donderdag 5 januari 2012
Rom. 8, 9-11 – Preek – Oudjaar 2011 - Belofte
Vuurwerk Beluister
Zo al klaar met de voorbereidingen?
Oliebollen op de schaal, Vechters Nieuwjaarstrolletjes gekocht, slagroom? Voorraden in huis, vrienden uitgenodigd? En niet te vergeten: ligt het vuurwerk klaar?
Tsja,.. vuurwerk, daar kun je van alles van vinden natuurlijk. En er zijn echt redenen voor om daar –op een andere moment in het jaar- eens goed met elkaar over door te praten. Maar vanavond is dat gesprek te laat, het vuurwerk is al gekocht.
Vuurwerk! Als jongere beleef je dat ook anders, weet ik uit ervaring. Vuurwerk dat was gewoon ge-weldig! Naar Oud en Nieuw leefde je dan ook vol gespannen verwachting toe.
Toen ik een jaar of vijftien was, besloot mijn vader zelf vuurwerk te gaan verkopen. Nou dat was een jongensdroom. Wij mochten hem helpen. Geweldig vonden we dat! In onze winkel werden speciale tafels ingericht die vol met showmodellen van vuurwerk lagen.
Mijn broer en ik stelden mijn vader voor om alles uit te proberen. Je moest de klanten toch kunnen vertellen wat ze mochten verwachten. Nou, het werd de jaarwisseling van ons leven: nog mooier, uit de voorraad die overbleef mochten wij een mooie selectie maken en die afsteken dat jaar. We konden bijna niet wachten tot het twaalf uur werd. En toen het zover was, was het eenvoudig ge-wel-dig. Als ik daar nu nog aan denk, wordt ik weer enthousiast!
Mijn vader had flink ingekocht, want zelfs daarna bleef er nog een hele voorraad over. Die sloeg hij op voor het volgende jaar, onder het kruipluik bij ons in huis. Dat kon toen nog zo.
Het vuurwerkavontuur van mijn vader was eenmalig. Het jaar daarop leek hij zelfs helemaal vergeten, dat hij nog een voorraad had. Wij waren dat niet vergeten! We probeerden hem ervan te overtuigen dat je zoiets niet eeuwig kunt bewaren. En we mochten inderdaad weer iets van de voorraad afsteken. We hadden deze keer onze vrienden gevraagd om ons te helpen die enorme hoeveelheid op te kijrgen. Maar wat viel dat tegen!
In de vochtige kruipruimte was het vuurwerk ‘slof’ geworden. Zo zeg je dat in Groningen: vochtig. Meer dan de helft deed het niet meer. Lontjes vielen eruit, astronauten en donderslagen waarvan de lont veelbelovend vonkte, kwamen dan toch niet tot ontploffing. Kortom die jaarwisseling werd het vuurwerk een enorme teleurstelling. ’t Was hard werken en weinig baat! Ook dat gevoel kan ik me nu nog goed voor de geest halen. Die enorme teleurstelling. Ik heb dat nu soms ook nog als ik mijn vuurpijltjes afsteek, terwijl één van buren tegelijkertijd zijn illegale vuurwerkpakket afsteekt dat al mijn vuurwerk compleet overdonderd.
Vuurwerk is nooit meer zo leuk geweest, als toen. Ik verwacht er niet meer zoveel van. Welke verwachting je ervan hebt, maakt toch wel een groot verschil.
Verwachting?
Dat kan ook zo gaan met het hele Oud en Nieuw-feest. Je verwachting van het nieuwe jaar kan helemaal veranderen door iets wat je meemaakt. Als je die brandende huizen voorbij hebt zien drijven in Japan in maart. Als je werkloos bent geworden als gevolg van de eurocrisis. Als je ziek werd en niet weet hoe dit af gaat lopen. Of als je ziek werd en weet dat je niet meer beter wordt. Als je bij een graf hebt gestaan en afscheid hebt moeten nemen van iemand die je dierbaar is.
Als je zulke dingen meemaakt, wij maken ze mee!- kan Oud en Nieuw er heel anders uit gaan zien dan eerder. Misschien blijf je maar het liefst in dit jaar hangen, omdat je niet op het volgende jaar zit te wachten.
Ja maar, je geloof dan? Dat heeft toch ook betekenis? Juist dán toch. Broers en zussen, tegenslag, maar nog meer ziekte en dood zijn van die onverbiddelijke feiten die kunnen aankomen als een bijlslag aan de voet van je geloof. En daar kom je pas achter als je het meemaakt. Je wordt er stil van.
Wat eerst als een hoopvolle vlam in je leven brand, kan ineens gaan vlakkeren en walmen en zelfs dreigen uit te gaan.
Sommige ervaringen zijn zo indrukwekkend diep, dat ze sterker lijken dan al het andere dat je tot nu toe dacht en geloofde. En dan beleef je ook alles anders. En je verwachting van de toekomst verandert mee en dat merk je dubbel en dwars bij Oud en Nieuw. Het vuurwerk is niet meer zo mooi als het eerder was. Om het eens anders te zeggen: als het goed gaat, ben je snel getroost en heeft het evangelie je ook snel wat te zeggen. Als het slecht gaat heb je veel meer troost nodig. En je probeert je aan God vast te houden, natuurlijk, zoals je eerder ook deed, maar het is nu werkelijk uit de nood geboren. Het is meer een soort vastklampen aan God, want je weet het soms echt niet meer!
Broers en zussen, de geestelijke wereld van ons geloven lijkt soms zo vér af van deze bittere werkelijkheid van ons dagelijkse leven. ‘Geestelijk’ kan dan ook heel vluchtig lijken! Je kunt God niet horen: God geeft geen antwoord als je roept, je Heer Jezus zal je niet aanraken: geen arm om je heen van je Heer, en wat je belooft is, het nieuwe leven, is er ook zo vaak nog zo weinig zichtbaar, laat staan wat dat weer beloofd: vrede, gezondheid, geluk.
En de vraag kan opkomen: is het allemaal wel waar?
Wat eerst zo mooi leek, daar weet je nu niet meer zeker van wat je mag verwachten. Het is net als met dat oude vuurwerk van mijn vader, kan het nog wel wat het eerder beloofde?
Broers en zussen en dan helpt een snelle bemoediging niet. Het is goed om dat te beseffen als het je nu goed gaat in je leven. Want we willen anderen soms zo graag helpen met bijbelse troost, dat we dan niet zien dat de gewone bekende bijbelse antwoorden soms niet ver genoeg gaan. Op diepe vragen zijn ook van diep weg opgedolven antwoorden nodig. Daar moet je tijd voor nemen en ook tijd voor krijgen.
Een vluchtig bijbels antwoord op een diepe vraag, kan dan overkomen als met een kluitje in het riet gestuurd worden. Goedbedoelde troost wordt ervaren als schrale troost. De vragen van het hart blijven dan nl. onbeantwoord.
Dat wij er niet in slagen om elkaar te kunnen troosten, wil niet zeggen dat onze God dat niet kan. satan zal ons graag in die waan brengen, als je onzeker en zwak voelt, maar Gods woord geeft licht juist ook als het héél donker is
Romeinen 8
Romeinen 8 is zo’n gedeelte. Niet eenvoudig hoor, je moet erop studeren. Maar het is wel diep, mooi en vol troost.
Het begin van de tekst lijkt ons niet te helpen, ver weg van ons dagelijkse leven: wij die in Christus Jezus zijn worden niet veroordeeld (1). Da’s een prachtige belofte zegt ons hoofd, maar ons hart zegt: de vervulling ervan lijkt nog zo ver in de toekomst. Het oordeel is iets voor later, denken we. Maar heeft dit iets te zeggen voor ons leven morgen als we tussen de stenen op het kerkhof doorlopen?
Maar aan het einde van het gedeelte in vs 11 merk je dat wat ver weg lijkt, nu al een enorme betekenis heeft. Vanaf het eerste begin betekent het nog al wat dat je bij onze Heer Jezus hoort. Veel méér dan wij beseffen. Dat niet veroordeeld, uit vs 1, betekent niet alleen dat je niet schuldig zult zijn in de toekomst, maar dat je geen straf zult krijgen (vonnis!), in de toekomst niet en nu ook niet.
De ergste straf die wij krijgen en waar we het meest onder lijden is dat we allemaal dood zullen gaan. Maar wie bij Jezus horen zullen die straf niet krijgen: we sterven voor deze wereld en leven vanaf dat moment bij de Heer Jezus verder. Dood zijn we niet. Wij sterven maar gaan niet dood. Want de Heer Jezus heeft met de zonde afgerekend, staat er in vs 3. En dus met de dood afgerekend, moet je er achteraan denken. Want die twee zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Je zou kunnen zeggen: met de Zoon van God is de dood op Golgota geëxecuteerd. De dood is aan het kruis ter dood gebracht. Toen kwam er een einde aan. Dat is een troost voor christenen die naar hun sterven toeleven, de dood heeft zijn macht verloren.
Ja maar, is er ook troost voor de nabestaanden? Voor: grootouders, vaders en moeders, echtgenoten, broers en zussen, vrienden, vriendinnen en voor kinderen, die achterblijven? Want voor de nabestaanden lijkt de dood wèl te bestaan: het contact met onze geliefden is onverbiddelijk verbroken. Zij maken geen deel meer uit van onze levens. En we missen ze zo. Broers en zussen, de troost van Rom. 8 gaat nog dieper. Ook voor nabestaanden is er troost.
Ja, maar dat is straks pas, zegt onze ervaring. Nu is dood, dood voor ons. Er is geen contact, geen teken van leven. Hoe overbrug ik de periode naar de opstanding van allen?
Maar als je de laatste versen in dit gedeelte nauwkeurig leest, dan blijkt dit een schat te bevatten. Sinds Christus’ dood, is dood niet zomaar dood. Ook niet voor nabestaanden. Als het bewolkt is kun je de indruk krijgen dat de zon niet schijnt. Maar dat is niet zo, weten we, dat lijkt alleen maar zo. En dat kunnen we gemakkelijk controleren. Neem een vliegtuig en je kunt het zien. Onze dierbare gestorvenen lijken in onze beleving dood en onbereikbaar , maar dat is niet zo, dat lijkt alleen maar zo. We weten, dat ze in feite levend en wel bij Christus zijn.
En wat voor hen geldt, geldt ook voor ons. Wij zijn als de nu nog levenden net zo dicht bij Christus. Verbonden in dezelfde Geest. Dát lees in je vers 10: …maar de Geest schenkt u leven… (10)
Ik ben weliswaar sterfelijk maar ik kan niet meer dood gaan. Want de Geest van God (van de Heer Jezus) leeft al binnen in ons. Lees goed wat dat betekent: het leven woont al binnen in ons. Die Geest die zoveel macht en kracht heeft dat die onze Heer Jezus opwekte uit de dood, diezelfde Geest leeft ook in mij en zal ook mij levend maken. Mij, dat is mijn lichaam! Het gaat hier niet alleen over mijn geest. Broers en zussen, die Geest van Christus leeft nu al in ons. Daarmee is het leven ons al geschonken voordat we gestorven zijn. Het leven van Christus is veel dichterbij ons dan wij vaak denken.
Ja maar, wij merken dit nog niet, is de klacht van ons hart. Wij ervaren dit nog niet zo. En dat is ook zo, ons lichaam is nu nog onveranderd. En het heeft al de beperkingen nog van een sterfelijk lichaam. En alle pijn en moeite die dat kan betekenen. Wij kunnen daarom ook nog niet ook nog niet in contact komen met onze gestorven geliefden die bij Christus zijn, want onze zintuigen zijn nog niet vernieuwd. Dat zij leven kunnen we wel weten, maar nog niet controleren. Zoals je de zon boven de wolken kunt gaan opzoeken.
Maar in de verwachting van onze Heer Jezus, zijn we niet alleen met elkaar maar ook met onze gestorven dierbaren verbonden. Stel je het maar voor, ook zij wachten daarop, want dan zullen zij hun nieuwe lichamen krijgen. Wij wachten daar ook op, want dan zullen -als we dan nog leven- ook onze lichamen veranderd worden in nieuwe lichamen. En onze dierbaren bij Christus ontmoeten. We wachten samen met hen op de dag van Christus. We leven er samen met hen naar toe.
Broers en zussen dat goede nieuws is zo gigantisch dat het voor ons nauwelijks te bevatten is. Want dit nieuws gaat in tegen wat de meerderheid van de mensen om ons heen denkt en tegen wat wij denken te zien. We kunnen nog niet door het wolkendek heenkijken!
Het vuurwerk van de Geest
Het is daarom goed om het goede nieuws van onze Heer, juist ook hierover, goed in ons op te nemen. Te studeren op bijbelgedeelten als Romeinen 8 en wat daar staat ons in werkelijkheid voor te stellen. Het belooft zoveel, dat moet je leren zien. Dan kan het je verwachting voor de toekomst gaan voeden, je verwachting voor 2012 en verder.
Maar hoe kun je je zo iets groots voorstellen?
Als je weet wat je verwachten mag, kun je ook méér gaan verwachten. Het omgekeerde effect van het vuurwerk van mijn vader. Het aangestoken lontje vonkt veelbelovend, maar het effect overtreft alles dat je verwacht had. Een gigantisch vuurwerk waarbij dat van mijn buren verbleekt. Dat is het goede nieuws van de Geest van onze God: je hebt veel meer in huis dan je gedacht had.
Maar het mooist vind ik dit verbeeld in het hart van E.T. (Extra Terrestial). Het buitenaardse wezentje uit een film uit 1982. Hij raakt verzeilt op onze aarde en mist zijn verwanten. Maar als hij beseft dat zijn soortgenoten vlakbij zijn, gaat zijn hart gloeien en komt hij weer helemaal tot leven.
Dat beeld, een gloeiend hart, dat is Rom. 8,11. Dat is ons hart! Besef broers en zussen, dat de Geest van Christus daar al woont. Dat wij al met Hem verbonden zijn. We zijn véél dichter, dan wij denken, bij het leven met Christus.
Net zoals onze gestorven geliefden.
Laten wij elkaar in 2012 troosten met die woorden!
Amen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten