zondag 30 mei 2010

De wind maakt het verschil


Handelingen 2, 37-47

Tegenwind maakt moe 

Vroeger ging ik altijd op de fiets naar school. Dat vond ik best leuk (fietsen vind ik nog leuk). Alleen, -in dat vlakke Groningerland- leek het wel of ik altijd tegenwind had. En dat maakte fietsen een stuk minder leuk. Want van tegenwind krijg je vermoeide kuiten.
Vorige week kwamen we er op uit, dat de Geest het verschil maakt. Verschil tussen ‘op jezelf christen zijn’ en ‘aantrekkelijk christen zijn’ (herkenbaar voor de anderen)’. En als je dan eens terugdenkt aan die gemeente in Laodicea (die kerk die in het boek Openbaringen genoemd)! Die hoogstpersoonlijk een brief van de Heer Jezus krijgt waarin Hij ze schrijft: Ik spuw jullie uit omdat jullie zo lauw zijn. Omdat jullie het verschil niet meer maken. Dan is dat wel even schrikken. Want gingen wij vorige week ook met die vraag naar huis, maken wij het verschil dan wel? Volgen wij de Geest daarin?

Die vraag kan je behoorlijk moe maken, zelfs op zo’n mooie Pinksterdag als vorige week! Want hoe kom je dan thuis? Blij met de rijkdom die de Geest je wil geven én je bent gefrustreerd omdat je geen idee hebt hoe je bij die rijkdom moet komen? Blij en gefrustreerd, dat zou wel eens samen op kunnen gaan, hè.
Je wilt wel leven als een aantrekkelijke christen, maar eigenlijk komt er niet zoveel van terecht. Het lukt je niet! Of, je kunt het niet zolang volhouden. Of je vind er eenvoudig de tijd niet voor. Zo tussen je kinderen, je baan en je andere verplichtingen is er maar heel weinig tijd en gelegenheid voor. Maar je wilt het niet zo en je voelt je zeer zeker aangesproken. Zo langzamerhand heb je dan ook een behoorlijk schuldgevoel opgebouwd. Ik zou…, maar het lukt me maar niet…
De Geest maakt het verschil, maar je kunt er kennelijk niet in meekomen. Jouw leven is nog niet zo veranderd. Het leven met de Geest is voor jou net zoals het steeds maar tegen de wind in fietsen… op lange termijn wordt je er doodmoe van: je moet iets wat je maar niet lukt. ||

Maar… je hoeft het ook niet zelf te doen. De Geest maakt het verschil. De vraag is dan: hoe slaag ik er in met de Geest mee te bewegen? Hoe krijg ik wind van de Geest in de rug? Daarover gaat deze preek.

Megakerk in Jeruzalem
Hoe ging dat in het Jeruzalem van toen? Want nadat de Geest gekomen is, ontstaat daar in één dag een megakerk van 3120 leden. Aan het begin weten die aspirant kerkleden het ook niet: ‘wat moeten we doen?’ [37] maar aan het eind ziet iedereen het verschil [47]: heel Jeruzalem bewondert hen om hun levensstijl. Alleen daardoor komen er nog eens duizenden tot geloof. Zij slagen er duidelijk wel in samen met de Geest het verschil te maken. En daar gaan echt geen jaren overheen! Hoe werkt dat dan in hun leven? In de versen 37-47 kun je hun weg volgen, laten wij dat eens doen!
Het gaat om één draai en vier stappen! (2x)
De ommekeer (de draai)
Na de toespraak van Petrus op de eerste Pinksterdag zijn de luisterende Joden diep getroffen. De waarheid vlijmt door hen heen: ‘wij hebben onze Messias afgewezen’. Hij is ook door ons toedoen gekruisigd.
Dat besef ontstaat onder invloed van de Geest, die zich via Petrus openbaart:
Wanneer hij komt zal hij de wereld duidelijk maken wat zonde, gerechtigheid en oordeel is… had de Heer Jezus over Hem gezegd [Joh 16:8 NBV]. Hier zie je het in de praktijk gebeuren: zij zijn ontredderd en vragen: ‘Wat moeten we nou doen? De Geest geeft ook weer via Petrus antwoord, zoals de Heer Jezus ook gezegd had: De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. [Joh 16:13 NBV]. Zijn antwoord komt op het volgende neer: laat je met Jezus verbinden.

Belangrijk voor onze vraag: het antwoord op onze vraag komt dus van buitenaf! Dat vinden we niet in onszelf! Je kunt jezelf niet redden! Je bent als het ware op een steile helling terecht gekomen en je glibbert naar beneden. Daar kun je niets meer aan doen, hoe je het ook probeert. En je weet: helemaal beneden is de afgrond. Alleen iemand anders kan me redden! En dat is de Heer Jezus. Je moet al wegglibberend op Hem aansturen zodat Hij je kan grijpen voordat je in de afgrond terecht komt. Dat is de draai die je in je leven moet maken. Beseffen dat je het zelf niet redt en dan op Jezus aansturen. Dat doe je door bij de Koninkrijksbeweging (de kerk) te gaan horen, dat zijn de mensen die Jezus’ leven, dood en opstanding als het fundament van hun leven zijn gaan zien. Door de doop ga je van die beweging deel uitmaken: dus draai je om en laat je dopen…

Als je lid van onze gemeente bent mag je ervan uitgaan dat je deze fundamentele draai gemaakt hebt. Maar dan mag je verwachten dat je ook de volgende stappen gezet hebt. Lukas – de schrijver van Handelingen- laat ons de vier herkenningspunten van die Koninkrijksgemeenschap zien: 1. De leer van de apostelen 2. Het gemeenschappelijke leven 3. Het breken van het brood 4. Het gebed. Deze vier horen bij elkaar! Je moet ze niet los zien.

Vier herkenningspunten
Stap 1: de leer van de apostelen
Waar geen aandacht meer is voor onderwijs uit de Bijbel (laat ik de leer van de apostelen zo maar even aanduiden), en voor het levenslange steeds verder leren over en van Christus daar raakt de Heer in feite op de achtergrond. Mensen gaan zich in de praktijk richten op bepaalde meningen in de samenleving. Het is dan maar net wat het meest gewoon is dat het meeste invloed op je krijgt. Wat de anderen doen, doe jij ook. De Heer Jezus is er nog wel maar meer als een wat vage herinnering op de achtergrond die niet echt invloed op je dagelijkse doen en laten heeft. Dat hebben de anderen mensen wel. Van Christus leren dat doe je hier in de kerkdiensten, maar het kan niet uitblijven dat je er ook buiten omheen aandacht aan besteedt.
Stap 2: de gemeenschap
Om van Jezus te blijven leren, heb je elkaar nodig. Je broers en zussen zijn in feite je christelijke familie. Je deelt je leven met elkaar als een gezin. Je bespreekt het ook met elkaar als een gezin. Wie zich daaraan onttrekt raakt geïsoleerd van de anderen en zal ervaren dat het veel moeilijker is een levend geloof vol te houden. Want je raakt zo ook los van de Heer Jezus en van de invloed van zijn Geest. Dat kan je ook als kerklid overkomen als je niet echt meer functioneert in de gemeenschap.
Stap 3: het breken van het brood
Daarbij hoort het regelmatige avondmaal, de herinnering aan wat de Heer Jezus voor ons deed. Als je dat samen viert zet je als gemeenschap de Heer Jezus weer opnieuw in het centrum van je bestaan. Hij is onze redder en we hebben Hem zo nodig.
Stap 4. (Samen) Bidden
en wanneer je al die dingen doet maar vergeet te bidden, raakt de hemel buiten beeld. Christenen horen toch ‘hemel en aarde mensen’ te zijn. Want dat is de bedoeling dat hemel en aarde samengevoegd zullen worden in het Koninkrijk van God. Door samen te bidden delen we daar nu al in. We betrekken de hemel bij onze aardse zaken.

Om dit allemaal te kunnen moet je niet alleen op papier bij een gemeente horen, maar er ook in de praktijk ‘actief’ deel van uit maken. Het begint bij de kerk. Dat was het grote verschil voor die 3000 nieuwe leden van de gemeente in Jeruzalem. Zij kenden dat niet zo vóór die tijd en dit soort leven is voor hen een grote verandering. Dat zie je aan de reactie van de anderen in Jeruzalem. Zij zijn actief deel gaan nemen aan een gezamenlijke beweging: de Koninkrijksbeweging achter de Heer Jezus aan.
Gevolg: leven als een gezin
En kijk eens wat voor gevolgen dat krijgt. Het leren van en over Jezus brengt je op een heel nieuwe manier bij samen in een ander soort leven. Zelfs in een grote gemeente als die van Jeruzalem kan dat heel goed.
Een grote gemeente hoeft het samenleven dus niet te hinderen, zoals wij nogal eens denken. Dat leven raakt steeds meer onder de invloed van de Heer Jezus en gaat de trekken van zijn levensstijl vertonen.
Die christenen van toen leefden in feite als één groot gezin. En wanneer je als een gezin onder één dak leeft dan deel je met elkaar. De stoel aan tafel is niet mijn stoel –al kan ik een vaste plek hebben- maar één van onze stoelen, we zitten aan onze tafel en delen allemaal in de maaltijd samen. De kostwinners in een gezin zien hun inkomen niet als het hunne, maar als bestemd voor het hele gezin. Zo gingen die nieuw christenen precies met elkaar om. Met wat ze over hadden probeerden ze elkaar te helpen, zoals je dat in een gezin nu eenmaal gaat. Dat is de boodschap hier: wij zijn familie. Broers en zussen die het leven delen met elkaar en met de Heer. En dat deden ze daar elke dag: ze leerden samen, ze aten samen, ze vierden samen avondmaal, baden samen en ze loofden de Heer samen. En in zo’n gemeenschap woont als vanzelfsprekend de Geest van God en worden ook zijn geestelijke gaven zichtbaar. En dat is zeer aantrekkelijk: heel Jeruzalem heeft het erover.
De wind in de rug
Broers en zussen, we horen samen bij de Heer Jezus. Als ons leven niet zoveel verschil maakt, komt dat dan niet omdat we in praktijk losgeraakt van ons fundament. Zeg maar ‘uit de wind zijn gaan staan’. Als je meer een kerkdiensten bezoeker in plaats van een gemeentelid bent geworden. Je wipt iedere week even naar binnen en bent na de dienst even snel weer vertrokken. En voor de rest zie je je broers en zussen niet zo. Je leert verder niet met ze samen, je bidt verder niet met ze samen en je raakt steeds meer op afstand van waar de Geest werkt: in ons midden.
Misschien zijn onze levens ook wel veel te druk met andere dingen geworden: werk, eigen gezin, activiteiten. Zodat je er eigenlijk nooit gelegenheid voor hebt. Dat verander je niet zomaar. Maar, probeer het ook niet zelf te doen! En eis van jezelf niet heel bijzonder te zijn. Begin maar klein, met wat kan! Ga in de wind van de Geest staan. Hoe doe je dat net zoals toen? leer, vier, bidt en loof in de gemeenschap. Stel je bloot aan de invloed van de Geest. Je zult zien dat je de wind in de rug krijgt. Je zult merken dat de Geest je leert en helpt meer ruimte te maken. En dat zijn kracht je brengt waar Hij je hebben wil.

Dat is nog veel fijner dan voor de wind fietsen.

Amen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten