zondag 18 oktober 2009

Thema 4: Teksten voor thuis

1. Psalm 119 Lezen we niet zo snel aan tafel. Het is ook nog al een stuk. Toch, lees het eens (misschien in twee keer). Juist als je het zo achter elkaar leest valt je de diepe en uitbundige liefde van de dichter voor Gods wet (Gods Woord) op.
In de versie van de Psalmen voor Nu is het in twintig minuten te zingen. Mooie eigentijdse berijming

2. Vreugde en het Woord aan heel goed samen. Dat kennen we ook uit de geschiedenis van de kerk.
Een aantal voorbeelden met hoeveel blijdschap het Woord door de eerste luisteraars ontvangen is

U hebt ons nagevolgd, en daarmee de Heer: onder zware beproevingen hebt u het woord ontvangen met de vreugde van de heilige Geest. (1Th 1:6 NBV)

47 Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: "Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde."'
48 Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich en spraken ze vol lof over het woord van de Heer, en allen die voor het eeuwige leven bestemd waren aanvaardden het geloof.
(Handelingen 13:47-48 NBV)


3. Jeremia 31:31-34  de profeet heeft over 'een dag die zal komen' van het nieuwe verbond. Kenmerk van die tijd is dat de wet in het binnenste van de mensen ligt, in het hart geschreven staat.
Ik ben geneigd dat letterlijk te nemen. De woorden van de Heer staan niet alleen op steen, maar ook in ons hart gebeiteld. Een reden om met 'tegeltjesteksten' te leven en ze te leren.
De dag zal komen – spreekt de HEER – dat ik met het volk van Israël en het volk van Juda een nieuw verbond sluit, 32 Een ander verbond dan ik met hun voorouders sloot toen ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte weg te leiden. Zij hebben dat verbond verbroken, hoewel ze mij toebehoorden – spreekt de HEER. 33 Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt de HEER: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk. (Jer 31:31 NBV)

Vragen

1. Ben je wel eens blij met Gods Woord. Wat maakt je blij? Wat is moeilijk?


2. Hebben jullie ideeën? Wat kan helpen om dagelijks met Gods Woord te leven?
(Laat het me gerust weten! Kan ik eens wat ideeën doorgeven)


Thema 4: Deut. 6,4-9 Simchat Torah (Blij met het Woord!)

Israëlzondag 09


Blij?!
…uw woord is mijn muziek:
Mijn God, ik hoor u dag en nacht.
Uw woord vergeet ik niet.
Uw woord is waar, Uw woord dat ik
Zo zuinig heb bewaard
Het mooiste dat ik ken, mijn God:

Ik houd mij aan uw woord.
Ik bid. Ik wacht uw glimlach af.
want uw belofte staat (…)
Het beste voor de wereld, Heer:
Uw liefde en uw wet.
Ik heb het goed: ik heb uw woord,
Zoals u hebt beloofd. (…)
Met uw wet bezig zijn is mijn
lievelingstijdverdrijf:
uw woord helpt mij vooruit, terwijl
de vijand achterblijft (…)
Uw woord is zachte zoetigheid
die zo naar binnen glijdt. (…)
Geen woord teveel,
Houdt mij aan uw Woord,
Geen woord teveel
Ik houdt mij aan uw Woord



Wat denk je nu?
Zou je het zelf kunnen zingen zó dat je het meent?
Ben je blij met het Woord van God? Met de Bijbel! Echt blij! Vanuit je tenen! Of zie je jezelf dit nog niet zo zeggen: het mooiste dat ik ken, lievelingstijdverdrijf, zachte zoetigheid die zo naar binnen glijdt.
Het past niet bij de verlegenheid die je onder ons nog al eens hoort:
het Woord geeft ons eens schuldgevoel: ik kom er niet aan toe, verlegen maakt het mij, ik kan het niet begrijpen.
Denk je dan: wie zegt dat nou zo? Lievelingstijdverdrijf en zachte zoetigheid die zo naar binnen glijdt. Was ’t maar zo!

Wie dat zegt? Nou de dichter van psalm 119! Dit is een berijming van die psalm. Moet je eens lezen, dat liegt er niet om hoor! ’t Is even volhouden, maar dan ontdek je dat hij verslingerd is aan het de wet van God (aan het Woord). Als echte Jood is hij er zo vol van dat hij overloopt van blijdschap. Voor zijn gevoel heeft hij zijn leven er aan te danken.

Dat staat waarschijnlijk vér af van de meesten van ons. Het is één van de belemmeringen die wij voelen: niet alleen onze cultuur zit ons soms in de weg (denk aan vorige week!), maar ook de cultuur van de Bijbel staat soms ver bij ons vandaan. En dat kan een ook drempel voor je zijn.
Dan lees je de Bijbel, maar herken je niet wat er staat.
Dan denk je: zó blij kan ik niet zijn met dat Woord, dus dan kan ik dat ook niet meemaken als ik Psalm 119 lees of zing of Psalm 19 (we zullen die straks nog zingen): ‘die wet is ’t hoogste goed/ meer kostelijk en zoet dan ’t edelst van de honing; begeerlijker dan goud/ blijft dit ons laatst behoud, het Woord van onze Koning (19,4 berijmd).
Toch hoor je dat zonder reserve in de Joodse cultuur.


Simchat Torah
Die vreugde over de Wet (het Woord) van God is nog altijd in de Joodse cultuur terug te vinden. Ze hebben er zelfs een feest aan gewijd. Eén keer in het jaar – dit jaar was dit in het weekend van 9-11 oktober, afgelopen weekend dus- vieren de Joodse gemeenschappen over de hele wereld het feest Simchat Torah: ‘de vreugde der wet’.

Dit is het uitbundige slot van Sukkot - het Loofhuttenfeest – een echt feest met dansen en muziek waarbij jong en oud, tot de opperrabijn aan toe vanuit de synagoge de straat op dansen. Met in hun armen de Torahrollen, die ze aan elkaar doorgeven. En dat is nog al wat, als je bedenkt dat die rollen als zeer heilig worden beschouwd. En het hele jaar met de grootste eerbied behandeld worden. Geen mens die er dan mee zou durven dansen. Maar op die ene dag, op Simchat Torah sluiten ze die heilige rollen in hun armen en dansen ze er mee rond. Helemaal in vervoering. Tot zeven keer een grote ronde aan toe. Dat kan een hele tijd duren.
Voor de kinderen zijn er snoepjes en koekjes en voor de volwassenen zijn er drankjes en hapjes

Het feest cirkelt om de Torah – de vijf boeken van Mozes- op deze feestelijke dag wordt het laatste deel van Deuteronomium uitgelezen en het eerste van Genesis gelezen, als begin van de jaarlijkse lezing van de Torah. Het is een feestelijk moment; je zou het kunnen vergelijken –voor de lezers onder ons- met het bitterzoete gevoel als een je een mooi boek uit hebt. Op Simchat beleven ze dat en beginnen ze gelijk weer opnieuw zodat de eeuwigdurende cirkel van het lezen van de Torah nooit verbroken wordt.

De vraag is: hoe komen die Joden toch zo blij met de Torah, met het Woord? Vaak staan wij er veel ingehoudener, zelfs een beetje verlegen en ook veel plichtmatiger tegenover.
Is er iets wat wij van hen kunnen leren?

1e….nooit los van God!
Er is vanuit de Joodse cultuur meer over die blijdschap te zeggen. Daarvoor gaan we naar een voor de Joden heel centrale tekst: Deut 6, 4-9. Sjema Israël, Hoor Israël, het begin van onze tekst. Iedere Jood kent dat uit zijn/haar hoofd. Het is de meest centrale geloofsbelijdenis van de Joden. Je hoort hem in iedere synagogedienst: Sjema Israel, Ado-nai Elo-hénoe, Ado-nai echád. Hij hoort thuis in ieder ochtend- en avond-gebed en klinkt op de belangrijke momenten in het jaar, bijv. op Jom Kippoer (Grote Verzoendag). Binnen het Joodse geloof een zeer centrale tekst. Vandaar dat hij ook terug te vinden is, in de mezoeza aan deurposten en in de tefillim (de gebedsriemen) op voorhoofd en armen.
Om nooit te vergeten!
Eén van de eerste dingen die het sjema je leert is dat het niet in de eerste plaats om de wet, of breder om de Bijbel, gaat, maar dat het allemaal eerst om God draait!

Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige!
Het gaat niet om de Torah op zich (de Bijbel op zich) het gaat om de Heer God die daar spreekt. Hij is de enige staat er, je mag dat begrijpen als: Hij is uniek. Niemand is zoals Hij. Hij is anders dan allen die zich god noemen of die anderen god noemen. Anders dan de grillige Egyptische goden, die de Farao en zijn volk niet hadden kunnen redden, is God de Here betrouwbaar en sterk. Anders dan de grillige geldgod en de vluchtige god van de roem, is onze Heer liefdevol en staan zijn beloften wel voor altijd vast.
Bij Hem raak je niet in één nacht je spaartegoed kwijt! Dat is nou onze Heer!
Op Hem kun je bouwen. En die betrouwbare God geeft zijn volk zijn geboden. Als je dat weet zou je er dan niet blij mee zijn. Wat als het van Hem komt dan betekent dat echt wat! Dan kun je er blij mee zijn. Als het van Hem komt wel!

Dat zag onze Heer Jezus ook zo: toen ze Hem vroegen: ‘wat is het belangrijkste gebod?’ Toen citeerde hij het sjema. Als je het leest in versie van Marcus (12, 29-31), kun je zien hoe Hij het sjema helemaal compleet citeert. Ook Hij maakt ons duidelijk dat dit het belangrijkste gebod is, samen met dat om onze naaste lief te hebben als onszelf.

Als je dat met ons vergelijkt, steken wij er vaak anders in. We zien allereerst de Bijbel en ik krijg de indruk dat onze Heer wat schuil gaat achter die Bijbel. Wij vinden Hem niet zo in die woorden. En wij zijn veel functionelere mensen. Van die mensen die zich vooral afvragen: én werkt het? En als het niet werkt dan zoeken we wat anders.

Maar een Jood gaat heel anders met de Bijbel om. Al heeft hij er eerst niets aan, het is het Woord van die unieke God de Heer. Dat moet wat te betekenen hebben. En dus stort hij zich met verdubbelde energie op die tekst om de achter te komen wat die Geweldige God tot hem te zeggen heeft.
Want het is het heilige Woord van God voor ons. De Joden maken erg veel werk van de studie van de Torah. Niet omdat ze het bijvoorbaat zo toegankelijk en prettig boek vinden, maar omdat God tot hen spreekt met die woorden!

Proef je het verschil. Het Oude Volk ziet de Bijbel in het licht van God de Gever, hun Redder. Vooral omdat die van God komt, zijn ze er blij mee! Kijk eens wat wij gekregen hebben! Als je de Bijbel zo kunt zien, als een kado van God voor ons. Dan wil je weten wat Hij voor je ingepakt heeft. Want de Heer is toch uniek! Hij is onze Redder! Misschien moeten wij voor onszelf het sjema ook vaker zeggen: in de versie die de Heer ons leerde:

"Luister, Israël! De Heer, onze God, is uniek;
Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht." (Mar 12:29-30 NBV)

En dan gaan bijbellezen
Dan kunnen we meezingen het de psalmdichter:

Uw woord vergeet ik niet.
Uw woord is waar, Uw woord dat ik
Zo zuinig heb bewaard
Het mooiste dat ik ken, mijn God: -
want het komt van U!
 


Ik houd mij aan uw woord.
Ik bid. Ik wacht uw glimlach af.
want uw belofte staat (…)
Het beste voor de wereld, Heer:
Uw liefde en uw wet –
want het komt van U!


2e … raak er mee vertrouwd
Er gebeurde nog iets in de Joodse traditie. Laat ik dat illustreren met een voorbeeld:

Toen onze kinderen klein waren, wilden ze graag voorgelezen worden.
Dat vond ik wel leuk om die ademloze gezichtjes voor te lezen. Wat ik niet leuk vond dat ze altijd het zelfde verhaaltje wilden horen. Hoe bekender hoe beter. Hoe vaker hoe liever. Nóg een keer. Als ik het stiekem eens wat veranderde om het weer eens wat spannender voor mezelf te maken, merkten ze het onmiddellijk: dat staat er niet! Het moest hetzelfde, vertrouwde verhaal zijn.

Zo werkt het bij de Joden ook. Ze zorgen dat ze vertrouwd worden met het Woord van God. Door het te leren. Ze hebben de tekst in 7-9 letterlijk opgevat. Joodse kinderen moeten nog steeds grote delen van de Torah uit hun hoofd kennen. Daar zijn ze intens mee bezig. Zodat de woorden van God niet alleen papier zijn maar in het hart gegrift (Jer. 31). En deze teksten dragen ze overal met zich mee: ze zitten in de doosjes van de gebedsriemen die ze dragen , in de doosjes aan de deur (mezoeza) tot aan de poorten aan toe.
Wie wel eens in Jeruzalem is geweest ziet zelf grote roestige ijzeren kokers aan de poorten zitten. De geboden krijgen letterlijk plaats in het leven van elke dag. Je kunt er gewoon niet niet aan denken. Dat garandeert ook niet alles: want in de geschiedenis van Israël zijn er ook perioden geweest dat ze de wet helemaal kwijt waren. Maar toch het helpt wel.

Weer iets dat je van ze kunt leren. Geef het Woord plaats in je leven, zodat je er steeds aan herinnerd wordt. Wat dat betreft zijn die wandbordjes van onze grootouders eigenlijk een heel mooie gewoonte. Zo vergeet je sommige teksten nooit meer
Je zou eens een belangrijke tekst uit kunnen printen en aan de muur hangen. Zo dat je hem steeds voor ogen hebt. En als je ze leert, reizen ze met je mee in je hart. Misschien eerst nog helemaal niet zo begrepen, maar dat komt met de tijd wel. Het is een woord van God onze Redder, dus heeft het vast waarde. Daar kom je bijna altijd achter.

Broers en zussen, we moeten misschien iets minder kinderen van onze tijd zijn. Als je alleen dat nog doet waar je van te voren van kunt inschatten dat het werkt, wordt je nooit meer verrast.

Laten we leren blij te zijn met God en dan ook met zijn Woord. In die volgorde Niet omdat we het allemaal al begrepen hebben. Ook niet omdat het al voor ons werkt, maar omdat het van onze Heer en God komt. Onze lieve God, die zijn Zoon voor ons overhad. Zou zijn Woord dan waardeloos zijn?

Uw woord is zachte zoetigheid
die zo naar binnen glijdt. (…)
Geen woord teveel,
Houdt mij aan uw Woord,
Geen woord teveel
Ik houdt mij aan uw Woord


Amen

zondag 11 oktober 2009

Thema 3: Teksten voor Thuis

Er zijn twee werelden en die zijn in strijd met elkaar. Meerdere apostelen hebben daarover geschreven.

1. Jakobus schrijft in het vierde hoofdstuk van zijn brief: 'vriendschap met de wereld  betekent vijandschap jegens God ?  (Jak 4:4 NBV). Het één of het ander moet gevolgen krijgen voor onze levensstijl. In de verzen 1-10 werkt hij dat verder uit.

2. Paulus 'zegt  in Fil.3 over het Koninkrijk van God: ' Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel (Phi 3:20 NBV)' Ook hij koppelt dat aan onze levensstijl. Lees Fil 3, 1-10. Ook de andere hoofdstukken van Fil. laten zien hoe het horen bij het Koninkrijk zelfs gevolgen heeft voor je levensvreugde.

3. De Hebreeënbriefschrijver schrijft ook over het 'hemels vaderland (11,16). In een indrukwekkende opsomming beschrijft hij hoe vasthoudend vele vroegere gelovigen hun hoop op dat vaderland hebben gehad, ten koste van hun leven op deze wereld. Lees hfst. 11.

Doorpraatvragen
1. Zijn er zaken die macht hebben over jou?
2. Kun je merken dat het 'kijken naar...' invloed op je heeft en je erdoor verandert?
3. Als je jezelf onderzoekt, wat is dan het belangrijkste dat je bezighoudt?

Thema 3 - Mat. 6 - Kijk naar het Koninkrijk!


Preek – 11-10-2009

Doop Elin van Ommen en Levi Verkade
 

Van binnen steeds beter
Afgelopen zaterdag waren we bij vrienden op bezoek. Het was al even geleden dat we ze hadden gezien. En dat speet ons, want ze hebben de afgelopen jaren nogal wat meegemaakt. Na een veelbewogen jeugd voor hem en na ook samen indrukwekkend veel te hebben meegemaakt, komt er de laatste jaren voor hen nog eens bij dat hij steeds zieker wordt. En wat er in die eerste periode uitzag als een vooral heel pijnlijke en dus heel hinderlijke vorm van reuma, veranderde van karakter toen er dit voorjaar de sticker M.S.A. op werd geplakt. Dat is een ernstige neurologische aandoening waaraan onze vriend voortijdig zal overlijden. Toen we dat hoorden waren we verslagen.
Vorige week zaterdag was het de eerste keer dat we elkaar ná deze diagnose ontmoetten.
Hij zit inmiddels in een rolstoel en dat is een pijnlijk gezicht als je nog helder voor de geest staat dat je samen in de heuvels van Frankrijk wandelde. En toch, ken ik geen blijmoediger mens. En het lijkt of die vreugde binnen in hem steeds sterker wordt.
Nee hoor, hij is niet blij met zijn ziekte en beslist ook niet met de gevolgen die dat voor zijn gezin heeft. Hij heeft het er bij tijden best heel moeilijk mee. Maar dat is niet de grondtoon in zijn leven, het lijkt wel of hij steeds dichter bij zijn Heer leeft. En dat straalt gewoon van hem af.
Toen iemand hem aanraadde om naar een gebedsgenezer te gaan, aarzelde hij. Er wordt al voor me gebeden, was zijn reactie. ‘Maar dat heeft nog niets voor je veranderd, zei zijn gesprekspartner.’ ‘O jawel hoor, hier van binnen is heel veel veranderd!’, zei hij.
Kijk dat is hem nou ten voeten uit: hij ziet andere dingen dan wij zien. Hij let niet alleen op zijn ziekte, hij kijkt naar zijn Heer. En dat maakt hem een ander mens. Op dat zien kom ik zometeen terug

Akker
Hoe staat je akker er bij? Was de vraag op de startzondag. Door de gelijkenis van de zaaier begrepen we toen dat je verschillend op de boodschap van het Koninkrijk kunt reageren. Als wij de akker zijn, zie je dat sommigen veel vrucht dragen (tot het 100-voudige aan toe), maar anderen helemaal niet! We begrijpen dat de hardheid van de oppervlakte van de grond, de stenen in de grond en het onkruid op de akker de opbrengst belemmeren. Als we die gelijkenis nou eens vertalen naar onze dagelijkse werkelijkheid dan zijn er drie belangrijke belemmeringen voor ons Bijbellezen. 1. De cultuur waarin wij leven 2. de vreemdheid van de Bijbelse cultuur waarover wij lezen 3. Ons moeilijk toegankelijke hart. De invloed van die drie speelt een grote rol in ons lezen van de Bijbel.
Vandaag gaat het vooral over dat eerste: de invloed van de cultuur waarin we leven. Je zou kunnen zeggen: we werken vandaag op het derde akkertje, dat met het onkruid.
De vraag is: hoe kan dat onkruid zo groot worden, dat het de vruchten van het Koninkrijk kan verstikken? We hebben hier net bij de doop staan te kijken, heeft die belofte van de doop dan zo weinig invloed? Kan het Koninkrijk ze nog ontgaan! Ja het kan toch. In dit gedeelte – een stuk uit de Bergrede- noemt de Heer Jezus drie oorzaken die er voor zorgen dat dit onkruid zo groot kan worden. We lezen onze tekst van beneden naar boven.



1. Dingen hebben macht
De dingen om ons heen kunnen macht over ons uitoefenen. Zelfs dode dingen. Het is maar een voorbeeld, maar de Heer Jezus noemt hier zelf het geld. Een dood ding zou je zeggen, Het doet niks als jij er niets mee doet. maar ook wij herkennen –na 2000 jaar- onmiddellijk wat de Heer Jezus bedoelt.
Geld heeft macht! Met geld kun je mensen beïnvloeden. “Money talks, geld praat!”, zeggen de Engelsen. ‘Het zegt meestal tot ziens!, grapte eens iemand.
Geld heeft invloed, ik hoef niet veel voorbeelden te noemen, die kennen we zelf wel. Ook op gelovigen. Je vraagt je af hoe kan dat dan? Jezus is toch onze Heer! Hoe kan geld dan zoveel invloed op ons hebben?
Dat heeft te maken met de manier waarop de Heer Jezus ons regeert. Hij is geen dictator. Hij overheerst ons niet! Het is zijn wens dat je zelf voor Hem kiest en Hem uit jezelf lief hebt. De Heer wil geen bange slaven, maar vrijwillig liefhebbende kinderen. Dat betekent voor nu dat Jezus weliswaar Heer is in deze wereld, maar dat ook dingen macht over je kunnen uitoefenen: geld, genot, roem… Die dingen hebben niet uit zichzelf macht, ze krijgen dat van ons. Wij, mensen, geven die dingen een bepaalde waarde en dus ook een bepaalde macht over onszelf (vgl. Open 17,12). Ja zo is het echt! Al zou je het niet denken.
Als je opgroeit denk je haast dat geld van zichzelf macht heeft, maar als je over nadenkt weet je dat wij mensen dat geld zo machtig maken. Het is maar wat wij –mensen- belangrijk vinden. En dat wordt het dan ook!
Nu is de boodschap van de Heer Jezus aan ons: je moet kiezen wie je de macht geeft in je leven. Mij of die andere dingen. Je kunt geen twee heren tegelijkertijd (goed) dienen. Die praktische levenswijsheid van de Heer moeten we ons flink aantrekken. Hij zegt dat we niet moeten proberen zaken te combineren die helemaal niet te combineren zijn. Om weer bij het voorbeeld te blijven: het geld stuurt je meestal een heel andere kant op, dan je Heer.
Het geld zegt je: zorg vooral goed voor jezelf, dan kun je doen wat je wilt. Je Heer zegt je: geef wat je kunt missen aan de armen. Als je aan beiden wilt toegeven is het alsof het probeert tegelijkertijd voor- en achteruit te lopen. Daar moet je als gelovige tussen kiezen. Je hoeft niet arm te zijn, maar je moet het geld niet zoveel macht geven dat je daardoor niet meer kunt leven zoals de Heer Jezus het van je vraagt. Gebruik het om goed te doen.

Erik, Evelien, Martijn en Annehil, dat moeten jullie hun (de kinderen) leren: de wereld waarin je leeft is niet neutraal. Er zijn meer machten, sommige hebben we zelf in het leven geroepen. Het is dus niet één wereld waarin je leeft maar het zijn er twee (website). Werelden die zelfs met elkaar in oorlog zijn- en je moeten kiezen in welk koninkrijk –zou je kunnen zeggen- je gaat dienen. Dat van de dingen (bijv.) of dat van God.

2. Kijken heeft invloed op je
Maar hoe kunnen geld, genot en roem en al die andere dingen zoveel invloed op ons krijgen? Het antwoord van de Heer is: ‘waar je naar kijkt daar wordt je vol van’. (2x)
Hij vergelijkt onze ogen met lampen, niet via welke licht naar buiten straalt, maar via welke licht naar binnen komt. Je zou ze ook de ramen van ons hart kunnen noemen. Als je je ogen op het goede richt, dan straalt er helder licht in je hart naar binnen, maar iedere keer als je in de richting van het slechte kijkt wordt het donkerder in je hart. Wat doe je? Kijk je verlangend naar het goede, of kijk je begerig naar het kwade?
Goed is wat de Heer ons over ons leven zegt: het Koninkrijk van God met zijn liefde, vrede, en zorg voor elkaar. Goed en licht is wat God goed noemt. Slecht is het hier laten, zoals het is: ieder voor zich en God voor ons allen. In welke richting kijk je het meest: naar het licht of het donker? De Heer Jezus zegt dat dit invloed op je heeft. Waar je naar kijkt daar wordt je –negatief gezegd- mee besmet, positief gezegd: door aangestoken. Het zal je hart (van binnen) veranderen!
En weer moet je zelf kiezen: waar kijk je naar? Wat heeft je aandacht?
Waardoor laat je je beïnvloeden. Kijken heeft invloed.

Erik, Evelien, Martijn en Annehil, heel letterlijk moet je je kinderen vragen: ‘waar kijk je naar?’ En dan gaat het niet alleen over de TV, de computer of de bladen, dan gaat het eigenlijk over de richting van heel je leven. En als je dan zelf de verkeerde kant opkijkt, maken je goede woorden weinig indruk op je kinderen.

3. Je hart is bij je schat
Maar waarom worden onze ogen soms zo bijna onweerstaanbaar in de richting van het donker getrokken? De Heer Jezus zegt: je hart is bij je schat. Wij zeggen: waar het hart vol van is, loopt de mond van over.
Waar je het over hebt, waar je de meeste tijd aan besteed, waar je enthousiast over bent, dat zegt iets over wat je echt belangrijk vindt.
Over, waar je voor gaat! En dan zie je hoe alles bij elkaar komt, in welke richting je kijkt heeft invloed op wat er in steeds meer je hart gaat leven. En wat er leeft in je hart heeft weer invloed waar je naar kijkt. En stel je voor dat je de macht uit handen geeft aan het geld. Dan zul je zien dat dit steeds meer je aandacht krijgt en je tot in je diepst van je ziel verandert in een ander mens en je zult zien dat je er steeds meer aan vast komt te zitten, tot het moment dat je helemaal verslaafd bent. En er nog nauwelijks van kunt loskomen. Zo wordt je steeds ontoegankelijker voor het evangelie. Je ogen en je hart gaan je oren in de weg zitten.
Je ogen en je hart kunnen je oren in de weg zitten.

En, zegt de Heer Jezus, dat is zo’n gezichtsbedrog. Want al die wereldse waarde –dat schitterende in onze ogen- is maar beperkt houdbaar, zegt Hij nadrukkelijk. Je kunt er je hele leven druk mee zijn. Er blijft uiteindelijk niets van over. En waarschijnlijk raak je het al veel eerder kwijt: het verslijt, jij verslijt of je wordt bestolen. Zo gaat dat. Maar je moet het wel zo willen zien. Geld maakt niet gelukkig, roem vergaat en genot stompt je zo af, dat je uiteindelijk nergens meer van kunt genieten. Alleen hemelse schatten hebben blijvende waarde.
En dan kan ik me voorstellen dat je denkt. O nee, dat is het leven uitstellen. Straks in de hemel wordt het pas leuk (schatten in de hemel).
Sparen voor straks, maar zo wil ik niet leven. Ik wil nu leven.
Dat wordt hier ook niet bedoeld. Met schatten in de hemel zegt de Heer Jezus verzamel je schatten bij God (de hemel is waar God woont). Dus: verzamel andere schatten. Richt je hart en je ogen en oren op God en vertrouw en dien Hem. En ontdek steeds meer: hoe waardevol dat is.
Hoe geweldig het is met God om te gaan en een steeds lichter mens te worden op een steeds lichtere wereld. Hoe geweldig het is kennis maken met het Koninkrijk van God en met de liefde en vrede die dat betekent. Hoe goed je Heer voor je is en hoe rijk de omgang met de Geest. Met je broers en zussen, Je hart gaat er van gloeien, je ogen gaan er van stralen en je oren tuiten van dat bijna onvoorstelbaar moois. Als het tot je doordringt. Hoe meer het tot je doordringt, hoe lichter je leven wordt.

Volgens mij is het dat het licht dat ik vorige week zaterdag in de ogen van mijn vriend zag. Een licht sterker dan alle machten die deze aarde nog in hun greep houden. Sterker dan ziekte, ja zelfs sterker dan de dood.
Niemand kan je scheiden van de liefde van God

Erik, Evelien, Martijn en Annehil, Kies er voor naar het Koninkrijk te blijven kijken. In de richting van onze Heer Jezus. En leer jullie kinderen dat ook! (en er is veel dat hun afleid) En ontdek zo de schatten van het Koninkrijk, het licht van je leven. Amen.

vrijdag 9 oktober 2009

Huisbezoekwijzer 2009/10

Hieronder een 'praatpapier' om thuis en in de kringen door te praten over het jaarthema.
Hoewel in de eerste plaats bedoeld voor de huisbezoeken kan het verder natuurlijk ook het gesprek dienen.
(Is het plaatje te klein? Klik er dan even op voor een vergroting)