Komende zondag morgen hopen we vier kinderen te kunnen dopen (de vijfde is helaas ziek geworden). Dan ook klinkt de laatste preek in de serie Leven in de Leegte?. Na antwoorden op de vragen 'Wanneer is God er bij' en 'Hoe leidt God ons?' Een zoektocht naar het antwoord op de vraag 'Waar is God?" Het antwoord daarop bepaalt ook hoe wij de werkelijkheid beleven. En geeft zicht op het antwoord op een andere vraag:
Houdt God meer van gedoopte kinderen dan van de andere?
Doop Julia de Graaff, Tom van Reenen, Sanne Priem en Mathies Pannekoek
De twee wegen
Hij moet bij mijn oom en tante thuis gehangen hebben.
Na haar overlijden hangt hij in de kamer van mijn vader.
En hij komt me zo bekend voor: hij heeft vroeger vast ook al ergens bij ons op school gehangen. En sinds die tijd ben ik hem in heel wat huizen tegengekomen:
De plaat van de smalle en de brede weg. (Wie kent hem hier?...)
Wat een bekend beeld hè. Weten jullie wat ik denk? Ik denk dat zo’n plaat best veel invloed heeft op onze kijk op God. Net zoals de platen in de kinderbijbel dat hebben.
Zulke platen laten je in één oogopslag een hele boodschap zien, die je nooit meer vergeet. Dat is de kracht van zulke platen. Net zoals een reclamespot. De zwakte ervan is dat een verkeerde boodschap ook zo een diepe indruk achterlaat dat je ook die nooit meer vergeet. Hier is de hoofdboodschap: kies voor de smalle = de moeilijke, weg. Die keus brengt je bij God in de hemel. Het hangt van jouw keus af waar je uitkomt. Nou, daar moet ik het nog eens over hebben, dat is een preek op zich. Maar denk nu alvast even aan Efeze 2 dat we zonet gelezen hebben, aan onze keuzen gaan die van God vooraf.
Er komt óók een andere boodschap in deze versie van de plaat mee: God kijkt van een afstand toe op ons leven en wacht op ons in de hemel.
Je reist zonder Hem haar de hel. Je hebt hoogstens medereizigers. Maar je reist ook zonder Hem naar de hemel, ook op die weg ontmoet je alleen medereizigers. God is daar niet! God kijkt van een grote afstand toe. Dat beeld van dat alziend oog kom je wel meer tegen. Bijvoorbeeld op de Dom van Aken. Het is dus al veel ouder en de gedachte dus ook. Ja het is eigenlijk van niet-christelijke oorsprong. Je komt het al tegen bij de Egyptische goden.
Is God voor ons dan niet meer dan een oog op afstand?
De vraag?
Is God uit ons wereldbeeld verdwenen? Voor veel van onze medemensen wel, dat weten we ook wel. Zij leven niet met God, zij rekenen dus ook niet met Hem. Binnen de Gelderse Vallei mag je het niet zo opvallen, maar daarbuiten is dat wel degelijk zo. Voor veel mensen bestaat God eenvoudig niet. Maar welke plaats neemt God dan in óns –christelijk- wereldbeeld in? Is Hij een oog op afstand en gaan we in feite ook alleen door het leven?
Als je ons soms bezig ziet in onze zoektocht naar ervaring van God (vul in de Geest), krijg je wel eens de indruk dat Hij er voor ons gevoel normaalgesproken niet bij is. We denken soms dat Hij er niet meer bij is! ("De Geest is er niet vandaag", hoor je ons dan zeggen), en dan denken we dus ook dat Hij zich niet zomaar met ons levens bemoeit (We moeten op zoek naar Gods leiding) en we denken dat we eerst een stap naar Hem toe moeten zetten, voordat Hij in onze levens komt. Ik hoor tegenwoordig zoveel over de keus de we éérst moeten maken voordat…
Zo kwam ik aan het thema met de vraag: leven we voor ons gevoel dan óók in de leegte?
’t Zou wel begrijpelijk zijn, dat is ons menselijk probleem met God: wij zien Hem niet. Hij zou er voor ons gevoel niet zo goed niet kunnen zijn. En nu veel van onze medelanders leven alsof God niet bestaat, kan dat gevoel nog veel sterker worden. Iedereen lijkt dat te vinden. Zo’n gevoel alsof je helemaal alleen in de kerk achtergebleven bent. Daar is niemand meer, ook God niet meer. Maar waar is God dán?
Is God uit ons wereldbeeld verdwenen? Voor veel van onze medemensen wel, dat weten we ook wel. Zij leven niet met God, zij rekenen dus ook niet met Hem. Binnen de Gelderse Vallei mag je het niet zo opvallen, maar daarbuiten is dat wel degelijk zo. Voor veel mensen bestaat God eenvoudig niet. Maar welke plaats neemt God dan in óns –christelijk- wereldbeeld in? Is Hij een oog op afstand en gaan we in feite ook alleen door het leven?
Als je ons soms bezig ziet in onze zoektocht naar ervaring van God (vul in de Geest), krijg je wel eens de indruk dat Hij er voor ons gevoel normaalgesproken niet bij is. We denken soms dat Hij er niet meer bij is! ("De Geest is er niet vandaag", hoor je ons dan zeggen), en dan denken we dus ook dat Hij zich niet zomaar met ons levens bemoeit (We moeten op zoek naar Gods leiding) en we denken dat we eerst een stap naar Hem toe moeten zetten, voordat Hij in onze levens komt. Ik hoor tegenwoordig zoveel over de keus de we éérst moeten maken voordat…
Zo kwam ik aan het thema met de vraag: leven we voor ons gevoel dan óók in de leegte?
’t Zou wel begrijpelijk zijn, dat is ons menselijk probleem met God: wij zien Hem niet. Hij zou er voor ons gevoel niet zo goed niet kunnen zijn. En nu veel van onze medelanders leven alsof God niet bestaat, kan dat gevoel nog veel sterker worden. Iedereen lijkt dat te vinden. Zo’n gevoel alsof je helemaal alleen in de kerk achtergebleven bent. Daar is niemand meer, ook God niet meer. Maar waar is God dán?
Een bijbels beeld (Ps. 139)
Het is daarom -denk ik- goed van deze plaat over te stappen op een bijbels beeld van God en dat krijgen we in Psalm 139 te zien. Net als in Psalm 23 vorige week, treffen we weer een gelovige Israëliet. Immers Hij noemt God bij zijn verbondsnaam: YHWH, HEER. Deze God kan niet op een afstand blijven. Want Hij had zich immers al aan Israël verbonden.
Dus zoekt die dichter zijn vertrouwde God op. In deze psalm krijg je de indruk – lees de laatste versen- dat de dichter vals beschuldigd is en nu zijn Heer aanroept als getuige bij zijn rechtszaak tegen deze aanklagers. Here U kent mij. En vervolgens krijgen we een heel ander beeld van God dan op die plaat van die twee wegen. Hier lezen we niet over een verre Rechter, we lezen hier over een Levensgezel. Ja méér dan dat… Laten we de psalm eens in hoofdlijnen bij langs lopen en steeds goed op ons in laten werken. Zodat we dit beeld – een bijbelse poster- mee naar huis kunnen nemen als tegenwicht tegen al die andere beelden die over ons heen spoelen.
De eerste verzen [1-4] doen je nog wel denken aan dat oog hoog boven in de lucht. De dichter gaat er vanuit dat de Here goed op Hem let en Hem dus ook goed kent. We zien de Here als Iemand die het leven van zijn kind nauwkeurig observeert. Hij weet wat je denkt, Hij weet waar je mee bezig bent, Hij weet ook waar je bent. Meer dan dat Hij kent je. Hij is je vertrouwd met je gedrag. Hij weet hoe je reageert, zo goed kent Hij je wel!
Zo vertrouwd dat Hij je woorden niet eerst hoeft te horen om ze te kennen. Hij weet zo wel wat je gaat zeggen.
Laat dat eens op je inwerken…
Er is niemand die je beter kent.
De HEER is méér dan een oog op afstand. In de volgende versen komt Hij helemaal in beeld. Hij ziet je niet alleen, Hij is ook bij je. Hij is overal om je heen.
Vóór je, zodat je je kunt oriënteren op de richting die je wilt gaan en in je rug als bescherming, zijn hand rust je schouder. Zo dichtbij is God.
Probeer je dat weer eens voor te stellen. Misschien helpt het als je een hand op je schouder legt. Zo dichtbij is God
En bedenk dan dat God je nog beter kent dan jij je het voor kunt stellen [6]
Ja zelfs als je het zou willen: Je kunt de Here niet ontlopen. Waar wil je dan heen? Waar in deze schepping is God niet? Zelfs de hemel en het terrein van de dood zijn door Hem gemaakt en op aarde kom je Hem echt overal weer tegen. Er bestaan geen lege wegen naar de hel of naar de hemel. Want overal is God. Denk eens aan Jona, die dacht God ook te kunnen ontlopen.
Je wilt je voor God verbergen? Hoe dan? Voor Hem die overal om je heen is. Stel je dit weer eens voor…
Het is daarom -denk ik- goed van deze plaat over te stappen op een bijbels beeld van God en dat krijgen we in Psalm 139 te zien. Net als in Psalm 23 vorige week, treffen we weer een gelovige Israëliet. Immers Hij noemt God bij zijn verbondsnaam: YHWH, HEER. Deze God kan niet op een afstand blijven. Want Hij had zich immers al aan Israël verbonden.
Dus zoekt die dichter zijn vertrouwde God op. In deze psalm krijg je de indruk – lees de laatste versen- dat de dichter vals beschuldigd is en nu zijn Heer aanroept als getuige bij zijn rechtszaak tegen deze aanklagers. Here U kent mij. En vervolgens krijgen we een heel ander beeld van God dan op die plaat van die twee wegen. Hier lezen we niet over een verre Rechter, we lezen hier over een Levensgezel. Ja méér dan dat… Laten we de psalm eens in hoofdlijnen bij langs lopen en steeds goed op ons in laten werken. Zodat we dit beeld – een bijbelse poster- mee naar huis kunnen nemen als tegenwicht tegen al die andere beelden die over ons heen spoelen.
De eerste verzen [1-4] doen je nog wel denken aan dat oog hoog boven in de lucht. De dichter gaat er vanuit dat de Here goed op Hem let en Hem dus ook goed kent. We zien de Here als Iemand die het leven van zijn kind nauwkeurig observeert. Hij weet wat je denkt, Hij weet waar je mee bezig bent, Hij weet ook waar je bent. Meer dan dat Hij kent je. Hij is je vertrouwd met je gedrag. Hij weet hoe je reageert, zo goed kent Hij je wel!
Zo vertrouwd dat Hij je woorden niet eerst hoeft te horen om ze te kennen. Hij weet zo wel wat je gaat zeggen.
Laat dat eens op je inwerken…
Er is niemand die je beter kent.
De HEER is méér dan een oog op afstand. In de volgende versen komt Hij helemaal in beeld. Hij ziet je niet alleen, Hij is ook bij je. Hij is overal om je heen.
Vóór je, zodat je je kunt oriënteren op de richting die je wilt gaan en in je rug als bescherming, zijn hand rust je schouder. Zo dichtbij is God.
Probeer je dat weer eens voor te stellen. Misschien helpt het als je een hand op je schouder legt. Zo dichtbij is God
En bedenk dan dat God je nog beter kent dan jij je het voor kunt stellen [6]
Ja zelfs als je het zou willen: Je kunt de Here niet ontlopen. Waar wil je dan heen? Waar in deze schepping is God niet? Zelfs de hemel en het terrein van de dood zijn door Hem gemaakt en op aarde kom je Hem echt overal weer tegen. Er bestaan geen lege wegen naar de hel of naar de hemel. Want overal is God. Denk eens aan Jona, die dacht God ook te kunnen ontlopen.
Je wilt je voor God verbergen? Hoe dan? Voor Hem die overal om je heen is. Stel je dit weer eens voor…
Misschien denk je: er is een tijd geweest dat de Here niets van me kon weten, omdat ik er toen nog niet was. Maar voordat jij wist, wist Hij al wel. Niet zoals een arts een röntgenfoto of een echo beoordeelt van een afstand, maar zoals een Schepper zijn schepsel, een vader zijn kind ziet. Alleen deze Vader is machtiger. Hij heeft je al gezien toen Hij je bedacht had, Hij heeft je ontworpen. Hij heeft je liefdevol draad voor draad geweven. Hij maakte je lichaam, dacht zelfs na over je geweten (dat zijn die nieren). Hij is je oudste vriend. Wie je bent tot in je diepste wezen, zo ben je door God ontworpen.
Beste vaders en moeders, hoe zeer jullie er ook bij betrokken zijn, jullie kinderen zijn ontworpen door de Allerhoogste, zoals jullie dat zelf ook al waren.
De Engelsen hebben voor zulke jeugdvrienden een prachtige uitdrukking. He goes way back (Hij is van een heel eind terug!).
Het gaat nog verder. Onvoorstelbaar veel verder. Niet alleen: je lijf is door je Heer bedacht en gemaakt, en niet alleen je geest is door Hem gevormd, zelfs je leven is door Hem ontworpen: dag voor dag vóórdat de eerste dag aanbrak.
Hij heeft je dus gepland voor dat iemand het ook maar kon weten.
Onze is Here is met alles Wie Hij is en wat Hij kan en doet bij ons lichaam en onze ziel en ons leven betrokken.
Probeer je het nou eens goed voor te stellen.
Onze God weet dus wat je echt nodig hebt.
Hij kent de zin van je leven.
Je bestaat niet toevallig, je bent door je Heer gewild.
Hij is bij je betrokken.
Dus is Hij bij je (denk aan die hand op je schouder)
Dus hoef je niet eerst een stap naar Hem toe te zetten
Dus leidt Hij je leven
Dus ben je niet alleen
We leven niet in leegte? Zou het kunnen van God los? Ik denk het niet! Niet als het aan God ligt
Vragen bij de doop
Je hoort tegenwoordig nogal wat vragen over de kinderdoop. Hoe kun je een kind nou dopen voordat het zelf een keus voor God kan maken?
Snap je het nu een beetje waarom dat wel kan: aan die keus voor God gaan een hele serie keuzen van de Here vooraf. Je bent ontworpen door Hemzelf met een duidelijk doel. Voordat je jouw hand in de zijne legt, ligt de zijne al op je schouder.
Ja maar, dat is toch voor iedereen zo? Wat maakt de kinderdoop dan voor verschil? Houdt God soms meer van gedoopte kinderen dan van ongedoopte kinderen?
Nee, God had de wereld zo lief dat Hij voor die hele wereld zijn Zoon stuurde, zonder dat wie dat dan ook verdiende. Ook toen ging Gods keus vooraf aan de onze. Dat is nou de genade van God. Hij kiest ons al, voordat wij Hem kiezen. Dat is uitverkiezing. Dat is nou ook één van die dingen die je niet kunt doorgronden en waar je een hoop verkeerde ideeën bij kunt krijgen. Maar ook als je niet kunt begrijpen is het nog wel zo. God kiest eerst! En er staat bij dat zijn beweegreden daarvoor zijn liefde voor ons is, niet de onze liefde voor Hem.
Toch blijft Hij alleen verbonden aan hen die in Hem geloven, zoals toen.
Niet omdat we geloven, het is niet onze keus. Ons geloof is ook door God ontworpen. Lees Efeze 2. Maar wel doordat we geloven, zijn we met Hem verbonden.
Je kunt niet zelfstandig kiezen voor geloof maar wel kiezen voor ongeloof, niet langer op de Heer vertrouwen, dan raakt die band met God van jouw kant uiteindelijk verbroken.
Gedoopte kinderen hebben een streep voor. Want door het geloof van hun ouders zijn ook zij –voordat ze zelf kunnen geloven- nu al verbonden met de Heer. Zo wil Hij dat. God hand ligt nu al op hen!
En die andere kinderen dan? Nou er is nog geen band met hen, maar Gods hand is wel in liefde naar hen uitgestrekt. Misschien moeten wij er nog een rol in spelen om ze dat duidelijk te maken. Gedoopte kinderen hebben een band en beloften, de anderen zijn uitgenodigd. Dat is het verschil.
Gelukkig leven we niet in de leegte. Gods hand rust op de schouders van de gelovigen en hun kinderen. Zomaar, niet om iets dat wij gedaan hebben, want onze God is een genadig God. Amen
Intro: B 121 Heer U bent mijn leven
Beste vaders en moeders, hoe zeer jullie er ook bij betrokken zijn, jullie kinderen zijn ontworpen door de Allerhoogste, zoals jullie dat zelf ook al waren.
De Engelsen hebben voor zulke jeugdvrienden een prachtige uitdrukking. He goes way back (Hij is van een heel eind terug!).
Het gaat nog verder. Onvoorstelbaar veel verder. Niet alleen: je lijf is door je Heer bedacht en gemaakt, en niet alleen je geest is door Hem gevormd, zelfs je leven is door Hem ontworpen: dag voor dag vóórdat de eerste dag aanbrak.
Hij heeft je dus gepland voor dat iemand het ook maar kon weten.
Onze is Here is met alles Wie Hij is en wat Hij kan en doet bij ons lichaam en onze ziel en ons leven betrokken.
Probeer je het nou eens goed voor te stellen.
Onze God weet dus wat je echt nodig hebt.
Hij kent de zin van je leven.
Je bestaat niet toevallig, je bent door je Heer gewild.
Hij is bij je betrokken.
Dus is Hij bij je (denk aan die hand op je schouder)
Dus hoef je niet eerst een stap naar Hem toe te zetten
Dus leidt Hij je leven
Dus ben je niet alleen
We leven niet in leegte? Zou het kunnen van God los? Ik denk het niet! Niet als het aan God ligt
Vragen bij de doop
Je hoort tegenwoordig nogal wat vragen over de kinderdoop. Hoe kun je een kind nou dopen voordat het zelf een keus voor God kan maken?
Snap je het nu een beetje waarom dat wel kan: aan die keus voor God gaan een hele serie keuzen van de Here vooraf. Je bent ontworpen door Hemzelf met een duidelijk doel. Voordat je jouw hand in de zijne legt, ligt de zijne al op je schouder.
Ja maar, dat is toch voor iedereen zo? Wat maakt de kinderdoop dan voor verschil? Houdt God soms meer van gedoopte kinderen dan van ongedoopte kinderen?
Nee, God had de wereld zo lief dat Hij voor die hele wereld zijn Zoon stuurde, zonder dat wie dat dan ook verdiende. Ook toen ging Gods keus vooraf aan de onze. Dat is nou de genade van God. Hij kiest ons al, voordat wij Hem kiezen. Dat is uitverkiezing. Dat is nou ook één van die dingen die je niet kunt doorgronden en waar je een hoop verkeerde ideeën bij kunt krijgen. Maar ook als je niet kunt begrijpen is het nog wel zo. God kiest eerst! En er staat bij dat zijn beweegreden daarvoor zijn liefde voor ons is, niet de onze liefde voor Hem.
Toch blijft Hij alleen verbonden aan hen die in Hem geloven, zoals toen.
Niet omdat we geloven, het is niet onze keus. Ons geloof is ook door God ontworpen. Lees Efeze 2. Maar wel doordat we geloven, zijn we met Hem verbonden.
Je kunt niet zelfstandig kiezen voor geloof maar wel kiezen voor ongeloof, niet langer op de Heer vertrouwen, dan raakt die band met God van jouw kant uiteindelijk verbroken.
Gedoopte kinderen hebben een streep voor. Want door het geloof van hun ouders zijn ook zij –voordat ze zelf kunnen geloven- nu al verbonden met de Heer. Zo wil Hij dat. God hand ligt nu al op hen!
En die andere kinderen dan? Nou er is nog geen band met hen, maar Gods hand is wel in liefde naar hen uitgestrekt. Misschien moeten wij er nog een rol in spelen om ze dat duidelijk te maken. Gedoopte kinderen hebben een band en beloften, de anderen zijn uitgenodigd. Dat is het verschil.
Gelukkig leven we niet in de leegte. Gods hand rust op de schouders van de gelovigen en hun kinderen. Zomaar, niet om iets dat wij gedaan hebben, want onze God is een genadig God. Amen
Liturgie zondagmorgen 22 augustus 2010
Intro: B 121 Heer U bent mijn leven
B 164 Alleen bij U kom ik tot rust
Stil gebed, votum en zegengroet
Zingen: Ps. 117
Doopformulier (pt)
vragen:
vragen:
Gesprekje kinderen
Zingen: B 218 Ik ben veilig in Jezus' armen
Doop:
Zingen: B 140 Nog voordat je bestond
Kinderen naar de Bijbelklas
Bemoediging: Efeze 2, 5-10Zingen: B 158 Uit de diepten (ps. 130)
Lezen: Ps. 139
Preek
Zingen: B 149 Bij U ben ik thuis
Gebed
Gebed
Collecte
Zingen: Gez. 257 Halleluja, eeuwig dank en ere