zondag 19 september 2010

Missionair 2: het licht vanaf de Barneveldse Berg? (Jes. 60,1-3; Mat 5,13-20)

Vanmorgen de tweede preek in de serie over een missionaire gemeente! Duidelijk is dat wij een opdracht geërfd hebben van het oude volk Israël: "wees een licht voor de wereld!" 'Sta op en schitter!", profeteert Jesaja. Een andere leerpunt krijgen van via de Heer Jezus: 'een stad op een berg kan niet verborgen blijven!" M.a.w. woorden, we hebben een hoge positie. Het is voor ons de vraag hoe we die invullen. Zeg maar, wat voor licht schijnt er vanaf de Barneveldse Berg (de Voorthuizense Heuvelrug) over de Gelderse Vallei?
Wat denken jullie? Ik zou dat graag weten! Zet eens een reactie op deze website, of mail me eens.
Wat gaat er goed, wat komen we tekort! Wat kan er beter?


Het licht van Schiermonnikoog
Ik kom uit het Groningse dorp Niezijl (Nijziel).
Een klein arbeidersdorp midden tussen de weilanden en de akkers.
Nou niet echt vakantiegebied: echt platteland.
Toch is het toerisme vlakbij, het ligt maar net 25 km naar het Noorden.
Daar ligt het eiland Schiermonnikoog
Maar daar merk je normaal gesproken niets van in Niezijl.
Behalve op een heldere avond.
Dan zie je het licht van de vuurtoren van Schier langs de horizon strijken.
Vier keer en dan even niets en dan weer vier keer.
Als ik dat vroeger zag, dan gaf me dat een enorm vakantiegevoel.
Schiermonnikoog is hier toch vlakbij!
Ja, zo is dat in Nederland: thuis zie je gewoonlijk niets van de rest van Nederland. Van de Veluwe merk je hier niets, al woon je er vlakbij.

Karmel
In Israël is dat anders.
Dat merkte ik toen ik op de berg Karmel stond.
Da’s die berg van het offer van Elia.
Vanaf die plek kon ik een hele serie Israëlische steden en dorpen zien.
Niet vanuit de lucht, maar in de lucht: want ze liggen op de toppen van de heuvels om de Karmel heen. Tot mijn verbazing wees de gids ze zó aan: Nazareth, Naïn, Kana.
Ik kon ze recht vóór me zien liggen.
En als ik gewacht had tot het donker werd zou ik hun lichtjes vanaf de heuveltoppen hebben gezien
Zo is dat in Israël, op elke plek in het land zie je ook nog van alles van de rest van het land.

Licht voor de wereld
Dáár moet je aan denken bij die profetie van Jesaja.
Want daarover gaat het in Jes. 60. Jesaja profeteert Israël:
‘jullie zullen opnieuw het licht van de wereld worden”
Het beeld daarvan is de aanblik van Jeruzalem op de heuveltop.
Wonderlijk eigenlijk. Zitten ze daar dan op te wachten?
Het grote nieuws is toch dat het volk naar zijn eigen land mag terugkeren.
Dat zou je toch denken: opnieuw een eigen staat Israël.
Na de jarenlange gevangenschap in het buitenland eindelijk weer alle vrijheid om als volk van God te leven. Kosher voedsel eten, de feesten in Jeruzalem vieren, en ieder kan weer onder zijn eigen wijnrank en onder zijn eigen vijgenboom zitten(Mic 4,4).
Niet langer gevangen in de wereld,
De wereld ligt weer veilig buiten de grenzen.
Eindelijk weer thuis.
Maar nee, Jesaja profeteert: Sta op en schitter, je licht is gekomen (60,1).
en: volken laten zich leiden door jouw licht (3).

Niet, ‘gelukkig weer veilig thuis, de wereld is weer ver weg.
Nee, je mag weer schitteren als het licht van de wereld!
Vanaf de heuvels waarop je steden en je dorpen liggen.
Zichtbaar voor iedereen.
Dat is je taak Israël: oriëntatiepunt voor de rest van de wereld zijn.
zoals een vuurtoren dat is voor de schepen op zee.
Aan jouw leven ziet de rest van de wereld wat de HEER met ons allemaal voorheeft.

Zo,… de hele wereld voorlichten?
Dat is nogal een verantwoordelijkheid.
Ja dat is zo, ze moeten zelf opstaan: sta op en schitter.
Maar waar haal je de energie vandaan om zo te kunnen schitteren?
Nou, die hoeven ze niet zelf op te wekken.
Dat licht komt van God.
Maar over jou schijnt de Heer,
zijn luister is boven jou zichtbaar
Van boven die heuvels, komt het licht van de HEER,
Israël hoeft het alleen maar te weerspiegelen.
Maar dat moeten ze wel weer gaan doen,
want de rest van de wereld heeft een oriëntatiepunt nodig.
Volken laten zich leiden door jouw licht, profeteert Jesaja.
En als je even verder leest zie je dat ook gebeuren:

Overal vandaan komen ze naar Israël
Niet alleen de ooit gevangengenomen Israëlieten komen thuis,
In hun spoor komen er anderen uit de hele wereld achter hen aan.
Naar het nieuwe Jeruzalem

Modelvolk
We denken vaak: Israël was een besloten volk.
God laat de rest van de wereld aan haar grenzen staan.
Die horen er niet bij. Het zijn goijim: heidenen.
Maar hier begrijp je dat die beslotenheid niet het doel, maar een middel is.
Eerst moet dat éne volk met de HEER leren leven,
en dan spreekt de HEER via dit volk ook de rest van de wereld aan.
Sta op en schitter, je licht is gekomen.
Israël is geen reservaat, maar een modelvolk.

Erfopdracht
Wij, in het spoor van het volk Israël, erven deze opdracht.
Modelvolk te zijn.
In Mat 5 kun je dat lezen.

De mensenmassa – nu nog veel Israëlieten- die zich om Jezus heen verzamelt, krijgt van Hem opnieuw en nog steeds de opdracht: Sta op en schitter.
In de taal van de Bergrede: Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. (Mat 5:16 NBV)
De opdracht is van het grootste belang: het gaat om de eer van de hemelse Vader.
Wij, Gods modelvolk nu – inmiddels ook velen van buiten Israël afkomstig- zijn aangewezen om voor de Vader in de hemel eer te verzamelen.
Dat doen we door in de stijl van het Koninkrijk te leven, zo dat iedereen het kan zien.
Onze nederigheid, zachtmoedigheid, ons verlangen naar recht, onze barmhartigheid, ons zuiverheid, ons streven naar vrede moet van ver af te zien zijn.
In deze vaak donkere, bedreigde, gewelddadige, niet zelden kille, gevaarlijke en onvriendelijke en oneerlijke samenleving is daar zo’n behoefte aan. Mensen zijn eenzaam, zitten gevangen in conflicten, zijn bezorgd over hun gezondheid, bang voor bedrog, zijn ongetroost en voelen zich onveilig. Mensen verlangen naar het licht van het Koninkrijk in deze nog zo donkere wereld.
Naar eerlijkheid, betrouwbaarheid, naar recht en naar vrede.

Maar de Heer Jezus voegt daar nog iets aan toe.
Het volk van God hoort te schitteren voor de anderen, als oriëntatie in het donker.
Maar, je bent niet pas zichtbaar als je schittert.
Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. (Mat 5:14 NBV) 
Als volk van de Heer, als zijn gemeente, ben je zichtbaar of je nu straalt of niet!
Net zoals ik dat in Israël kon zien, steden die op een berg liggen kunnen je niet ontgaan. En als daar ’s avonds de lichten niet gaan branden, valt dat op.
Men zou kunnen denken: het is vast een ongure plek waar je je na zonsondergang maar beter niet kunt komen.
Broers en zussen, het gaat hier niet over wat wij moeten worden.
Maar over wat wij in de ogen van de anderen zijn.
Stralen we hoopvol licht uit of doen we dat niet? Beide worden gezien.
Welke indruk krijgen de mensen van ons en welke krijgen ze dus van onze Heer?

Vraag 
Zoals in de preek van vorige week ook werd gezegd:
het gaat in missionair gemeente-zijn niet over wat we moeten, maar over wie we zijn.
We zijn missionair of we dat nu willen of niet, onze medemensen zien ons.
Letten op ons, verwachten iets van ons.
Met ons gemeenteleven stralen we een boodschap uit! De vraag is alleen welke?
Broers en zussen, als de mensen onze gemeente zien? Wat denken ze dan?
Welke boodschap geven we met zijn allen af?
Stralen we als gemeente een hoopvol licht uit, dat de anderen aantrekt.
Omdat het warmte in de kou en licht in het donker is?
Dat is wel onze opdracht!
Verwijzen wij naar het Koninkrijk van God?
Zijn we aantrekkelijk voor onze medemensen?
Leren ze God kennen als ze ons ontmoeten?

Welke boodschap gaat er van ons de NGK van Voorthuizen-Barneveld uit?
Want we zijn als een stad op een berg bestemt om te schitteren in een donkere wereld, maar doen we dat ook? Probeer die vraag de komende tijd nu eens voor jezelf te beantwoorden. Laten we dat ook samen proberen. Zet je indruk eens op de website.

Het is een belangrijke vraag: want als Gods mensen niet aantrekkelijk zijn,
hoe kan God dan aantrekkelijk zijn voor de anderen, die Hem nog niet kennen.

Mogelijk 
Broers en zussen, dit is niet teveel gevraagd.
Mét de opdracht van het oude volk van God ontvangen ook wij de mogelijkheden.
Net als zij zijn wij gered. Meer nog dan zij van onze zonde en onze onmacht.
Door Jezus Christus zelf!
Vandaag verzekert Hij dit ons nog weer eens:
Mijn lichaam en mijn bloed voor jullie…
Broers en zussen,  jullie zijn vrij, maar dat is niet zonder reden.
Sta op en schitter!
Amen.

2 opmerkingen:

  1. Als reactie op de vraag bovenaan de preek:

    We kunnen als gemeente pas echt ons licht laten schijnen als we met elkaar een eenheid vormen. Ik denk daarbij ook aan de preek van 2 weken geleden waarin ons word gevraagd om voor onszelf een grens te trekken hoeveel tijd we willen besteden aan de Heer en aan de kerk. Onze tijd en energie zijn nodig om een hechte eenheid te kunnen vormen.

    Daarbij is het zeer belangrijk dat we onszelf scherp houden in de omgang met elkaar. Wij zijn met z'n allen een veelkleurige gemeente. Dat is onze kracht maar kan ook tegen ons gaan werken. Met regelmaat merk ik (in eerste instantie bij mijzelf) dat we elkaar bekritiseren op de kleinste verschillen. Het gevaar bestaat dat we ons gaan ergeren aan gebruiken of eigenaardigheden van mensen. Of dat we ons irriteren aan een vorm of juist aan de kwaliteit van een activiteit. Het zou jammer zijn als deze irritaties redenen worden om niet langer een bijdrage te leveren aan de zo nodige eenheid van de gemeente.

    We leven in een individualistische maatschappij waarin we hebben geleerd vooral te denken vanuit onszelf. De sleutel voor het vormen van een open gemeente die zichzelf als eenheid aan de buitenwereld kan presenteren ligt denk ik in de omgang met elkaar.
    Ik hoop van harte dat we onszelf oefenen in het rekening houden met de ander in ons denken. Ja, dat we ook vooral gaan denken in het belang van de gemeente.

    Laten we elkaar aansporen om enthousiast deel te nemen aan de gemeente! Laten we zo gaan groeien in kennis en in geloof. Dan komt het invullen van onze missionaire taak vanzelf.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Van harte mee eens dat we een eenheid moeten vormen, laten we elkaar aansporen inderdaad. Maarre.. hoe gaan we dat doen dan?
    In het geschetste beeld van veelkleurigheid lijkt dat een schier lastige opgave. Volgens mij moeten we terug naar de basis. Bijvoorbeeld door bidden, intensief bidden voor de gemeente. God moet werken in ons en dat gaat verder dan streven naar goed omgaan met elkaar.

    BeantwoordenVerwijderen