woensdag 23 september 2009

Teksten voor thuis

Eén van de doelen die we met de publicatie van de preken op deze site hebben is dat de 'luisteraars van zondag' iets in handen hebben voor de week er na. Je kunt het allemaal nog een rustig nalezen. En als het vragen oproept kun je die stellen (via de website, persoonlijk via email of gewoon rechtstreeks aan mij).
We beschouwen de thema's die in de preek naar vormen komen als belangrijk en willen graag dat de hoorders er verder over nadenken. Om daarbij te helpen staan er zins kort ook één of meerdere verwerkingsvragen onder de preek.Voor deze week zal ik de teksten en de verwerken boven aan de preek zetten.
Sinds deze week staan er ook 'teksten voor thuis' bij. Een stel bijbelgedeelten waarin een onderwerp uit de tekst van zondag aan de orde komt of verder uitgewerkt wordt. In de laatste preek kwam een citaat uit Jesaja 6 naar voren. Jesaja krijgt de opdracht het volk 'horende doof' en 'ziende blind' te maken. De Heer Jezus geeft dit als verklaring voor de 'doofheid' van zijn publiek. Niet alleen nu maar later nog eens in Joh 12 en ook Paulus voert Jes. 6 aan als reden dat veel leden van de Joodse gemeente in Rome niet ontvankelijk zijn voor zijn boodschap. Als je Rom 11 daar nog een bij leest, zie je hoe de profetie van Jesaja via via ook op ons van toepassing kan zijn.

zondag 20 september 2009

Thema (2): Doof voor het Koninkrijk?

Mat. 13,10-17

Teksten voor thuis
Jesaja 6 wordt nog bij twee gelegenheden geciteerd:  
1. Joh 12, 36-43 als verklaring van het ongeloof van de leiders
2. Han. 28, 23-31 als verklaring voor het ongeloof van leden van de Joodse gemeenschap in Rome
3. Rom 11, 13-36 hoe het ongeloof de reden is van de uitsluiting van sommige leden van het volk Israël uit het Koninkrijk en wij -de heiden-christenen van afkomst- om dezelfde reden dat risico lopen

Toepassing op jezelf
Leef je in 'je eigen koninkrijk' of in dat van de Heer Jezus Christus?



1. Toondoof
Kort geleden las ik een verhaal over iemand die in de auto naar zijn favoriete muziek luisterde. Zoals altijd genoot hij er volop van. In de file had hij alle gelegenheid om er helemaal in op te gaan.
Plots veranderde die liefelijke muziek in helse ketelmuziek, een afschuwelijke geluidsbrij, schel, onsamenhangend en schril. De rillingen liepen hem over de rug. Verwoed probeerde hij zijn radio weer op de goede zender te krijgen. Maar dat lukte hem gewoon niet! Ineens drong het tot hem door dat niet de radio, maar hij zelf het probleem was. Alle muziek klonk hem ineens als schelle geluidspap in de oren. Later bleek dat hij aan een soort van toondoofheid leed: waardoor de samenhang en de klank van de muziek voor hem helemaal verloren ging. Tsjonge, je zult toch zoiets hebben!

Vorige week zijn we geëindigd met de vraag: ‘hoe staat je akker erbij?”
Dé vraag die uit deze gelijkenis naar voren komt voor ons.
(|Voor hen die er niet waren, die hieronder)
Een confronterende vraag, dat was goed te merken in de gesprekken daarna. Heel wat van ons voelden zich een beetje hopeloos. We denken dat het nogal wat beter kan met het lezen in de Bijbel, maar weten niet goed hoe dat dan mogelijk is. En toen hadden we het nog niet eens gehad over het tekstgedeelte van vandaag.
'Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van de hemel kennen, hun is dat niet gegeven. (Mat 13:11 NBV). Vooral dat laatste zinnetje vind ik grimmig klinken: hun is dat niet gegeven. Het zal je maar niet gegeven zijn! Dan raak je op den duur zelfs alle idée van het Koninkrijk kwijt lezen we: maar wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen (Mat 13:12 NBV)
Dat klinkt als: ‘het moet je maar gegeven zijn om iets van het Koninkrijk te kunnen begrijpen! ‘Moet je hieruit concluderen dat er mensen toondoof voor het evangelie geboren zijn? Zo gehandicapt dat de boodschap nooit tot hen door zal dringen. Dan vraag je jezelf natuurlijk af: hoor ik daar dan ook bij? Ben ik soms toondoof voor het evangelie en draagt het daarom geen vrucht in mijn leven? Je zult het zijn! Sta je buiten het Koninkrijk en kun je er niks aan doen. Een angstaanjagende gedachte: ik ben eenvoudig doof voor de enige boodschap die me redden kan. 
2. Oordeel
Nee, deze gelijkenissen zijn geen plaatjes bij het praatje. Dat zou je even kunnen denken. Zo van: de Heer Jezus probeert hier iets duidelijker te maken voor een publiek dat het nog niet zo begrepen heeft van dat Koninkrijk. Vandaar die gelijkenissen. Zo werken ze immers ook, voor ons! Denk aan vorige week, die oproep: Laat wie oren heeft goed luisteren!' (Mat 13:9 NBV), maakt ons niet zo ongerust. Wij denken dat we wel goed luisteren. De ongerustheid komt pas als de betekenis daarvan via deze gelijkenis tot ons doordringt: ‘goed luisteren betekent zo luisteren dat je leven vrucht gaat dragen.’ Voor ons voegt dat betekenis toe.
En toch is dat niet het enige effect van een gelijkenis. Gelijkenissen zijn geboren uit het oordeel van God over zijn volk. Oordeel betekent scheiding. Voor sommigen betekenen ze meer begrip, voor anderen juist minder. Ze brengen scheiding.
Want de leerlingen hadden die boodschap van het Koninkrijk allang begrepen, hoor. Hij was ook niet zo moeilijk: “Met Mij, Jezus van Nazareth’ de Messias, is het Koninkrijk gekomen. Daar hadden ze geen voorbeeld bij nodig.
En veel andere Israëlieten, zeker de schriftgeleerden, ook niet.
Die begrepen de Heer Jezus maar al te goed. ‘Hij zegt keer op keer dat Hij de Messias is, maar wij willen Hem niet als Messias.’ Hem niet! Juist zij zullen ook niets van die gelijkenissen begrijpen.

En hoe komt die doofheid dan? De Heer citeert een tekst uit de profetie van Jesaja.
Het is uit Jesaja’s roepingsvisioen. Jesaja krijgt een moeilijke opdracht bij zijn intrede: Maak het hart van het volk ongevoelig, stop hun oren toe, smeer hun ogen dicht. (Isa 6:10 NBV) Als Jesaja verbijsterd vraagt: ‘Hoe lang Here?”, krijgt hij het huiveringwekkend antwoord: 'Totdat de steden en huizen geheel verlaten zijn en er geen mens meer woont, tot heel het land verwoest is, één grote woestenij. 12 Totdat de HEER de mensen heeft weggevoerd en er totale verlatenheid heerst in het land. 13 En als er nog een tiende deel achterblijft, dan gaat ook dat in vlammen op, zoals een eik of een terebint wordt geveld voor een vuur. Er blijft slechts een stronk over, en het zaad in die stronk is heilig.' (Jes 6:11-13 NBV)
Dat is wat! Het oude volk Israël is zo lang en zo consequent ongehoorzaam geweest aan hun God, dat Die het deze generatie niet meer vergeeft. De straf is onvermijdelijk en verwoestend groot. Die boom –het koninkrijk Israël- moet bijna helemaal om, alleen een stronk blijft staan. Pas uit dat zaad in die stronk zal nieuw leven komen. Dat is Jezus.
Er is redding, maar die komt pas later na het oordeel!
Ja, het einde van het OT schreeuwt om de komst van de Messias. 

3. Eigen onwil
En nu de Heer Jezus als de verlossende Messias van het nieuwe Koninkrijk bij zijn volk aanklopt, blijkt het merendeel nog doof voor hun Heer. De profetie van Jesaja wordt in hen vervuld, zegt de Heer hier.
Uit de stronk van het volk van God komt eerst maar een kleine uitloper tevoorschijn. Het overige is hard als dood hout.
Juist zij die het zo goed weten kunnen, hebben er nog niets van begrepen. Ze gedragen zich als de leiders van het oude Koninkrijk Israël. Alsof dat er nog was. Alsof ze niet door de Romeinen bezet zijn! Ze doen alsof ze alleen maar een nieuwe koning hoeven, de Messias, de rest is er nog. Jezus van Nazareth is in hun ogen geen passende Messias voor hun Koninkrijk. Zijn boodschap wijzen ze af.
Ze staan nog steeds niet open voor Gods werkelijkheid. Zij hebben zo hun eigen ideeën over Gods Koninkrijk
Toch is hun doofheid geen gevolg van het oordeel van God, maar van hun eigen wil. Want het hart van dit volk is afgestompt, hun oren zijn doof en hun ogen houden zij gesloten. Met hun ogen willen ze niets zien, met hun oren niets horen, met hun hart niets begrijpen. (Mat 13:15 NBV)
Ze willen niet. Hun doofheid is de straf voor hun eigen onwil. Ze hebben niets van de ballingschap geleerd. God gaat niet verder met het oude koninkrijk Israël, Hij begint een heel nieuw Koninkrijk Israël. Zo verrassend dat je het een geheim kunt noemen. Dat is één van de geheimen van het Koninkrijk: dat het een nieuw Koninkrijk is, waarin Gods recht wel heerst. Van de grond af aan nieuw opgebouwd. Juist zij die het zo goed zouden moeten kunnen weten – de schriftgeleerden- willen dat niet weten.
Zij zijn niet toondoof, hulpeloos gehandicapt, zij zijn lawaaidoof: ze hebben hun oren zo consequent blootgesteld aan andere geluiden dan Gods boodschap, dat ze de melodie van het Koninkrijk niet meer kunnen horen.
Maar gelukkig zijn er anderen die minder bevooroordeeld zijn en open staan voor een Messias die een heel nieuw Koninkrijk regeert. Gelukkig

4.Zijn wij lawaaidoof?
Kunnen wij ook lawaaidoof worden? Ik denk het wel!
Als je bijvoorbeeld een omgekeerd geloof hebt.
De Heer Jezus wil niet in jouw leven komen, Hij wil dat jij in het zijne komt. En dat je een nieuw leven gaat leven in zijn Koninkrijk.
Dat betekent opnieuw beginnen in een leven dat niet meer van je zelf is.
Dat is opnieuw geboren worden
Je leven is van je Heer! Het is zijn leven.
Als je dat niet goed beseft, kan het zomaar gebeuren dat de Heer Jezus een plekje krijgt in jouw koninkrijkje. In feite bepaal jij wat daar gebeurt. Zolang de Heer Jezus daar in past, is Hij van harte welkom. Maar vaak past Hij er niet zo in. Nou ja je hebt je eigen beeld van Hem gemaakt, en als een soort foto (da’s ongevaarlijk), ergens in één van de kamers van je leven opgehangen. Er als jij er tijd voor hebt –bijv. op zondag-, ga je zo nu en dan even bij Hem kijken. Door de week komt het er niet zo van.
Als je zo leeft maak je jezelf doof voor de boodschap van het Koninkrijk.
Je richt je op een andere boodschap en wordt lawaaidoof voor zijn boodschap.
Leven in het Koninkrijk is geen leven dat jij zelf kunt bedenken. Met een vast verloop, volgens onze eigen verwachtingen . Het is een spannend avontuur. Voor ons vaak nog een geheim. Zowel wat er gebeurt als wanneer als wat er wel niet allemaal mogelijk is. Zoveel meer dan wij ons kunnen voorstellen. Je Heer kan je zeggen: “verkoop alles wat je hebt en geeft het aan de armen.” En dan ziet je leven er ineens heel anders uit.
Zulke dingen zijn gebeurd en gebeuren nog.
Als je bij de Heer Jezus hoort, ben je zelf niet langer baas in je leven.
Hij bepaalt de koers. En Hij bepaalt je levensstijl.
Die is soms heel anders dan die van mensen om je heen: er gelden andere wetten en andere gewoonten in het Koninkrijk van God: heb je vijanden lief, keer de andere wang toe, leen diegene die het van je vragen.
En omdat Hij een goede Koning is geeft Hij je alles wat je daarvoor nodig hebt Hij heeft het zaad al in je leven gezaaid, het moet alleen nog opkomen. Als je zorgvuldig naar hem luistert en open staat voor zijn Koninkrijk, dan gaat dat gebeuren. Maar dat betekent dat je het niet alleen aanhoort, maar zorgvuldig beluistert en je leven er naar inricht. Elke dag weer, elke dag een beetje meer.
En je zult zien dat je leven steeds meer in zijn Koninkrijk gaat passen.
Maar het is zijn Koninkrijk (zoek eerst het Koninkrijk) en zijn leven, waarin het jouwe tot bloei komt!

Onze Heer nodigt ons vandaag aan tafel in zijn Koninkrijk. Daar is Hij Heer. En als wij aan tafel gaan, erkennen we dat. En weer zien we een gelijkenis: brood en wijn als teken van zijn lichaam en bloed voor ons.
Zijn leven voor ons, zodat wij eindelijk weer in staat zijn voor Hem te leven. Dát is het doel.
Begrijpen we hem ook? Gelukkig zij die het horen en daardoor scherper zien.

Vandaag beginnen we als het ware opnieuw met Hem.
Zijn leven voor het onze, zodat wij in zijn Koninkrijk kunnen leven.
Als we het zo zien en zo horen, zo willen geloven, zal Hij ons genezen van onze doofheid en blindheid.
Als we zijn Woord zo lezen en zo beluisteren, staan we op rotvaste bodem:
Want wie zijn woorden hoort en ernaar handelt, bouwt zijn leven op een rots. ( naar Mat 7:24 NBV). Amen

zondag 13 september 2009

Thema 1- Mat. 13 Hoe staat jouw akkertje erbij?

Preek - startzondag

1. Gerrit Jan Oosterhuis
We kwamen al zo ongeveer een jaar samen.
Maar onze bijbelstudiegroep kwam eigenlijk niet echt van de grond.
Een zwijgzame club bleef het die zich moeizaam over de Bijbel boog en er maar niet in slaagde om daar een zinnig gesprek over te voeren. Eigenlijk vielen al onze woorden als steentjes in een vijver: een korte plons en dan was het weer stil. We werden er moedeloos van en dachten erover om nou maar eens te stoppen met die club.

En toch waren we een bijzonder groep mensen: de oudste was 82 en de jongste net 18? Daar zit een leven tussen, genoeg te vertellen aan elkaar zou je zeggen. Dr. Oosterhuis, de oudste, had een grote naam in Dokkum. Hij was al jaren geen geneesheer-directeur meer van het plaatselijke ziekenhuis. Maar iedereen noemde hem nog altijd eerbiedig dokter Oosterhuis. Ik zal nooit die avond in de herfst van 1999 vergeten. Wéér een vergadering, Oosterhuis kwam binnen koud, en wat gebogen. Hij zag er somber uit. Toen we hem vroegen hoe het met hem was, vertelde hij over zijn overleden vrouw. Acht jaar was het nu al weer geleden en vandaag was het weer zo’n dag dat hij haarzo miste. En terwijl hij hartstochtelijk in zijn Heer geloofde, was hij soms toch ontroostbaar en dat vond hij dan weer moeilijk. Het was doodstil, en toen hij was uitgesproken, begon er een ander te vertellen over weer een dierbare dode. En zo lieten heel wat mensen die avond hun hart zien. Het ijs was eindelijk gebroken. Die avond werd de Bijbelstudievereniging Ichtus pas echt geboren en ze bestaat tot op de dag van vandaag. En we konden het sinds die dag overal over hebben met elkaar. Sinds die eerste kwetsbare woorden van onze br. Oosterhuis, die zijn hart aan buitenkant droeg zodat iedereen zijn geloof kon zien. Afgelopen dinsdag overleed hij, Gerrit Jan Oosterhuis, hij werd 92 jaar oud. Heeft hij eindelijk toch zijn Heer ontmoet. En zijn dierbare Froukje weer, denk ik dan. Zo’n man vergeet je niet snel! Die grote broeder Oosterhuis, met dat o zo zichtbare, kwetsbare, geloof. Dat raakt je en verandert je voor altijd!

2. ‘Die dag’
Helaas is ’t soms ook net andersom. Dan zie je helemaal niets van elkaars geloof, laat staan dat je erover kunt praten met elkaar. Je zit bij wijze van spreken bij elkaar in de kerk, maar je lijkt weinig gemeenschappelijks te hebben. Samen maar toch alleen.
Dat overkwam onze Heer Jezus ook, op die dag , waarmee de tekst begint.

‘’t Was me het dagje wel geweest. Stel je nou eens voor dat die in H. 12 begint, die dag! Dan zat hij vol met ontmoetingen en gesprekken over bijbelse onderwerpen. Blader maar eens mee! Het ging over: (x) ‘werken op sabbat’ (12,1 v) over ‘genezingen’ (9), over de invloed van de duivel (22v), over de vruchten van geloof (33), over het krijgen van tekenen (38), over bekering (41) en over boze geesten (43).
Da’s toch mooi zou je zeggen! Rijke gespreksonderwerpen. Nou nee, ’t was niet mooi, ’t was één en al strijd , tegenstelling. Jezus en veel van zijn volksgenoten kennen dezelfde Schriften, zijn in dezelfde traditie groot geworden maar lijken nauwelijks iets gemeenschappelijks te hebben. Jezus komt met de boodschap waar ze op zitten wachten –die over het Koninkrijk van de Messias-, maar zij willen er van Hem niets over horen. Ze werken hem zelfs openlijk tegen. En dan vertelt Jezus de gelijkenis van de zaaier.

3. De gelijkenis
Ik weet niet wat die gelijkenis bij jullie oproept. Misschien zie je het als een algemeen verhaal over de verkondiging van het evangelie. En dan is de boodschap: het komt niet overal! Driekwart van het zaad gaat zelfs verloren. Ja, zo gáát dat! Da’s voorbestemd. Misschien lijkt het er voor je zelfs op dat Jezus dat bewust zo doet, want Hij zaait helemaal niet nauwkeurig: naast de weg en zo en op rotsige grond.

Maar zo is’t niet bedoeld. Je moet de rest van die dag er bij nemen en dan begin je te zien dat de gelijkenis niet zozeer over de zaaier en het zaad, maar over de akker gaat. Volgens mij moeten we hem dan ook ‘de gelijkenis van de akker’ noemen.
De vraag is hier: hoe ontvankelijk is de akker eigenlijk voor het gezaaide zaad? Het gaat hier niet zozeer over het spreken maar over het luisteren.

Laat wie oren heeft goed luisteren!' (Mat 13:9 NBV)

Trouwens het zaad is maar niet de boodschap over Jezus. In vs. 19 gaat het breder over ‘het zaad van het Koninkrijk'.
Jezus zaait met zijn woorden het Koninkrijk van God. De grond dat zijn wij. De Heer Jezus zaait dat zaad van dat Koninkrijk met één doel: er moet vrucht komen: gevolgen! NB Véél vrucht, want Hij gaat er vanuit dat sommigen zaden zelfs het 100-voudige voortbrengen. Dat is een ongekend hoog rendement. Dat is nogal een doel!
De Heer Jezus zaait hier het Koninkrijk van God in de harten van zijn volk. En dat Koninkrijk moet in onze levens aan de buitenkant zichtbaar worden in vrucht. Dat zijn niet alleen woorden, die wij op onze beurt weer gaan doorgeven, Nee, dat is een heel nieuwe levensstijl volgens de wetten van het Koninkrijk. Waar in de stijl van het Koninkrijk geleefd wordt, dat zijn dus woorden en daden, dáár is de Heer Jezus nl. voor iedereen zichtbaar Heer.
Het komt er dus voor de afzonderlijke luisteraars op aan te laten zien dat Jezus, Heer is in je leven. Waar Jezus Heer is, dáár kunje ook zijn Koninkrijk zien. Ook de anderen!

Mag ik jullie eens vragen: hoe staan de vruchten erbij op jullie akker?

4. Het karakter van 'het Woord'
Misschien word je hier nu verlegen van en voel je de machteloosheid in je opkomen. Hoe zou ik dat ooit kunnen: een voor het Koninkrijk vruchtbaar leven leiden?
Beste broers en zussen, even in het algemeen: we zitten hier niet om elkaar te veroordelen. Dat komt ons ook helemaal niet toe.
En het is ook niet mijn bedoeling om jullie –met mijn vraag- even de maat te nemen. Maar ik heb de gelijkenis wel gekozen omdat ze me bewust maakt van het doel dat de Heer Jezus met ons, heeft. En dus ook van de verantwoordelijkheid die wij hebben.

Laat ik dan gelijk maar zeggen dat wij het Koninkrijk van God niet op aarde kunnen brengen. Die macht hebben wij niet. En die gelovigen in de geschiedenis van de kerk, die dachten dit Koninkrijk wel zelf te kunnen vestigen, veroorzaken altijd afschuwelijke drama’s. Denk eens aan Jim Jones en zijn Jonestown in 1978. Het mondde uit in moord en collectieve zelfmoord. Er wordt ons niet gevraagd om zelf een Koninkrijk te vestigen, maar om er aan mee te werken dat de Heer Jezus het vestigt.
Het Woord dat gezaaid wordt is wel een machtig Woord maar geen machtswoord. Die kracht zit in dit Woord, maar het draagt zoals gezaaid zaad, niet overal vrucht, dat hangt óók van de grond af, van jou af.
Jij kunt het Koninkrijk niet brengen, maar je kunt het wel hinderen en jezelf van uitsluiten als je er niet ontvankelijk voor bent. Zeg maar: als je het Woord van onze Heer Jezus niet voldoende ruimte geeft om vrucht te kunnen dragen in je leven. Dát is jouw verantwoordelijkheid: er naar luisteren, er over nadenken en je eigen leven erdoor laten beïnvloeden.
Laat wie oren heeft goed luisteren!' (Mat 13:9 NBV)

5. Vier soorten luisteraars
En dan zie je hier vier soorten reacties (vier bodemsoorten):

En jullie kunnen lezen wat er staat, laat ik eens een poging doen dat eens in vier eigentijdse mensen te vertalen:

1e De kritische luisteraar:
De boodschap van het Koninkrijk komt eigenlijk niet echt bij je binnen. Wel in je oren en in je verstand, maar niet in je hart. Je hoort het wel aan, maar je luistert er niet naar. Jezus’ gesprekspartners van die dag waren zo.
Je kunt er misschien een hartstochtelijke discussie over hebben, maar het heeft je hart niet. Alleen je hoofd! Het blijft buiten je zelf. Het verandert je hart niet, laat staan je leven. Dat blijft zoals het was. Een mening is het maar geen levensregel.

De Heer Jezus zegt dat als je ze niet aanneemt, die woorden van het Koninkrijk, dat ze bij je weggeroofd zullen worden door de satan. Je laat je schat op straat liggen en daar wordt het weggepikt door andere belanghebbenden. De duivel zorgt er wel voor dat het voor altijd bij je vandaag blijft.

2e De gelukszoeker
Je bent blij met de boodschap en enthousiast geniet je er van. Leuke diensten en leuke mensen. Zolang je dat zo kunt beleven, ben jij er bij, absoluut. Zolang het bij jou past, ben jij er blij mee, zeker weten. Je luistert wel en je hoort het ook wel, maar alleen de fijne dingen. Je gehoorzaamd alleen zolang je het fijn vind. Dat is de sleutel: het moet wel leuk blijven! Het blijft aan de buitenkant van je hart, in het centrum zit jij zelf en behoefte aan genot. Als je er moeite voor moet gaan doen, en je het je van alles gaat kosten (misschien wel omdat de omstandigheden heel moeilijk worden), fladder je weer naar een andere bloem op zoek naar happiness.

3e De besluiteloze
Je bent echt blij met de boodschap en die zit ook diep in je hart. Het heeft daar een vaste plek gekregen. En ook in je leven zie je het gewas van het Koninkrijk opkomen. Er groeit wat! Het heeft je hart en je leven echt al bereikt.
Maar je geloofsleven kom toch niet echt tot bloei. Want je hebt er eigenlijk te weinig tijd en ruimte voor. Je bent nl. heel druk met jouw (over)leven op deze wereld: je opleiding, je werk, je vrienden, je reputatie. Het leven in het Koninkrijk is meer iets voor straks en hier komt er eigenlijk weinig van terecht. Je hebt er misschien wel een schuldgevoel, over (eigenlijk…) maar je kunt maar niet tot het besluit komen er echt voor te gaan. En zo komt het Koninkrijk in jouw leven nooit van de grond. Je hebt er eigenlijk nooit echt tijd voor tussen je anderen zorgen en verplichtingen.

Beste mensen, je ziet het, het zijn m.i. niet alleen drie typen mensen, maar ook vier fasen in je geloof. Alleen aanhoren is veel te weinig, alleen het fijne aannemen en de rest laten liggen ook, en zelfs als je wel overtuigt bent maar niet echt kiest en echt zoekt naar het leven in het Koninkrijk, maar eigenlijk altijd andere dingen laat voorgaan, komt er geen vrucht in jouw leven. Breekt het Koninkrijk toch niet echt door. Dat gaat pas gebeuren als je een aandachtige, gehoorzame luisteraar wordt. Boodschap: het koninkrijk is niet voor mensen die hetzelfde willen blijven, maar voor hen die zich willen laten veranderen (2x). Dan krijgt het Woord invloed en draagt het ook vrucht

4e de aandachtige, gehoorzame, gelovige
Dat is het vierde type luisteraar. Door horen en begrijpen – dat is je er in vastbijten- komt het woord in het hart én in je leven. Dat kost veel tijd en is vaak hard werken. Een vluchtige blik in de Bijbel, zo nu en dan eens wat halfhartige bijbelstudie, en eens een bezoekje aan een bijbelstudieclub wekelijks bezoekje aan een kerkdienst is echt niet genoeg.
Praktisch betekent luisteren meer dan alleen maar één keer ontvangen. Dat is de beperking van de gelijkenis: zaad is een beeld voor Woord… maar er is verschil in karakter. Zaad zaai je één keer: het woord moet je lezen, horen, uitspreken, wil het een woord voor je zijn. Als het boek dicht is bestaan de woorden als het ware niet voor je

Zorgvuldige aandacht is nodig zodat het Woord goed wortel kan schieten in je leven. Er moeten stenen weggehaald worden, zodat de wortels dieper kunnen komen; -en dan weer luisteren- dorenstruiken gerooid zodat er ruimte komt – en dan weer luisteren- Veel zorg en veel aandacht en veel tijd en echte kostbare, soms eerst pijnlijke, keuzen. Het lijkt me ook niet dat je dit alleen kunt, maar dat je daar de steun van je broers en zussen in Christus voor nodig hebt.

Aldoor weer samen kijken: waar staan we en waar moeten we heen…, dat vraagt uithoudingsvermogen en steeds weer zorgvuldig luisteren naar de woorden van je Heer. Maar als je dat doet, zul je tot je verbazing merken dat iets gaat groeien in je leven dat veel groter dan je zelf en dat verrassende vruchten gaat dragen. Verrassend veel vrucht ook tot 100-voudig aan toe

6.Enquête
Hoe gaat dat dan bij ons? Zie de enquête afgelopen weken. Er is veel goeds, maar ik maak me ook zorgen. Er zijn gemeenteleden die samen in kringen enthousiast de bijbel bestuderen en toepassen op hun leven. Maar er zijn veel meer die dat niet doen!
We praten soms best wel over Gods Woord en ons leven met elkaar, maar ook heel vaak bereiken we elkaar niet. Onze woorden zijn vaak ook steentjes in een vijver: een korte plons dan is het weer stil. We zouden nog zoveel meer voor elkaar kunnen, en ook moeten betekenen.

De enquete wijst ook die kant op. 70% van ons leest dagelijks en dat laat trouw zien maar, toch ook bijna 25% 2 á 3 keer in de week. En dan leest meer dan 60% procent 5 tot 10 minuten per keer… Zou het genoeg zijn zo tussen alle andere informatie die we binnen krijgen, kan dit genoeg zijn zodat het Woord werkelijk die levensveranderende invloed krijgt, die vruchten voor het Koninkrijk oplevert? Dan zou het te zien moeten zijn aan de vruchten in ons leven…

Er is nog een hoop te doen. Meer dan een kwart van de ondervraagden vind het de bijbel te moeilijk, een kwart luistert liever naar de dominee en voor meer dan 15% spreekt de Bijbel niet meer zo aan. We willen wel lezsen, maar vinden het knap moeilijk (vol te houden).
Wie spreekt ons het  meest aan? Daarom dit jaarthema.


Broers en zussen, als je jezelf in moet delen: Hoe staat jouw akker er dan bij?

Laten we ons bewust worden van de kwaliteit van ons Bijbellezen, en de vruchten die het oplevert. Samen werken aan problemen met het Bijbellezen. Ons inspannen om de oproep van onze Heer serieus nemen:

Laat wie oren heeft goed luisteren!' (Mat 13:9 NBV)

Want: wel of niet luisteren heeft grote gevolgen!

Amen.

Gespreksvragen
Hoe staat jouw akkertje erbij?
Hoe komt dat?
Wat kun je er aan doen?
Kunnen we elkaar helpen?

woensdag 2 september 2009

Inleiding op het thema

Al langer kun je horen dat er minder gelezen wordt dan vroeger.
Logisch natuurlijk, het aanbod is nogal gegroeid! Een beetje sterk uitgedrukt: was je vroeger blij dat je iets te lezen had, nu is het allang al niet meer bij te benen. Elke dag spoelt er een wagonlading informatie over je heen. Je hebt geen keus dan er een keus uit te maken! Alles weten is eenvoudig onmogelijk.
Daar komt nog eens bij dat deze informatie op allerlei manieren bij je komt. Vaak kun je door heel wat minder inspanning dan door te lezen aan je informatie komen: luisteren of kijken bijvoorbeeld.
Reclamemakers zijn er ontzettend bedreven in geworden om je in soms minder dan een halve minuut een boodschap te brengen. Korte, vaak grappige en heldere boodschappen. Je weet in een oogwenk waar je aan toe bent.

Ik hoor van mensen die nauwelijks nog lezen. Voor mensen die lezen als hobby hebben is dat misschien moeilijk te begrijpen, maar ik kan me wel voorstellen dat mensen die veel moeite moeten doen om te lezen, liever op een andere manier aan hun informatie komen. Dat kán nu ook. En ook kan ik me voorstellen dat we met zijn allen -nu het niet meer zo hoeft- minder moeite doen om lezend aan onze kennis te komen. Onze leesconditie is waarschijnlijk flink slechter geworden.

Maar voor een christen kunnen daar nare gevolgen aan zitten. Laat onze God er nu net voor gekozen hebben om ons via een boek aan te spreken. Als je dan niet meer (veel) leest, of dat niet meer zo lang volhoudt: hoe kan God je dán aanspreken?
Daar komt nog eens bij dat dit boek oorspronkelijk geschreven is in een andere tijd en vanuit een andere cultuur en voor ons -zelfs in een goede Nederlandse vertaling- helemaal niet zo toegankelijk is. Je moet er nog al wat moeite voor doen. Ik krijg de indruk dat dit voor een hele groep christenen niet meer zo vanzelf spreekt als vroeger. Gelovigen lezen minder of soms zelfs helemaal niet meer voor zichzelf uit de Bijbel. Maar dan nog eens de vraag: Hoe kan God je dán aanspreken?

Goed er zijn andere manieren om de boodschap van de Bijbel te horen: 's zondags in een kerkdienst of via wat andere mensen er op een wat begrijpelijker manier over vertellen, maar feit is dat je de Heer heel wat minder rechtstreeks tot je laat spreken. En als je niet meer zo met Hem in gesprek bent, wie is er dan met je in gesprek?
In ieder geval kun je zeggen dat diegene waar je het meest naar luistert waarschijnlijk ook de meeste invloed op je heeft. En wie is dat dan in ons geval?

Deze vraag, Wie spreekt je aan?, is het uitgangspunt van ons jaarthema. Welke plaats heeft de bijbel in ons geloofsleven, welk plaats zou de bijbel moeten hebben en wat kun je doen om het contact met God niet kwijt te raken? Op zondag 13 september, maken we een begin met dit thema.

In de aanloop op de startzondag zou ik graag een beeld krijgen van jullie omgaan met de bijbel.
Daarom zou ik het zéér op prijs stellen als jullie de enquête hiernaast zouden willen invullen.