Meditatie HA – 5-7-2009
1. Stoer! (22)
Hoe kort ook, Ik vind dit een stoere geschiedenis.Want Abraham is de allochtoon in dit land. Maar de koning van het land komt naar hém toe. Hij vraag audiëntie bij een in zijn land rondtrekkende vreemdeling.
Dat is de omgekeerde wereld, toch? Niet Abraham, de vreemdeling, maar de machthebber van het land is onzeker en hij wil graag zekerheid. En daarvoor stuurt hij zijn leger niet naar de grens, maar gaat hij met zijn hoogste generaal op bezoek bij de allochtoon Abraham. En bij hem probeert hij garanties los te krijgen. Abraham, je moet mij en mijn familie loyaal blijven. Val ons niet af!
Waarom vraagt de koning dat een rondzwervende allochtoon? De reden is daarvoor is dat God aan Abrahams kant staat. Dat blijkt, dat kun je zien. En dat boezemt koning Abimelech ontzag in. “God is bij je in alles wat je onderneemt” In het Hebreeuws staat er dan Elohim immecha
En Abraham is inderdaad niet bang voor de koning.Hij is zich dat ook bewust: ‘ik heb hier wat te betekenen’.En daarom zweert Hij de koning ook genadig zijn trouw én durft hij de koning ook nog eens eisen te stellen over de watervoorziening. Majesteit, over die put gesproken…Terwijl hij daar als allochtoon woont!
Hoe kort ook, Ik vind dit een stoere geschiedenis.Want Abraham is de allochtoon in dit land. Maar de koning van het land komt naar hém toe. Hij vraag audiëntie bij een in zijn land rondtrekkende vreemdeling.
Dat is de omgekeerde wereld, toch? Niet Abraham, de vreemdeling, maar de machthebber van het land is onzeker en hij wil graag zekerheid. En daarvoor stuurt hij zijn leger niet naar de grens, maar gaat hij met zijn hoogste generaal op bezoek bij de allochtoon Abraham. En bij hem probeert hij garanties los te krijgen. Abraham, je moet mij en mijn familie loyaal blijven. Val ons niet af!
Waarom vraagt de koning dat een rondzwervende allochtoon? De reden is daarvoor is dat God aan Abrahams kant staat. Dat blijkt, dat kun je zien. En dat boezemt koning Abimelech ontzag in. “God is bij je in alles wat je onderneemt” In het Hebreeuws staat er dan Elohim immecha
En Abraham is inderdaad niet bang voor de koning.Hij is zich dat ook bewust: ‘ik heb hier wat te betekenen’.En daarom zweert Hij de koning ook genadig zijn trouw én durft hij de koning ook nog eens eisen te stellen over de watervoorziening. Majesteit, over die put gesproken…Terwijl hij daar als allochtoon woont!
Ik vind dit een stoer verhaal.
Vooral als je bedenkt dat Abraham nog maar een jaar of wat geleden doodsbang dit gebied binnentrok (Gen.20,1). Zeg niet dat je mijn vrouw bent, zei hij tegen Sara, die koning mocht mij eens uit de weg willen ruimen om jou te krijgen. Wie houdt hem tegen! Nee. Abraham had niet veel vertrouwen in God gehad.
En er gebeurt ook waar hij bang voor is: die koning (Abimelech) schaakt Sara. Maar al gelooft Abraham er niets van en is hij doodsbang,God helpt hem toch.., wonderlijk! En koning Abimelech heeft geen keus dan Sara aan hem terug te geven. En dat samen met een flinke schadevergoeding.
Die bange Abraham, blijkt vele malen machtiger dan hij van zichzelf is. Waarom? Omdat God bij hem is, zelfs al kan hij dat zelf niet geloven. Elohim immecha! Die kleine Abraham ziet er veel groter uit dan hij is, door zijn machtige gezelschap, God! Uit alles blijkt dat God bij je is! Dat had Abimelech goed gezien.
Ja , ik vind dit een stoer verhaal.
2. Vragen!
Dat willen wij nu ook wel eens zo meemaken.
Zeker in deze periode van economische crisis. Dat je baas je niet wil ontslaan, omdat blijkt dat God bij je is. En zijn machtige gezelschap wil hij niet verspelen door jou te laten gaan, want dat zou slecht zijn voor zijn bedrijf. En hij wil graag garanties dat je blijft. Jij kunt zelfs eisen stellen… Doe mij dan maar...
Maar dat gáát niet zo…
Je zou willen dat je geld niet op raakte, omdat God bij je is. Een soort moderne variant op de weduwe van Sar(e)fat, van wie het olie en de meel niet opraakten (1Kon. 17,9 e.v.).
Dat willen wij nu ook wel eens zo meemaken.
Zeker in deze periode van economische crisis. Dat je baas je niet wil ontslaan, omdat blijkt dat God bij je is. En zijn machtige gezelschap wil hij niet verspelen door jou te laten gaan, want dat zou slecht zijn voor zijn bedrijf. En hij wil graag garanties dat je blijft. Jij kunt zelfs eisen stellen… Doe mij dan maar...
Maar dat gáát niet zo…
Je zou willen dat je geld niet op raakte, omdat God bij je is. Een soort moderne variant op de weduwe van Sar(e)fat, van wie het olie en de meel niet opraakten (1Kon. 17,9 e.v.).
Maar dat gáát niet zo…
En in het begin hou je de moed er in en heb je veel steun aan je geloof.
Maar er komt een moment dat je de zorgen niet meer de baas bent. Dat je echt ongerust wordt, en je bepaalde enveloppen bijna niet durft open te maken. Wat zal het nu weer zijn?
En je klampt je aan God vast, en je bidt, en je leest in de Bijbel. Maar ’t wordt niet anders…
Langzaam maar zeker gebeurt er waar je al zo lang bang voor was.
Het gaat fout, het gaat écht fout en je kunt er niets aan veranderen.
En je voelt je geloof wegsijpelen, je vertrouwen verdwijnen. En misschien wel het allereerst het vertrouwen in jezelf. Wat stelt mijn geloof nou voor? Nu je bankrekening leeg is, blijkt Godsvertrouwen toch veel moeilijker voor je dan je ooit van jezelf gedacht had. En je vraagt je af: "waar heb ik nou de hele tijd op vertrouwd?” "Op God of was het toch mijn bankrekening?"
En misschien denk je ook wel: waarom is God er nu niet. Ik heb Hem nu nodig!
En in het begin hou je de moed er in en heb je veel steun aan je geloof.
Maar er komt een moment dat je de zorgen niet meer de baas bent. Dat je echt ongerust wordt, en je bepaalde enveloppen bijna niet durft open te maken. Wat zal het nu weer zijn?
En je klampt je aan God vast, en je bidt, en je leest in de Bijbel. Maar ’t wordt niet anders…
Langzaam maar zeker gebeurt er waar je al zo lang bang voor was.
Het gaat fout, het gaat écht fout en je kunt er niets aan veranderen.
En je voelt je geloof wegsijpelen, je vertrouwen verdwijnen. En misschien wel het allereerst het vertrouwen in jezelf. Wat stelt mijn geloof nou voor? Nu je bankrekening leeg is, blijkt Godsvertrouwen toch veel moeilijker voor je dan je ooit van jezelf gedacht had. En je vraagt je af: "waar heb ik nou de hele tijd op vertrouwd?” "Op God of was het toch mijn bankrekening?"
En misschien denk je ook wel: waarom is God er nu niet. Ik heb Hem nu nodig!
3. Jozef (Gen 39)
Soms komt het niet goed, maar dat wil niet zeggen dat God er niet bij is!
Soms komt het niet goed, maar dat wil niet zeggen dat God er niet bij is!
Daarvoor maak ik een reisje door de Bijbel. Want dat 'Elohim immecha' kom je nog méér tegen. Hetzelfde wordt nl. ook gezegd over Jozef. In iets andere woorden maar het komt op hetzelfde neer.
Maar de HEER stond hem ter zijde en bewees hem zijn goedheid door ervoor te zorgen dat Jozef bij de gevangenbewaarder in de gunst kwam. (Gen 39:21 NBV)
Maar de HEER stond hem ter zijde en bewees hem zijn goedheid door ervoor te zorgen dat Jozef bij de gevangenbewaarder in de gunst kwam. (Gen 39:21 NBV)
We weten dat het met Jozef eerst helemaal niet goed komt. Eerst wordt hij slaaf en net als het weer goed lijkt te gaan met hem belandt hij in de gevangenis. Nu weten wij dat het met Jozef uiteindelijk helemaal goed komt. Maar dat wist Jozef niet, net zoals wij dat niet weten van onszelf. Goed om de afloop voor Jozef hier even weg te denken. Eerst komt het helemaal niet goed met hem, al staat er ‘…de HEER stond hem ter zijde en bewees hem zijn goedheid… Maar dat verandert weinig aan zijn situatie. Jozef blijft in de gevangenis, misschien wel voor altijd (wist hij veel).Wij weten dat het tenminste nog twee jaren zal duren. Twee jaar!
Nee, het blijft moeilijk voor Jozef, want de gevangenis is geen pretje. Helemaal in die tijd niet. Je moest hard werken onder slechte omstandigheden. En toch, zelfs in die uiterst moeilijke omstandigheden, kan Jozef het volhouden. Juist omdat God bij hem is (“De HEER stond hem terzijde”).
Want als God bij je is, ontdek je dat de mensen om je heen gaan reageren. Dat deed koning Abimelech maar daar gebeurde ook bij Jozef. Voor Jozef veranderde God de hoofd-cipier van de gevangenis in een vriend. En dat maakte verschil! Daardoor werd het voor Jozef toch heel anders in de gevangenis: hij kreeg het baantje van zijn baas. En God zegende Jozef in dat werk.
Dat God bij je is, betekent dus niet dat je niets ergs overkomt, de gevangenis blijft een moeilijke plek, maar dat je in de moeilijkheden niet alleen bent. En echt steun krijgt van God.
Als ik de verhalen zo hoor van de mensen die op mijn oproep gereageerd hebben, doet God dat nu nog precies zo. Nu met de economische crisis komen ook leden van onze gemeente in moeilijke omstandigheden terecht. Met bedrijven gaat het niet goed, mensen raken hun baan kwijt. Steeds méér mensen.En we horen dat het na de vakantie nog wel eens veel erger kan worden. En dat maakt deze vakantieperiode heel anders dan voorgaande jaren. Sommigen hier gaan dit jaar niet op vakantie en anderen gaan vol zorgen. Ik kan me dat goed voorstellen: want heb je je baan nog als je straks terugkomt? En dan? Moeilijk!
En toch, broers en zussen, God is er ook nu bij.
De mensen om je heen gaan reageren, de één brengt je een doos boodschappen, de ander geeft je graag goede raad waar je echt wat aan hebt, en weer een ander biedt je de caravan aan zodat je toch op vakantie kunt en er gebeurd nog véél meer. Dat soort dingen gebeuren als God bij je is. Begrijp me goed dit zijn hartverwarmde reacties van broers en zussen in Jezus Christus. Daar wil ik niets aan af doen, maar ik zie toch óók God die door deze mensen heen werkt. Net als in de tijd van Jozef. God is erbij… Elohim immecha, zelf al gaat het niet goed met je.
Nee, het blijft moeilijk voor Jozef, want de gevangenis is geen pretje. Helemaal in die tijd niet. Je moest hard werken onder slechte omstandigheden. En toch, zelfs in die uiterst moeilijke omstandigheden, kan Jozef het volhouden. Juist omdat God bij hem is (“De HEER stond hem terzijde”).
Want als God bij je is, ontdek je dat de mensen om je heen gaan reageren. Dat deed koning Abimelech maar daar gebeurde ook bij Jozef. Voor Jozef veranderde God de hoofd-cipier van de gevangenis in een vriend. En dat maakte verschil! Daardoor werd het voor Jozef toch heel anders in de gevangenis: hij kreeg het baantje van zijn baas. En God zegende Jozef in dat werk.
Dat God bij je is, betekent dus niet dat je niets ergs overkomt, de gevangenis blijft een moeilijke plek, maar dat je in de moeilijkheden niet alleen bent. En echt steun krijgt van God.
Als ik de verhalen zo hoor van de mensen die op mijn oproep gereageerd hebben, doet God dat nu nog precies zo. Nu met de economische crisis komen ook leden van onze gemeente in moeilijke omstandigheden terecht. Met bedrijven gaat het niet goed, mensen raken hun baan kwijt. Steeds méér mensen.En we horen dat het na de vakantie nog wel eens veel erger kan worden. En dat maakt deze vakantieperiode heel anders dan voorgaande jaren. Sommigen hier gaan dit jaar niet op vakantie en anderen gaan vol zorgen. Ik kan me dat goed voorstellen: want heb je je baan nog als je straks terugkomt? En dan? Moeilijk!
En toch, broers en zussen, God is er ook nu bij.
De mensen om je heen gaan reageren, de één brengt je een doos boodschappen, de ander geeft je graag goede raad waar je echt wat aan hebt, en weer een ander biedt je de caravan aan zodat je toch op vakantie kunt en er gebeurd nog véél meer. Dat soort dingen gebeuren als God bij je is. Begrijp me goed dit zijn hartverwarmde reacties van broers en zussen in Jezus Christus. Daar wil ik niets aan af doen, maar ik zie toch óók God die door deze mensen heen werkt. Net als in de tijd van Jozef. God is erbij… Elohim immecha, zelf al gaat het niet goed met je.
En het gaat nog verder…
4. Immanuël
Jullie vragen je misschien af, waarom begint hij steeds weer met dat Hebreeuws. Dat is niet om interessant te doen, maar omdat ik jullie iets wil laten zien. Het komt nog eens weer terug in de Bijbel en dat valt je in het Hebreeuws direct op en ik wil graag dat jullie het herkennen. Als je het al niet herkend hebt!
Duizenden jaren na Jozef, komt er in een droom een engel op bezoek bij een andere Jozef. Hij stelt hem gerust over zijn verloofde, die plotseling zwanger bleek. Dit is een wonder, je verloofde draagt de Zoon van God. Jezus de redder van de wereld. Dit is Immanuel, die al door de profeet Jesaja was aangekondigd. Immanuël, da’s ook Hebreeuws, een iets andere vorm van dat je al eerder hoorde: Elohim immecha: God met jou en nu Imma nu el: Met ons God. Exact hetzelfde! Het gaat nog verder met Gods nabijheid en wordt ook duidelijker…
God is in Jezus bij ons…
Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.' (Mat 28:20 NBV)
Niet maar een mooie kreet, maar echt waar! Niet maar iets voor straks, in de hemel of zo. Dat gaat juist over nu bij je, zoals Hij beloofde…, Hij is je persoonlijk nabij.
En dat verandert alles:
Mensen reageren, want het zijn zijn mensen op zijn wereld en Hij stuurt ze naar je toe. En zij laten zich sturen. Want jij maakt deel uit van het grote gezin van Gods gemeente. Ik vind het geweldig te horen dat dit hier in de gemeente ook zo gaat.
Je bent hier gelukkig niet alleen! Meestal niet!En Hij, Jezus, verandert ook jezelf: want door Hem houdt je altijd hoop. Het kan moeilijk zijn op deze aarde, het kan ook nog moeilijker worden, maar het zal niet moeilijk blijven. Want er komt een dag dan breekt het Koninkrijk van Jezus definitief door. En dan komt alles goed. Dat staat al vast.En dat is een enorme bemoediging in alle moeite nu.
Vandaag laat Hij het ons weer zien. Ik ben bij je,
zoals de wijn in je mond en het brood in je maag.
Ik ben bij jullie, vergeet dat niet.
Gelukkig, want dat maakt alles anders…
Amen.
Ik ben bij jullie, vergeet dat niet.
Gelukkig, want dat maakt alles anders…
Amen.