren om alles te weten. God geeft geen so’s en ook geen cijfers. Geloven is vast overtuigd raken van wat Gods bedoeling met ons is en die bedoeling met overtuiging volgen. Daarvoor moet je die ook kennen. En die vind je in de Bijbel. Het gaat er om dat je weet wat je moet weten over zonde, verlossing en eeuwig leven. Over de Vader, de Zoon en de Geest en de kinderen van God. Over het Koninkrijk.
       Natuurlijk weten gelovigen nog niet alles en toch zijn het geen aarzelende zoekers en twijfelaars, die eigenlijk niets zeker weten. Gelovigen zoeken naar het Koninkrijk, maar ze hebben de Heer gevonden. Wat dat betreft hebben ze een vaste overtuiging (Stellig weten).
  •  Een persoonlijke gift van de Heilige Geest… een door Hem aan jou geschonken vertrouwen (ander woord voor geloof). Een vertrouwen dat je zonden je echt vergeven zijn, dat het goed is tussen jou en God, dat je eeuwig met Hem zult leven. 
  • Aanleiding voor nederigheid die weinig ruimte laat voor trots, voldaanheid, arrogantie of gearriveerdheid want het werk van onze Heer Jezus Christus is de enige aanleiding voor al dit goeds. Daar draag je zelf niets aan bij (!). Het is pure genade. 
Als je deze schets van geloven die onze gereformeerde voorouders op basis van de Bijbel maakte, op je in laat werken, dan proef je al dat training van je geloof een vreemd woord is. Geloven wordt nooit onze prestatie. Een prestatie waardoor God zegt: ‘Ik geef jou meer van mijn beloften.’ Geloof is een gift van God dat kun je niet pakken. En daar kun je ook niet méér van pakken. Je kunt je alleen meer verdiepen in de Bijbel en meer ruimte voor de Geest maken en zo meer afhankelijk zijn en meer vertrouwen tonen.
En als geloven een gift van de Geest vanwege het werk van Jezus Christus is, kun je ook nooit gelijk worden aan Jezus Christus. En allen genezen zoals Hij. Want wat is er dan nog te ontvangen als je net zo bent als Hij? Hoogstens ga je meer op Hem lijken, maar dan niet vooral in wat je allemaal kunt, maar veel meer in hoe je bent.

Hebreeën 11
Die indruk wordt nog eens sterker tegen de achtergrond van hét hoofdstuk in het NT waar het over geloven gaat: Heb 11. Het voert te ver om het hele hoofdstuk uit te leggen, maar een aantal hoofdzaken vallen onmiddellijk op. Door de ogen van de schrijver kijken we terug in de tijd naar degene die ons vóór gingen naar het Koninkrijk. Terugkijken dus om vooruit te kunnen zien.
Zij hebben de reis al afgelegd en zijn voorlopig bij de Heer Jezus aangekomen. En wij – de gelovigen van het nieuwe verbond- worden aangespoord om zoals zij nu onze weg te gaan (H12). En dan valt op 
  1. dat de belofte nog vervuld moet worden. Dat het volmaakte leven- in het Koninkrijk, nog door niemand onderweg al ontvangen is. Integendeel de meeste gelovigen leefden en leven in heel moeilijke omstandigheden.
    De hele geschiedenis door zijn er gelovige mensen die de volledige belofte nog niet kunnen zien, niet meer dan glimpen. Toch blijven ze er wel overtuigd van. Hartelijk overtuigd zelfs. 
  2. Geloven houdt gelovigen in moeilijke omstandigheden juist staande. Geloof en hoop worden en blijven gekoppeld. Geloven is naar God kijken en in alles op Hem vertrouwen. Hopen is naar de toekomst kijken. Hier lees je over gelovigen die op God vertrouwen (geloven) als het om de toekomst gaat (hopen). En dat geloven vaste grond is onder de voeten van de mensen. Maar toch is het ook zo dat er is nog weinig triomfantelijks aan is. Rijen bekende gelovigen komen voorbij: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Mozes…, maar ze maken vrijwel allemaal moeilijke omstandigheden mee, zéér moeilijke zelfs 
  3. Gelovigen weigeren zich te settelen op de aarde zoals die nu is. Het blijven toeristen op onze wereld nu. Mensen die onderweg zijn naar de toekomst van het hemelse Jeruzalem (de stad met de fundamenten 13-16). Zelfs als ze kans hebben (Mozes, Abraham) weigeren ze toe te geven aan de luxe van een werelds leventje. Dat kan het gewoon nog niet zijn. 
  4. Geloven en beproeving horen bij elkaar. Het is de manier waarop God het geloof van zijn mensen sterker wil maken. We zien indrukwekkende voorbeelden van hoe groot het vertrouwen is dat mensen in God hebben (Abraham). Voor God geven ze alles op. En dat is soms heel veel. In de beproeving wordt zichtbaar hoe diep hun liefde voor God is.
       Maar ook brengt de verwachting van de toekomst in het Koninkrijk van God mensen in heel moeilijke omstandigheden. Nog steeds: tot het christelijk geloof bekeerde moslims zitten in Afghanistan in de gevangenis en Asia Bibi vreest in Pakistan nog steeds voor haar leven. Gelovigen maken onvoorstelbaar moeilijke omstandigheden mee (36v) Maar ze hebben het voor hun God over, voor hun Heer
  5. Geloven brengt de toekomst dichterbij. Regelmatig zie je hoe het Koninkrijk van God even opvlamt in wonderlijke gebeurtenissen, omdat gelovigen al leven alsof het er al is. Jakob en Jozef zien de toekomst al voor zich. Abraham en Sara krijgen als bejaarden nog een kind, Mozes en Israël trekken dwars door de zee, Jozua ziet de dikke muren van Jericho instorten. Sommigen hebben zelfs doden weer levend zien worden. En het bracht Henoch (5) zelfs direct bij God, aan het sterven voorbij.
    Maar dat soort wonderen, een weg door het water, instortende muren, de onvoorstelbare kracht van Simson, zieken die genezen en doden die opstaan, het blijven uitzonderingen onderweg. Zij allen stierven –ook die opgestane doden- zonder de belofte in vervulling te zien gaan.
    Daarom geloven we nog. We hopen op wat nog niet gezien kan worden! 
Geloven op de manier van het Tahrirplein
Kun je groeien in je geloof? Jazeker, God zal het regelmatig beproeven om het sterker te maken! Dat betekent dat groeien in geloof –in vertrouwen- niet zelden groeien door je ellende heen is. En nog niet zichtbaar wordt in succes.
Krijg je met een groter geloof méér van Gods belofte? Voorspoed, welvaart, promotie, gezondheid… vul maar in. Nee, dat vertelt de bijbel (de kenniskant van ons geloof ons niet). Integendeel. Lees Heb 11 en 12, Mat 5, Jak 1, en 2 Kor 12.
Inderdaad wie hoopt op God leeft dichter bij het Koninkrijk en loopt een grote kans betrokken te raken bij Gods wonderen. Misschien zelfs wel doden die opstaan! Maar zelfs de opgestane doden zullen eerst weer sterven als Christus niet eerder terugkomt. Je bent getuige van de tekenen van het Koninkrijk, niet van het voltooide Koninkrijk zelf. Geloven blijft hopen op wat nog niet gezien kan worden.

O ja we kunnen zo verlangen naar de toekomst van God dat we zouden willen dat die er al was. Begrijpelijk. Het geluk van het Koninkrijk: gezondheid, wel-zijn, succces. Niet langer je in het zweet werken zonder resultaat (de vloek van Genesis), niet langer de pijn van gebrokenheid, schuldgevoel van de zonde.
Natuurlijk verlangen we dat. Misschien verleidt dat sommige christenen er toe om te leven alsof het Koninkrijk al doorgebroken is. Maar uit de Bijbel – de voornaamste bron van onze geloofskennis!- begrijpen we dat we nog niet vooruit kunnen rennen naar het volmaakte Koninkrijk en vooruitgrijpen op de belofte. Die krijgen we pas op de tijd die bij God vast ligt. We zijn onderweg

Nee, geloven past niet in de sfeer van de sportschool. Van training, van halters en roeien, succes, en gezondheid. Van zelf grijpen naar het geluk. Geloven past meer in sfeer van die Egyptenaren op het Tahrirplein. Mensen die het onrecht moe waren en zo verlangen naar recht, redelijkheid en welzijn. Ze hebben zo’n behoefte aan een beter Egypte, dat ze er niet meer van af te brengen zijn. Ze slapen in rafelige tenten op het plein en strijden voor hun ideaal.
   Zie je het? Zo zijn wij ook. Vergelijk het maar eens met Heb. 11. We leven in onze tentjes op de pleinen van deze wereld. Omdat de wereld ons zo niet kan bekoren. Niet zonder God, niet zonder liefde. We willen ons er maar niet settelen. We verlangen naar de terugkomst van onze Heer en de definitieve komst van het Koninkrijk van God. En we willen daar nu al meer van gaan zien. We verzetten ons tegen ieder die dat van ons af wil pakken. Daarbij krijgen we soms enorm veel ellende te verduren. Het kost sommigen van ons het leven. Maar we geven niet op, we hebben een betere toekomst! We geloven en hopen op het Koninkrijk.
We slapen liever in onze tentjes op het plein, dan in een luxe hotel aan het plein. Want luxe brengt ons niet wat wij graag willen: de vrede van het Koninkrijk.
   En juist door dat te geloven weten we nu al, ervaren we nu al, glimpen van dit Koninkrijk. Glimpen, maar toch wonderlijk en bemoedigend alsof we al zien wat nog niet te zien is. En God stopt onze soms hulpeloze levens vol met gaven voor onderweg. Vult onze lege handen met wat we nodig hebben. Zo groeien we toch, groeien in verlangen, groeien in afhankelijkheid onderweg, groeien in onze rol tekenen van het komende Koninkrijk op te richten. De Heer overtuigt ons van wat we nog niet kunnen zien.

Geloof, hoop, heb lief en ontvang. Amen 


Liturgie avonddienst 13-2-2011
Zingen: B 47 (Daar juicht een toon, daar klinkt een stem)
Stil gebed, votum en zegengroet
Zingen: Ps. 91, 1 en 2 (Heil hem wien God een plaats bereid. Gij zijt mijn schild, mijn toevlucht en mijn veste)
Gebed
Lezen: Heb 11
Zingen: Ps. 115, 1.2 en 5 (Vertrouw op God, gij die de HERE vreest)
Tekst: HC Zondag 7: 'Wat is waar geloof?'
Preek 
Zingen: B 57 'k Heb geloofd en daarom zing ik
Voorbede 
Collecte 
Zingen (Geloofsbelijdenis): B 120 Ik geloof in God de Vader (in wisselzang)
Zegen 
Zingen Gez 456,3 Amen, Amen, Amen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten