woensdag 2 november 2011

Er blijft altijd iets te danken over - Hab. 3,17-19 Dankdag 2011



Contrast beluister

“O Heer wij danken U van harte
voor nooddruft en voor overvloed
Waar menig mens eet 't brood der smarte
hebt Gij ons mild en wel gevoed
Doch geef dat onze ziele niet aan dit vergank'lijk leven kleve
maar alles doen wat Gij gebiedt
en eind'lijk eeuwig bij U leve.
Amen”


Een oud tafelgebed dat ik vandaag in de krant zag staan.
Het is mij heel vertrouwd, ik heb het mijn moeder vaak horen bidden.
Hoewel ik het pas vandaag voor het eerst helemaal begreep (nooddruft...)

Dit gebed én mijn moeder, dank én rouw. Dat vat voor mij persoonlijk dit jaar wel samen. Contrast! Voor onze gemeente was het ook zo’n jaar. 2011 is voor ons gemeente vooral het jaar van Het Feest van Genade én van het overlijden Rachel geworden. Niet dat er geen andere zieken waren en zijn: Lieke, Melia, Lize, Arnold, Arie, Barbara, Emil, Ida, Jordy … ga zo maar door en dan al die anderen die er zijn… Niet dat er geen andere vreugde was: een heel stel ouders hier hebben het vorstelijke feest van het huwelijk van hun kind meegemaakt.
Maar het gaat me om het contrast: grote vreugde afgewisseld met diep verdriet.

Met Dankdag vind ik dat wel spannend. Hoe gaan wij daar dit jaar -waarin het contrast zo groot is gebleken- vorm aan geven? Hoe past het verdriet om Rachel bij de vreugde om het Feest van Genade? Om maar twee dingen te noemen. Kun je helemaal van harte dankbaar zijn of zit er altijd wel een rouwrand omheen?
Je zou zeggen: dat betekent dus danken met gemengde gevoelens. En als we eerlijk naar ons leven kijken is die mix er altijd! Dat wordt me dit jaar helder duidelijk en jullie waarschijnlijk ook. En het is goed om ons dat deze Dankdag te realiseren.
Deze schepping is prooi aan de zinloosheid, staat er in Rom. 8,20. En dat maak je zelf ook volop mee. Grote en kleine rampen in onze levens én die van anderen. En dat heeft ons geraakt, dit jaar. Fel en diep als het ons eigen leven betrof, verdrietig en dof als het wat verder weg is, in je omgeving is. Ja, we lijden ook met de anderen mee. Zo is dat geworden als je met anderen samenleeft.
En dan is er nog het grote lijden in de wereld: de Tsunami in Japan, Honger in de Hoorn van Afrika, een gewelddadige lente in de Arabische wereld, aardbevingen en overstromingen. Vervolgde christenen in de gevangenis, anderen vermoord. Ik zal jullie eerlijk zeggen: ik weet soms niet goed hoe ik daarmee om moet gaan! Mijn gebed stompt af, al zoveel gebeden. Het één is voorbij en er is alweer iets anders. In mijn gevoelswereld past het er soms gewoon niet meer bij. Wat blijft is een soort doffe verlegenheid…ik zou…

‘Ja’, zeggen we dan: 'je kunt het leed van de hele wereld niet op je nemen.' En dat is waar. Dat kan niet! Dat kunnen wij niet. Dat kán alleen onze Heer.
Maar je kunt het ook niet wegdrukken zonder een vreemde voor jezelf te worden. Je bent een christen: Gods Geest maakt barmhartigheid, medeleven, in je wakker. En dat maakt dat de nood van anderen aan je gaat trekken. Het trekt aan je, al kun je nog steeds je kiezen en niets mee te doen...
Dankdag vieren is een ingewikkelde zaak: zoveel emoties die dwars door elkaar lopen. Zeker voor ons hier in Nederland. Wij kunnen nooit zeggen, dat we wel wat anders aan ons hoofd hebben. Want wij zijn heel goed geïnformeerd via onze Massamedia en wij zijn héél rijk, zelfs de armsten onder ons. We hebben dus volop gelegenheid te helpen. Wij hier in Nederland horen -hoorde ik onlangs iemand zeggen- bij de 1% rijken van de wereld.


Een wereld vol tegenstellingen dus, maar toch wil ik danken. Want elke morgen gaat de zon weer op en wordt ik wakker in mijn eigen bed en is er eten, en kan ik werken. Als ik niet in mijn eigen bed sliep was dat mijn eigen keuze. En als ik 's morgens niet at, dan deed ik dat omdat ik geen zin had. Maar 't kon wel. Het was er allemaal. En ik kon kleren kopen en nog een hele boel meer...
Na de begrafenis van Rachel aten we een broodje met de familie- het leven gaat door zeiden we toen tegen elkaar, op de avond van 16 oktober - de sterfdag van mijn moeder- hebben we gegeten in de kamer naast mijn moeder. Het leven gaat door.
Ook in onze grote rampen bleef God voor al het andere zorgen dat we nodig hebben. Hij laat altijd iets over om voor te danken. Toch wel…

Maar met lege handen?
Maar stel je nou eens voor dat de Eurocrisis verder uit de hand loopt. En het ook bij ons helemaal fout gaat. Stel je voor dat er zelfs weer honger komt. Onvoorstelbaar! Ja echt, onvoorstelbaar?
Er zijn mensen lid van onze gemeente, die de hongerwinter hebben meegemaakt. 67 jaar geleden stierven twintigduizend Nederlanders van de honger. Ja maar dat is uitzonderlijk! Ja natuurlijk is dat uitzonderlijk: oorlog, een koude winter en een wraakzuchtige vijand. Uitzonderlijk, maar niet ondenkbaar.
Zou je de Here dán ook kunnen danken. Wanneer ook ‘al dat andere’ er niet meer is? 's Nachts geen verwarmd huis, 's morgens geen ontbijt en maar afwachten of je die dag te eten krijgt. De toekomst van je bedrijf is onzeker en je inkomsten zijn dat dus ook. Je vraagt je af hoe je je hypotheek moet betalen.
En over de verdere toekomst denk je maar helemaal niet na. Je leeft bij de dag.
De grote rampen dringen minder tot je door omdat al dit kleine je zo bezighoudt.
Sommigen onder ons maken dit al mee als het om hun gezondheid gaat. Je slaapt niet in je eigen bed, en het eten smaakt je niet, en je leeft bij de dag. Je kunt gewoon niet verder kijken.
Kun je de Here dan nog wèl danken?

Dat is wat de profeet Habakuk beschrijft
Al zou de vijgenboom niet bloeien, (geen zoete vijgenkoeken dat jaar)
en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn, (geen wijn aan tafel, druivenkoeken of krenten en rozijnen
de vrucht van de olijfboom teleurstellen; (weinig olie en dus geen nauwelijks licht)
al zouden de akkers geen spijs opleveren, (vrijwel niets meer te eten)
de schapen uit de kooi verdreven zijn (geen vlees, geen wol, geen schapenmelk/kaas)
en er geen runderen in de stallingen zijn, (Hab 3:17 NBG) (geen vlees, geen melk, geen trekdieren om het land te bewerken, geen mest).

Dat laatste maakt duidelijk dat er eigenlijk ook geen zicht meer is op de toekomst. Als je het land niet meer kunt bewerken, wat mag je dan nog verwachten voor je levensonderhoud in de toekomst.
Eerder in het boek Habakuk lezen we over de ramp die de goddeloze Chaldeeën over het land Israël zullen brengen. De profeet Habakuk begrijpt beslist niet dat de Heer zulke goddeloze geweldenaars gebruikt om zijn volk te straffen voor hun ongeloof. Het middel is erger dan de kwaal. En toch wordt de waarom-vraag en de hoelang nog? vraag, gesteld (aan het begin van het boek) juist omdat de profeet vertrouwen in God heeft. En in 2,4 staat: de rechtvaardige zal door vertrouwen (door geloof) leven. En hier –in H.3- tekent hij dat vertrouwen in zijn Heer verder uit…
‘Al had ik niets meer om van te leven’, Toch zal ik juichen voor de HEER, jubelen voor de God die mij redt. (Hab 3:18 NBV)
Al heb ik niets meer om van te leven, God zal me redden…, want zo staat Hij tegenover me. Redden door me weer te eten te geven? Misschien, zeker is dat op de lange termijn mijn leven veilig is bij God. Op déze aarde of anders op de nieuwe…
 De HEERE is zoals de zon die iedere dag weer opkomt, het ritme van ons leven, na iedere nacht kom er toch weer een nieuwe dag…
Want de HEERE is met ons. Bij de HEERE blijft er altijd iets te danken over… toch wel.

Andere belichting
Dat zet ons leven in een ander licht.
Dit jaar zijn er vreselijke en verdrietige dingen gebeurd en nóg gebeuren ze. Wereldwijd, in ons land, maar ook heel dichtbij in onze eigen gemeente en in onze eigen levens.
Toch bleef de Here voor de dagelijkse dingen zorgen: gezondheid, eten, een dak boven ons hoofd en meestal veel meer dan dat…
Maar de profeet Habakuk leert ons niets alleen maar dankbaar te zijn voor wat wij van God krijgen, maar voor Hem zelf. God geeft Zichzelf aan ons. Het gaat niet om de dingen, het gaat om God.
Paulus schrijft: Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn?
 32 Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken?
(Rom 8:31-32 NBV)
Broers en zussen, dan kun je veel verliezen: een dierbare, je gezondheid en misschien zelfs je middelen van bestaan, als God mét ons is, dan hebben we zelfs dan nog steeds het belangrijkste over: De God die ons redt!
Dat besef maakt de profeet Habakuk, zelfs in heel moeilijke omstandigheden, sterk en vol levensmoed: God, de HEER, is mijn kracht, hij maakt mijn voeten snel als hinden, hij laat mij over mijn bergen gaan. (Hab 3:19 NBV)
Het kan moeilijk zijn onderweg, maar met de Here erbij kom ik toch goed terecht. Hij zet ons leven in een ander licht.

“O Heer wij danken U van harte
voor nooddruft en voor overvloed
Waar menig mens eet 't brood der smarte
hebt Gij ons mild en wel gevoed
Doch geef dat onze ziele niet aan dit vergank'lijk leven kleve
maar alles doen wat Gij gebiedt
en eind'lijk eeuwig bij U leve.
Amen.beluisterbeluister

Geen opmerkingen:

Een reactie posten