zaterdag 20 februari 2010

De Tien Waarden - Het eerste gebod



Morgen gaan we verder met de serie over de Tien Geboden en dan over het eerste gebod


Barneveld - 21 februari 2010 - doop Nathan Aaron Huising

Intro: B 98 Door uw genade vader
Stil gebed, votum en zegengroet
Zingen: Ps. 121 Ps v Nu
Doopformulier (pt):
vragen
Gesprekje kinderen
Zingen: B 216 Weet je, dat de Vader je kent (een parel in Gods hand)
Doop:
Zingen gemeente: B 126 O kom nu en jubel (3x?)
Zingen: solo Mattanja eventueel…Mijn lieve kleine schat
Lezen: Mat, 6, 24-34
Zingen: Ps 118, 1 en 3 (lof voor de goedheid van God)
Preek
B 58: Groot is uw trouw o Heer
Gebed
Collecte
Zingen: Gez 257 Halleluja, eeuwig dank en ere
Zegen
        

zondag 14 februari 2010

Doorstartzondag: Bijbellezen in de praktijk!

Deut 6,4-9 - 2 Tim 3, 18-19



Thema en vraag
Vorig jaar zijn we het seizoen begonnen met het jaarthema over Bijbellezen.
De centrale vraag is: ‘Wie spreekt je aan?’ Is dat nu de bijbel, of is dat eigenlijk iets heel anders? Heel praktisch: waar luisteren we nu het langst naar?
En waar kijken we nu het meest naar? Waar zijn we het meest mee bezig?
Met God (via de bijbel) of met allerlei andere dingen via TV , Internet en m.b.v. mobieltjes enz.
Vorig jaar kwam uit de enquête over bijbellezen naar voren dat de grootste groep in onze gemeente de bijbel dagelijks zo’n 10 minuten leest, en dat zeker een derde de bijbel maar moeilijk te begrijpen vindt.
Als ik dat tegenover heel andere cijfers zet: gemiddeld wordt er in Nederland zo’n twee uur per dag TV gekeken. Tel daar gemiddeld een uur Internet per dag bij op en je krijgt een indrukwekkende verhouding : 3 uur internet en TV tegenover 10 minuten Bijbellezen.

Zo is het natuurlijk veel te simpel gesteld, misschien kijk je wel vooral religieuze programma’s op TV en bezoek je alleen sites met bijbelse thema’s.
Maar toch ik vermoed dat ik rustig kan zeggen dat we over het algemeen veel meer internetten en TV kijken dan bijbellezen. En dat je dus best de vraag mag stellen: wie spreekt ons het meeste aan? In ieder geval: wie spreekt ons het langste aan? Met wie gaan we het meeste om? De vraag is op zijn plaats: hoe zorgen we ervoor dat we het contact met God niet verliezen en dat allerlei anderen steeds meer invloed op ons krijgen in plaats van God.

Tattoo
Een maand geleden stond er in het ND een artikel over Rik Schutte, een jongen van 20, die een tattoo van een kruis op zijn arm liet zetten. Hij vindt dat een uitdrukking van zijn geloof, die tattoo herinnert hem daar steeds aan. Het is ook een aanleiding voor anderen om naar zijn geloof te vragen. Nou kun je je afvragen of een tattoo nu de beste manier is om je geloof te uiten en dat gebeurt ook in dat artikel. Maar opmerkelijk is wel dat er in het boek Deuteronomium net zoiets aangeraden wordt over het doorgeven van Gods wet aan je kinderen, je zou in eigentijdse woorden kunnen zeggen: zorg dat het een tattoo wordt! Zodat het er nooit meer afgaat.

Inprenten
Mozes is aan het woord op de grens van twee tijdperken: het leven in de woestijn en het leven in het beloofde land. En daar –zeg maar bij de berg Nebo- bindt hij het volk Israël Gods wet op het hart:
Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. 7 Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. (Deu 6:6-7 NBV).
De bedoeling is duidelijk: jullie moeten de wet van God nooit vergeten. Het is niet genoeg dat die er is: ergens op twee stenen platen in de ark van het verbond. Hij moet onder jullie leven: hij moet in jullie gedachten zijn, onderwerp van jullie gesprekken zijn, het maakt niet uit waar je bent en hoe laat het is. Die wet hoort bij je hele leven, elke dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Geef hem daarom ook door aan je kinderen, nee sterker nog: prent ze je kinderen in.

Dat inprenten komt van een woord dat scherpen betekent, slijpen. Tegenwoordig een fluitje van een cent, vroeger was het een tijdrovend klusje. Slijp de wet in je kinderen in zoals je een mes of een zeis slijpt. Jongens en meisjes: een zeis is een lang mes dat je vroeger gebruikte om het gras te maaien. Dat lange mes werd snel stomp en dan moest het weer geslepen worden en daar moest je dan echt even de tijd voor nemen. Je had een soort slijplat, een strekel, en daarmee probeerde je hem door die steeds heen en weer langs het blad te schuren, te slijpen haarscherp te krijgen. Je had geen elektrische slijpsteen, je moest het met de hand doen: door steeds weer dezelfde beweging te herhalen wordt de rand van het blad vlijmscherp. Inscherpen betekent dus ook steeds herhalen totdat het scherp is. En dat lees je ook in deze tekst, het woord steeds staat er twee keer in. Steeds herhalen totdat het beeld van het gebod scherp is in het hoofd van je kind.

In Israël praatte je over een gebod zo vaak en zo lang en zo regelmatig dat je dat nooit meer vergat. Hij was er helemaal ingeslepen: haarscherp. Er stond als het ware een tattoo van dat gebod in je hersenen. En zo reisde de wet altijd met je mee, op elk moment van je leven. Wat je ook deed en waar je ook was.

Ook een goed advies voor ons. Wil het woord van God (de Bijbel) een rol blijven spelen in heel ons leven en niet alleen die tien minuten, dan moeten we er vertrouwd mee zijn. En je bent er vertrouwd mee als je belangrijke teksten uit je hoofd kent, omdat ze op die manier a.h.w. in je hersenen getatoeëerd staan. Natuurlijk moet je ze wel eerst begrijpen, anders heb je er niets aan (en kun je ze ook moeilijk leren), maar dan zo vaak herhalen dat je het nooit meer vergeet. Dus moet je vaak over nadenken en praten met dan zijn die teksten op den duur altijd bij je, ook als je Bijbel dicht is. Dus ook als je TV zit te kijken of zit te Internetten. De teksten zijn je hele leven bij je.

Mijn eerste tip is dus: “Leer belangrijke teksten uit je hoofd, dan spreekt God altijd tegen je.”

Hart
Ze moeten niet alleen in je hoofd getatoeëerd staan. Want dan hoeven ze nog helemaal niet belangrijk voor je te zijn. Er zit genoeg loze kennis in je hoofd.
Dingen die je maar het liefst vergeet omdat je er toch niets aan heb of niets mee doet..
Jeremia schrijft later déze profetie over het nieuwe volk van God: Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal sluiten– spreekt de HEER: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk. (Jer 31:33 NBV).
‘In hun hart schrijven’ Gods woord moet niet alleen in je hoofd huizen maar juist in je hart wonen. Want wat in je hart leeft is pas echt belangrijk voor je.
Dus broers en zussen, broertjes en zusjes, we moeten tegenwoordig misschien weer nieuwe gewoontes aanleren. Tussen al die informatie die elke dag over ons heen spoelt moeten Gods woorden een vaste plek krijgen en houden.


Tip 1. Leer belangrijke teksten uit je hoofd, zodat ze een tattoo in je hart worden. Dan spreekt God altijd tegen je. Ook als de Bijbel dicht is.

Praktisch: niet alleen leren maar er ook mee leven. Maak een printje en hang hem in de keuken, boven je bed of nog beter bij de computer (Als je oog je verleidt…) en naast de TV (Heb je naaste lief als jezelf). Dat zet sommige programma's in een heel ander licht. Gods Woord moet bij je blijven.

Leraar en opvoeder
Gods Woord moet bij je blijven. Dat blijft belangrijk niet alleen voor het volk Israël, maar ook voor ons
Paulus komt daar op terug in een brief aan Timoteüs: zeg maar een dominee uit de eerste eeuw. Hij schrijft ook op de grens van twee tijdperken, in de laatste dagen. De overgangstijd tussen Jezus’ hemelvaart en zijn wederkomst. De tijd waarin wij nu ook nog leven. Een overgangstijd tussen de woestijn (de wereld waarin wij nu leven) en ons beloofde land: het Koninkrijk van God. Gods Woord moet bij je blijven. Maar hij draait het eigenlijk om: Maar jij, blijf bij alles wat je geleerd hebt en met overtuiging hebt aangenomen. (2Ti 3:14 NBV). Dus dat is ook belangrijk: jij moet bij Gods Woord blijven!
Want je kunt de hele bijbel uit je hoofd kennen maar er niet mee leven.

Een Amerikaanse ging eens met haar man op bezoek bij een universiteit in Engeland. Ze liep wat onwennig in één van de oude gebouwen rond toen ze gordijnen zag hangen en in opperste verbazing uitriep:
‘Schat deze ruines zijn bewoond’.
Zo kan het ook met de Bijbel gaan. Die kan op een bepaald moment op ons als een museumstuk gaan overkomen. We zien een wat slordige verzameling van legendes, oude liederen, volksverhalen, vergeten geschiedenissen, levensbeschrijvingen en de nagelaten correspondentie van een rondreizende prediker die Paulus heet. Bijbellezen is net zoiets alsof je op de oude binnenplaats van een middeleeuws kasteel rondloopt en de overblijfselen bekijkt van hoe de mensen vroeger leefden.

Maar Paulus leert ons hier iets in deze brief: dit oud uitziende boek ademt, het leeft! Dat betekent dat geïnspireerd: er zit leven in deze zo oud uitziende bundel. Gods leven. Als je goed luistert hoor je Gods adem en verneem je Gods stem. Uit deze bundel rijst je Heer Jezus voor je op en gaat naast je staan in jouw leven. En Hij blijkt wat te zeggen te hebben over jouw leven. Ook nu nog in de tijd van TV, internet en mobiel

Over relaties met anderen, en omgaan met geld, over trouw zijn en zuinig blijven op de schepping om je heen. Als jij zit te internetten, herinnert Hij je er aan wat behoorlijk is en ook wat onbehoorlijk. Hij heeft je een idee over zinvolle tijdbesteding, over de werkelijke waarde van geld. Hij stelt je gerust en roept je op je geen zorgen te maken over je dagelijkse onderhoud. En bij de soap op de TV vertelt Hij je over trouw en eerlijkheid. En bij die triller over de doodlopende weg van wraak.
Nee, de maakt van de bijbel geen encyclopedie met daarin alle onderwerpen netjes op alfabet. Je kunt niet even kijken onder de K van kerkdiensten, de B van Beamer, de O van Opwekkinglied of de S van samenwonen.
Je leert er een persoon kennen, die je zeer goed gezind is, alles voor je over heeft en je nu het nieuwe leven wil leren. En het oude af wil leren.
Hij kan naast je gaan staan en je uit leggen hoe het leven in elkaar zit en wat de bedoeling ervan is. Dan is Hij je leraar.
Maar Hij kan ook tegenover je gaan staan, je tegenhouden en je verbeteren en je precies de andere kant opsturen dan jij dat wil, dan is Hij je opvoeder.
Maar wees niet bezorgd: hij probeert je niet in de tang te krijgen zodat Hij je kan overheersen. Nee Hij probeert je zo toe te rusten dat je alles hebt wat je nodig hebt voor je taak. Jouw taak: dat is de bedoeling die Hij met je heeft in zijn Koninkrijk en dat is een goed doel.

Vergis je nooit in de Bijbel: in de Bijbel ontmoet je de levende God. En dan moet je kiezen: accepteer ik dat? Of wijs ik Hem af? Of probeer ik te onderhandelen. Mag de Bijbel, mag je Heer, je leraar en opvoeder zijn.
Het is wel nodig dat iemand je gids is want deze laatste dagen –zo lezen we hier- zijn zwaar en je wordt zomaar meegezogen in een draaiklok van wraak, weerwraak, hebzucht, lust en pijn. Je moet goed weten wat je doet.Je Heer leert je dat via zijn Woord.

Dus: Gods Woord moet bij je blijven! En Jij moet bij Gods Woord blijven!


Praktisch:
Tip: leer belangrijke Bijbelteksten uit je hoofd (zodat je in je hart geschreven staan)
Oproep: neem de Bijbel serieus als de lessen van je Heer Zelf, voor het leven in een donkere tijd.

En vraag je dan steeds af:
Wie spreekt mij nou het meest aan?

Amen

zaterdag 13 februari 2010

Dienst morgen: Wie spreekt je aan?



Vorig jaar zijn we het seizoen begonnen met het jaarthema over Bijbellezen.

De centrale vraag is: ‘Wie spreekt je aan?’ Is dat nu de bijbel, of is dat eigenlijk iets heel anders? Heel praktisch: waar luisteren we nu het langst naar?
En waar kijken we nu het meest naar? Waar zijn we het meest mee bezig?
Met God (via de bijbel) of met allerlei andere dingen via TV , Internet en m.b.v. mobieltjes enz.

Morgen gaat de preek over ons jaarthema.

Liturgie van de dienst

Zingen: B 121 Heer u bent mijn leven
Stil gebed, votum en zegengroet
Zingen: Ps. 117
Aansporing: Deut 6, 4-9
Zingen : Ps. 131, 1,2 en 3
Gebed
L/T: 1 Tim 3, 1-17
Preek
Zingen: Gez. 326, 1 en 5
Gebed
Kinderlied: B222 'k heb mijn woord hier gesproken op aard
Collecte
Zingen: B 150 Op elk moment van mijn leven
Zegen

zondag 7 februari 2010

De geest uit de fles of de Geest van God? (preek)

Efe 5,18-19 – preek

Het probleem van de ander?
Veel mensen zien alcoholverslaving als het probleem van de ander.

Het is de buurman die alcoholverslaafd is. De man die iedereen op de buurt kent van zijn avonturen als hij weer eens gedronken heeft. De man die overal drank heeft verstopt tot op zijn volkstuin aan toe en van wie rekeningen openstaan bij alle cafés in de buurt.
Mijn hele jeugd zag ik hem voorbijkomen, totdat hij -toch nog jong- stierf aan de gevolgen van zijn verslaving. Een zonderling was het geworden die stierf na een triest leven.
Nu pas realiseer ik me hoe lang dat geduurd heeft. Mijn hele jeugd lang worstelde hij met de drank. Ik ging naar school, haalde mijn diploma’s, zat in dienst, studeerde, trouwde en kreeg kinderen… maar trof hem –iedere keer als thuis was- altijd weer hetzelfde aan: onder invloed. Twintig jaar heb ik ervan meegemaakt: en het heeft met elkaar veel langer geduurd. Toch heeft het nooit meer indruk op me gemaakt dan als zijn probleem.
’t Was drie deuren bij me vandaan., maar hij had net zo goed in Amerika kunnen wonen.
Ik was er niet bang van geworden en ga er vanuit dat ik er geen probleem mee krijg. Ik kan er wel mee omgaan.
En toen ik vorig jaar uitgenodigd werd voor de voorlichting van de gemeente Barneveld – de voorbereiding op dit project, was dat dan ook mijn eerste reactie. ‘Daar hoef ik niet heen’, Wat kunnen ze mij nou over alcohol vertellen dat ik nog niet weet? Nou ik bleek nog heel veel niet te weten! En na die voorlichting was me eens te meer duidelijk: hoe gemakkelijk mijn buurman verslaafd had kunnen raken. Daar is onthutsend weinig voor nodig. Alcohol is net zo verslavend als een harddrug. En dat betekent dat niet alleen zonderlingen maar ook mensen als u en ik er aan verslaafd kunnen raken. En wat voor mij en jullie geldt, geldt dubbel en dwars voor onze kinderen. Nooit geweten hoe groot het risico eigenlijk is. Tijd om wakker te worden dus. Zeker als je hoort dat er nog nooit zoveel kinderen, zo jong, zo fors aan het drinken zijn geslagen als tegenwoordig. En dat veel ouders het dan maar toelaten (om de lieve vrede wil: ach we zijn allemaal jong geweest), terwijl zij –zo begrijp ik uit de voorlichting- veel meer invloed kunnen hebben dan ze zelf denken.

Het probleem van de Bijbel?
Is alcohol eigenlijk een probleem in de Bijbel? Nou je zult geen tekst kunnen vinden die alcohol verbiedt. Nee, wijn wordt zonder reserve genoemd als zegen van God:
Hij zal u zijn liefde betonen, u zegenen en u talrijk maken. Zijn zegen zal rusten op de vrucht van uw schoot en de vrucht van het land– koren, wijn en olie–, op de dracht van uw runderen, schapen en geiten, in het land dat hij u zal geven, zoals hij uw voorouders onder ede heeft beloofd. (Deu 7:13 NBV)

En ook de Heer Jezus gaat onbevangen met wijn om, hij verandert 720 liter water ineens in wijn op een bruiloft waar de wijn op is. Daar is een héél verhaal over te vertellen, je mag van onze Heer geen fuifnummer maken. Maar dat blijft staan, Hij juicht het niet toe dat de wijn op is en wil de bruid en bruidegom graag helpen om hen de schande te besparen dat zij geen wijn voor hun gasten zouden hebben.
Een feest en wijn horen bij elkaar. De Heer Jezus dronk wijn waar iedereen bij was. Sommigen gebruiken dat zelfs om hem een dronkaard noemen (Mat 11,19), omdat Hij niet zo sober leefde als Johannes de Doper. De Heer Jezus gebruikt wijn om ons terug te latend denken aan zijn offer voor ons Hij zal met ons wijn drinken in het Koninkrijk van zijn Vader [Mat 26,29].
In de bijbel gaan ze niet benepen met wijn om. Paulus kan het Timoteüs aanraden als medicijn voor zijn maagklachten.
En natuurlijk je moet dat allemaal wel wat nuanceren: wijn hoort anders dan in onze tijd bij het dagelijkse hoofdvoedsel. Je eet brood en je drinkt wijn! Dus wordt het door iedereen gedronken. Maar –en dat blijft staan- het was niet onrein: je kunt het als offer aan God brengen [Ex 29, 40], als dankbare gave!
Nee, in de bijbel vind je geen teksten over geheelonthouding…

Toch een probleem
Maar als je het lijstje teksten nóg eens bij langs gaat kom je in de Bijbel toch problemen met alcohol tegen. Méér dan je verwacht. Die zijn er dus niet alleen in onze tijd!
In Genesis lezen we over de dronkenschap van Noach , waardoor hij tot zijn schande niet meer weet wat hij doet en naakt in zijn tent komt te liggen [Gen 9,21]. Het beroofd hem van zijn rechtvaardigheid en van zijn waardigheid en dat brengt de spot van zijn zoon Cham te voorschijn.
Ook lezen we het verbijsterende verhaal van de dochters van Lot, die met behulp van drank Lots rechtvaardigheid verdoven, zodat zij hun gang met hem kunnen gaan [Gen 19, 33] Broers en zussen, het gaat hier over twee rechtvaardige mensen die door alcohol in de problemen raken. Dat kan dus iedereen gebeuren! Ook de gelovigen van nu!
Er zijn meer mensen die wijn gebruiken om het geweten van rechtvaardigen te verdoven. David voert Uria dronken om hem zo van zijn principes af te brengen. Die zaten overigens zo diep dat het hem niet lukte [2 Sam 11,13]
Vandaar dat de Spreukendichter ook de andere kant van wijn en van de drinker (NB) laat zien. Met wijn moet je verstandig omgaan, want: Van wijn word je een spotter, van drank een braller, wie zich bedrinkt, verliest zijn verstand. [Spreuken 20:1 NBV]
29 Wie roept altijd ach en wee, wie maakt altijd ruzie? Wie heeft altijd wat te klagen, wie raakt altijd nodeloos gewond? Wie heeft altijd troebele ogen?
30 Een dronkaard, die tot in de vroege morgen drinkt, die blijft proeven van de wijn.
31 Laat je niet verleiden door de glans van wijn, wanneer hij fonkelt in de beker. Hij glijdt zo makkelijk over de tong,
32 Maar later bijt hij als een slang, spuit hij gif als een adder.
33 Dan zie je vreemde dingen en begin je wartaal uit te slaan.
34 Je voelt je heen en weer geslingerd door de golven, alsof je vastzit boven in het want.
35 'Ik ben geslagen, maar heb niets gevoeld, ik ben afgerost, maar heb niets gemerkt. Laat ik maar eens opstaan, eerst een beker wijn.' (Spreuken 23:29-35 NBV)

Broers en zussen, oud en jong, het vraagt wijsheid om met alcohol om te gaan. Je moet het niet onderschatten, want je bent gemakkelijk te verleiden. De Spreukendichter besteedt er niet voor niets aandacht aan. Verslaving is geen probleem van enkele zonderlingen. Iedereen loopt gevaar.
Als groten als Noach en Lot onderuit gingen, denk dan niet: mij kan nietrs gebeuren, ik heb het allemaal wel in de hand. Waarom niet, wat maakt jou sterker dan Noach?
Besef de risico's van alcohol, want als je er niet goed omgaat is het een giftig goedje. Dat gif verdooft je geweten, maakt je zwak en weerloos tegenover de zonde die nog in je woont en die van buiten komt. En wat er dan allemaal kan gebeuren…

De tegenstelling
Maar in onze tekst steekt Paulus nog veel dieper af: de geest van de drank staat tegenover de Geest van God. Da’s een scherpe tegenstelling en je denkt ook even: vreemde tegenstelling: wordt niet dronken van wijn maar vol van de Geest [18]. Die twee tegelijk gaat dus kennelijk niet samen op…
Als je goed leest is dit maar niet een losse waarschuwing van Paulus: kijk uit met drank want voor je het weet...allemaal vervelende dingen en dat is triest want achteraf heb je er spijt van. Dat bespaart je een hoop ongemak.
Nee het gaat véél verder. Hij zegt teveel drinken past niet bij een kind van God. Want in die richting ligt losbandigheid en dat staat de Geest van God in de weg… en geeft een heel andere geest de ruimte

Broers en zussen uitspattingen of losbandigheid heeft alles met de verdoving van het geweten te maken. En dat past niet bij het nieuwe leven van een kind van God. Ook niet zo nu en dan op een feestje of ‘alleen wanneer we uitgaan en een ander rijdt.’ Het past helemaal niet bij een kind van God. Want je maakt jezelf ontzettend kwetsbaar! Je zet veel op het spel: even eerder maakt Paulus duidelijk dat iemand die zedeloos is, hebzuchtig is of in ontucht leeft –dat ligt even verderop op de route van losbandigheid- zo het Koninkrijk van God niet inkomt. Je zet met dat soort gedrag het belangrijkste op het spel dat God je gegeven heeft: je thuis bij God. Dwaas en onverstandig noemt Paulus dat. Dat is een feest toch niet waard. Vol van de drank kan de Geest je niet meer vullen! Laat ik het anders zeggen: vol van de drank wordt je beroofd van je contact met God. Inderdaad: de geest uit de fles maakt zomaar meer kapot dan je lief is.
En ik denk dat er op de achtergrond nog iets anders meespeelt: onze angst voor andere mensen. ’t Is niet zo gemakkelijk om met anderen om te gaan.

Dus dan drink je maar wat, dat praat gemakkelijker en je voelt je wat zekerder. Alcohol als sociale drug… om makkelijker met anderen te kunnen omgaan. Vervelende bijwerking is dat een flinke dosis niet alleen onze hersenen maar ook de ook de omgang met elkaar vergiftigt. We worden er geen leukere mensen van. Zonder remmen (een bekend effect van alcohol) is het moeilijk maat houden, ben je letterlijk bandeloos, en dat merk je aan ons gedrag.
Er ontstaan soms enorme problemen: eerst durven we niet met elkaar om te gaan en met een hoop drank op kunnen we niet meer goed met elkaar omgaan. Laat staan met God.
We maken onszelf ongeschikt voor zijn Koninkrijk
En dat terwijl we niet meer bang hoeven te zijn voor andere mensen. Want diezelfde Geest die ons met onze Heer verbindt, verbindt je ook met onze medemensen. Laat de Geest je vullen, zet Paulus tegenover de drank, laat die in vloed op je krijgen. Onder invloed van de Geest krijg je contact met anderen. Feestelijk, zonder dat dit het Koninkrijk op het spel zet. Integendeel door de Geest krijg je relaties waar je achteraf geen kater van hebt.
Hij leert ons weer met elkaar omgaan. Zo staat Geest van de eenheid tegenover de geest van de verdeeldheid. Zo diep steekt Paulus af: dronkenschap zet je band met God op het spel!
En ook zonder in overvloed vloeiende drank kan het feest zijn. Wij denken gauw van niet en de reclamespotjes praten ons dat ook aan. Maar de Geest leert je een andere taal spreken. De Geest leert je samen blij te zijn met elkaar en met God.
De Geest leert ons een nieuwe taal in liederen met elkaar spreken en ons samen feestvieren, schrijft Paulus. Hij leert ons samen zingen en jubelen voor God.
Da’s feest reken maar. En het is een feest dat je samen viert samen met God en mensen. Dat is het mooiste feest dat er is.
Veel mensen zien dat niet zo. En ze zullen je proberen mee te nemen in een ander soort feest. Laat je niet verdoven, zet je band met God niet op het spel. Raak zo niet van God los.

In de bijbel hebben ze geen problemen met alcohol, maar wel met dronkenschap Omdat je eigen Heer er problemen mee heeft en je ervoor waarschuwt Via de Spreukendichter en via Paulus.. Zet je band met God en medemensen niet op het spel!
Neem deze waarschuwing serieus
Drink met mate, geniet met volle teugen
en laat je vullen met Gods Geest,
dan is het altijd feestelijk.

Amen

Lijst met teksten
Gen 9,21 de dronkenschap van Noach
Gen 19, 33 De dochters van Lot
Gen 43,34 de broers raken dronken met Jozef
Exodus 29,40 Als offer (WD niet onrein)
Lev. 10,9 Geen wijn voor de priesters voor de dienst in de tent van samenkomst
Num 6,2 Geen wijn voor de Nazireer
Num 18,12 Wijn als tiende voor het volk en aandeel voor de priester
Deut. 7,13 Wijn als zegen op gehoorzaamheid
Deut 11,14 idem
Deut 14,26 Wijn in een feestmaal voor de Here
Deut 28,19 Geen druivenoogst en dus geen wijn als gevolg van ongehoorzaamheid
Richt 13,4 Simson mag geen wijn
Rut 2,14 wijn (azijn) als dagelijks voedsel
2 Sam 11,13 David voert Uria dronken
Esther 1,10 wijn als veroorzaker van een verkeerde sfeer voor Vasti
Psalm 4:8 In u vindt mijn hart meer vreugde dan zij in hun koren en wijn.
Ps 23,5 wijn als zegen van God
Psalm 104:15 En wijn die het mensenhart verheugt, geurige olie die het gelaat doet stralen, ja, brood dat het mensenhart versterkt.
Spreuken 3,10 wijn als zegen van God

Spreuken 20:1 Van wijn word je een spotter, van drank een braller, wie zich bedrinkt, verliest zijn verstand.
Spreuken 23:29-35de dronkaard en de verleiding van wijn voor allemaal
Spreuken 31, 4-7 Wijn als troost een leider mag niet hunkeren naar drank.
Prediker 2,3 Het dwaze van de vreugde van de wijn
Jes 5,10 slechte opbrengst als vloek
Jes 5,11-12 Waarschuwing voor de benevelden: zij hebben voor de Here geen oog
Jes. 5,22 Waarschuwing voor hen die helden zijn in het drinken
Jes 24,7 wijn tekort als oordeel
Jes. 28,1 dronkenschap als reden voor het oordeel
Jes. 55,1 wijn als nieuwe zegen van de Here
Jes. 56,12 wijn (dronkenschap) als teken van corruptie van Israëls regeerders
Jer. 13,12 Wijn als middel waarmee de Heer zijn oordeel voltrekt
Jer 35,2 e.v. Rechabieten drinken geen wijn
Jer 48 en 51 dronken voeren als oordeel van God
Jer 48, 33 Geen wijn in de kuipen als teken van het oordeel over Moab
Jer 51,39 Wijn als middel voor het oordeel over Babylon
Klaagl 2,10 wijn als dagelijks voedsel voor kinderen en zuigelingen
Ezechiel 44,21: Priester mogen niet drinken tijden hun dienst in de tempel
Dan 5.1 e.v. een slecht voorbeeld van wijnconsumptie
Hos 2,7 wijn als begeerlijke luxe
Hos 4,11 wijn als afgoderij t.o.v. van de Here
Hos 7,11 wijn als middel om de leiders te benevelen
Joel 1 gebrek aan wijn als oordeel van God
Joel 2 overvloed van wijn als belofte
Micha 2,11 verslingerd zijn aan wijn en drank als teken van decadentie (wijnprofeet)
Micha 5,16 gebrek aan wijn als oordeel van God
Hab 2,5 wijn als bedriegelijk
Habakkuk 2:15 'Wee hem die iemand te drinken geeft en daar gif aan toevoegt, die iemand dronken voert om hem naakt te zien.'
Matr 27,34v met gal vermengde wijn die Jezus weigert
Luk 1,15 Johannes mag geen wijn drinker
Luk 10,34 : wijn als geneesmiddel
Luk 12,45 de dienaar die zich bedrinkt en zijn Heer vergeet
Joh 2,1-12 de bruiloft te Kana (Natanaël komt uit Kana Joh 21,1)
Rom 14,21 Wijn drinken als aanstootgevend voor broeders en zusters
1Tim 3,18 een diaken mag niet over veel wijn drinken
1 Tim 5,23 Wijn als medicijn voor Timoteüs
Tit 2,3 Oude vrouwen mogen niet verslaafd zijn aan wijn
1 Tess 5,7 bedrinken is iets wat bij de nacht hoort en maakt minder waakzaam voor de komst van de Heer
Openb 18,3 wijn als gewild handelproduct

vrijdag 5 februari 2010

De geest uit de fles of de Geest van God?


Komende zondag zullen we het in het teken van de actie in Voorthuizen hebben over alcohol en geloof.
Direct valt op dat er in de bijbel heel ontspannen over alcohol gesproken wordt: een zegen van God.
De Heer Jezus maakt 720 liter wijn voor een bruiloft..
En toch als je even verder leest...klinken er ook ander tonen, die duidelijk maken dat alcohol voor problemen kan zorgen. Met jezelf, met andere mensen en erger nog met God
Zo wordt duidelijk dat drank niet alleen problemen kan veroorzaken biji anderen maar ook bij ons.
Zelf Noach gaat er voor door de knieën. Toch een groot man in Gods Koninkrijk.

Liturgie morgendienst 7 februari 2010

Zingen: B 68 Heer uw licht en uw liefde schijnen
Stil gebed, votum en zegengroet
Zingen: B 152 Ik hef mijn ogen
Aansporing: Spreuken 20,1; 23, 29-35,
Zingen: Zingen Gez. 462 , 1 en 2 Ontwaakt gij die slaapt
Gebed
L/T: Eph 5,11-20
Zingen: Ps. 104, 1 en 4
Preek
Zingen: B 156, Wat hou ik van uw huis
Getuigenis
Gebed
Collecte
Zingen: Gez. 444 Grote God wij loven U
Zegen