zondag 7 november 2010

Missionair 5: Waar halen we de Missionaire Moed vandaan? Fil. 2, 12-18

Vraag voor de kinderen in de kerk: In het bijbelgedeelte vergelijk de schrijver Paulus gelovigen met iets?
Met wat? Kun je uitleggen waarom?

Nog lang niet thuis!
“Maar we zijn hier al éérder geweest?”, zegt Frodo en er klinkt paniek in zijn stem. Wie het verhaal kent, weet dat het hier gaat om Frodo uit de “In de ban van de Ring’, die na dagen rondwalen in het onherbergzame, rotsige, berggebed van de Emyn Muil ontdekt dat ze weer op het beginpunt zijn aangekomen. Alle inspanning was te vergeefs. In het verhaal is dit een dieptepunt, als toeschouwer vraag je je af hoe Frodo en Sam ooit op de plaats van bestemming zullen komen, als al hun inspanning hun nog helemaal nergens gebracht heeft. Je proeft de wanhoop.

Vandaag is het project 'Feest van Genade' gepresenteerd. 40 dagen lang samen terug naar het fundament van ons geloof. Mensen uit andere gemeenten die dit hebben ervaren zijn er heel enthousiast over, horen we ze zeggen. Mensen die er nu nauw bij betrokken zijn geraakt, worden steeds enthousiaster, zien we. Maar ik kan me ook goed voorstellen dat je vanaf een wat grotere afstand toch de vermoeidheid in je kuiten voelt. Veertig dagen lang zo'n project, is dat nou nodig en ook: hoe houden we dat ooit vol?

Je zou kunnen zeggen: dit project staat model voor ons hele gemeenteleven. Als je dacht met elkaar al een heel eind gevorderd te zijn, kom je er de laatste maanden achter dat er nog heel wat méér van ons verwacht wordt. Hoe helderder wordt wat de Heer eigenlijk van ons wil, hoe meer je jezelf af gaat vragen: maar kunnen wij dit dan allemaal opbrengen? Waar halen we de moed vandaan? Het lijkt wel alsof we nog helemaal aan het begin van onze geloofsreis staan! En dat terwijl je misschien dacht al een heel eind onderweg te zijn, net zoals Frodo. En als je dan weet wat voor mensen we zijn. Ons geloof is fragiel, ons leven bij tijden een warboel, we schieten aan alle kanten tekort. En we zijn ons dat zeer bewust! We voelen ons tegenover God meer drenkelingen dan bewuste burgers van het Koninkrijk van God. En zit je hier voor je gevoel ook niet vaak zo op de stoelen? Bang en bibberend, op zoek naar verlossing. Mijn genade is u genoeg…, krijgt Paulus te horen en wij herkennen ons maar al te goed in.
1. Het doel is nog niet bereikt!
Meerderen onder ons voelen zich vaak niet meer dan drenkelingen (nog maar net geredde mensen) voelen. Maar dat beeld van onszelf klopt niet met het beeld dat we in de Bijbel krijgen. Dat moeten we ons goed realiseren. Zeker hier op de Veluwe, omdat hier veel christenen wonen die drenkeling het hoogst haalbare vinden. Realiseer je dat Paulus niet zo zuinig is.
De kerk van Filippi was de eerste op het Europese vasteland (Kom over en help ons). Maar Paulus ziet ze beslist niet als armzalige drenkelingenclub. Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk, (Phi 1:3 NBV), laat hij hen weten. Waarom? Omdat u vanaf de eerste dag tot nu toe hebt bijgedragen aan de verspreiding van het evangelie. (Phi 1:5 NBV) Niks armzalige drenkelingen! Die kerk van Fillippi was vanaf de eerste dag af aan met Paulus mee gaan werken. Missionair tot op het bot vanaf dag 1!
Ze hadden alle reden om blij te zijn, Want ls Paulus zoiets over je zegt! Nou! Ze ontplooien een indrukwekkende activiteit, maar nu moet je niet denken dat ze er al zijn: het werk is nog niet af: Ik ben ervan overtuigd dat hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voltooien op de dag van Christus Jezus. (Phi 1:6 NBV) Het is nog maar net begonnen en nog lang niet af.

In het gedeelte dat wij gelezen hebben, even verderop in de brief, sluit Paulus bij deze gedachte aan:
Blijf u inspannen voor uw redding (Phi 2:12 NBV). Een beetje onthutsende boodschap: je bent nog niet gered. Daar moet nog heel wat inspanning voor verzet worden. Inspanning? Nou letterlijk staat er zelfs dat je bang en bibberend aan je redding moet werken. Nou dat doet je wel denken aan dat beeld van die drenkeling. Je raakt ervan in de war, we zijn toch verlost en dan hier toch weer niet? Hoe zit dat dan? Zijn we nou verlost?

Ja en nee. Om een misverstand te voorkomen. Je hoeft je verlossing niet zelf te verdienen, die indruk zou je hier kunnen krijgen. Dat heeft Christus voor je gedaan. Paulus roept je hier niet bij je gereformeerde wortels vandaan. Je redding is genade van God door Jezus Christus, zoals de reformatoren dat ook begrepen. Maar hij verlost ons hier wel van een soms verkeerd begrepen gereformeerde bescheidenheid. We hoeven ons niet in te spannen om onze redding te verdienen, onze verlossing komt van God. Maar deze redding doet nu wel een beroep op als onze kracht: de Heer wil dat wij de Vader liefhebben met heel ons hart, ziel, verstand en al onze kracht.
Of zoals ds. Henk van der Velde vorige week zei: God houdt van je zoals je bent, maar Hij houdt teveel van je om je zo te laten” Het is de bedoeling dat wij andere mensen worden.
Broers en zussen, het doel van onze verlossing is nog lang niet bereikt. Gods verlossing is nog lang niet af. Onze redding houd veel meer in dan verlossing van zonde, de Heer wil met ons op reis in een heel nieuw leven. En Hij vraagt dat wij ons onderweg tot het uiterste inspannen om ons aandeel in dat nieuwe leven te leveren.
Onze verlossing is geen punt in de tijd maar een proces. Anders gezegd: het is geen streep waar je in geloof in Jezus Christus overheen stapt, een soort finishlijn, maar een weg die je inslaat in vertrouwen achter je Heer Jezus Christus aan. Het doel is nog lang niet bereikt…. 

2. Wat is het doel? 
Maar wanneer is het doel van onze redding dan wel bereikt?
Je krijgt de indruk dat je geloofsleven zo gaat lijken op een computergame. Steeds als je denkt je doel bereikt te hebben, sta je weer helemaal aan het begin van een the next level –een nieuw spelniveau- En daarna komt weer een next level en daarna weer één. Steeds hoger. Maar waar houdt dit nou eens op?
Wanneer is je verlossing dan wel af?
Nou daar schrijft Paulus over: jullie moeten schitteren als sterren.
Dat begrijpen we wel! Het indrukwekkende gezicht van een sterrenlucht in een heldere nacht. En net als Paulus gebruiken we ‘ster’ ook als een beeld voor opvallend mensen. In onze tijd hebben we ze ook: de sterren van de showbusiness! Alleen het zegt iets over ons wereldbeeld, wat wij tegenwoordig als ‘sterren’ beschouwen. Het zijn bijna altijd mooie mensen, niet zelden heel rijk en ergens heel bekend om. Altijd in beeld, altijd in het nieuws, altijd in de belangstelling. We weten alles van ze! En waar gaat het dan over: ontrouw, onenigheid, misbruik, buitenissige uitspattingen. Als je de bladen en de sites mag geloven, springen onze sterren er vooral daarin uit. In hun extravagante levensstijl. Zien we ze als de verpersoonlijking van onze verboden verlangens? Zien we zo als onze voorbeelden. Zij doen wat wij ons niet veroorloven kunnen maar eigenlijk wel zouden willen.

Paulus roept ons, gelovigen, ook op om sterren te zijn. Op te vallen zoals de sterren die wij kennen. Er uit te springen zoals zij dat doen, maar niet op de manier waarop zij het doen. Het gaat niet om onze schoonheid, en om ons gevoel voor grensoverschrijdend gedrag. Om zo het gesprek van de dag te blijven. Het gaat er voor ons juist om dat we opvallen doordat we zuiver en smetteloos zijn. Van buiten en van binnen. D.w.z. op ons gedrag is niets aan te merken en van binnen straalt puurheid naar buiten. Onbesproken en puur, voor de meeste roddelbladen is dat dodelijk saai. Maar in het Koninkrijk van God is het juist de bedoeling. Een kostbaar doel, waarvoor Jezus zijn leven heeft gegeven. Dat was ooit de bedoeling, daaraan heeft deze wereld behoefte en naar dat doel streven we: de vrede van het Koninkrijk van God
Dat botst frontaal met de bedoelingen van veel mensen in deze wereld.
Hier staan twee wereldbeelden scherp tegenover elkaar! Realiseer je dat!

Wij, worden geacht, op te vallen in dit ‘anders zijn’ dan ‘zij’. Als gelovige die de Heer volgt, loop je uit de maat t.o.v. omgeving. Opvallend anders.
Niet om anders te zijn, maar om te zijn zoals je God je bedoelde: goed!
Een gelovige ster zijn, da’s moeilijk. Je weet dat velen het niet zullen begrijpen.
En precies dat vraagt je Heer van je. Hij wijst ons aan om op deze manier zijn Koninkrijk te presenteren. Hij laat dat aan ons over: dat is een grote eer en tegelijk enorm schrikken.

Het is alsof ons gevraagd wordt om constant op één been te staan. Dat is vermoeiend. Doorgaans zijn wij niet zo lenig dat we op één been in evenwicht zijn. Pas op twee benen vinden wij rust. Zo proberen wij dat ook in ons geloofsleven: we proberen vaak geestelijk in evenwicht te komen, zeg maar met het ene geestelijk been in de wereld en het andere geestelijke been in Gods Koninkrijk. Zo blijft het voor ons wat in evenwicht. Maar de Heer Jezus vraagt ons juist het verschil te maken. Geen compromis maar voluit te gaan voor het Koninkrijk. Geen evenwichtsconstructies, maar schitterend opvallend in het goede. Dat is de bedoeling van onze verlossing en dat kost veel kracht.

Dat lukt ons vaak niet! Hoe zichtbaar is ons geloof nog als wij aan het werk zijn? Vaak zijn het twee werelden, waarin we ons soms heel verschillend gedragen. Reden voor de werkgroep ‘Christen-zijn op je werk’ , om vandaag 7 november tot landelijke themazondag uit te roepen. Doel van dit initiatief is er over na te denken over hoe je wel heel bewust christen op je werk kunt zijn. Er zijn deze maand op verschillende plaatsen in ons land ontmoetingsavonden en er is ook een website met daarop op veel informatie
Christen zijn op je wer
Het is een voorbeeld van het thema waar wij ons op bezinnen: hoe kun je –op je werk en daarbuiten- er uit springen als gelovig christen. Stralen als een ster!
Maar wáár halen wij de moed vandaan voor zo’n opvallende levensstijl? 

3. Bron voor moed en kracht onderweg
Paulus schrijft daar nog meer over. We moeten ons inspannen voor onze redding. Maar hoe dan? Paulus vult dit in: ‘Wees gehoorzaam…’ (12). Uit het woord dat hij gebruikt en het voorgaande begrijp je dat het gaat om gehoorzaam te zijn aan wat God wil. Mooier aan de wil van onze Vader (zoals wij bidden).
Maar hoe blijven wij dan gemotiveerd om dat te doen? Want als wij er proberen uit te springen in ons christen-zijn, voelen we ons vaak de muis tegenover de olifant. Zo klein en zo in de minderheid. Antwoord: door ons diepe ontzag voor Vader, voor wat Hij voor ons doet door zijn Zoon: ons redden! Ons op de weg naar het nieuwe leven te zetten. Bang en bibberend aan onze verlossing werken, zei ik zo straks. Dat is niet uit angst voor onze Vader, maar ontzag voor Hem. Je bent diep onder de indruk van zijn goedheid en genade voor ons. Ik denk dat wij ons nog veel meer op Hem moeten concentreren, denken jullie niet.
Ja dat onze Vader en zijn Zoon ons verlossen van ons kwade verleden ons op het spoor zetten van een nieuw leven, willen we wel geloven. Maar de vraag blijft waar halen we de moed en de kracht vandaan om deze nieuwe levensweg nu ook te bewandelen? Er uit te springen als geloofssterren. Niet in evenwicht te zijn met de anderen.
Dan schrijft Paulus deze bemoedigende woorden. Jullie hoeven dat nieuwe leven niet uit eigen kracht te leiden, Vader wil óók dát aan je geven. Want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt (Phi 2:13 NBV). Wat een bemoediging: onze Vader geeft ons zowel de motivatie (het willen) als het vermogen om het te doen (het werken) Want Hij wil dat wij geloofssterren zijn en Hij zal daar ook voor zorgen. Maar Hij wordt zijn schepping niet ontrouw. Hij schakelt onze verantwoordelijkheid niet uit, zodat het vanzelf wel gebeurt, Hij schakelt die juist in.

Maar hoe werkt dit dan, hoe ontvang je dan wat God wil geven? Broers en zussen, door het te doen! Door Hem te geloven, te vertrouwen en dat te doen wat bij je geloof past. Als je geloof toont door zelf onderweg te gaan, zorgt Hij voor de rest!
God vraagt het je niet alleen, Hij wil je het ook geven! Wil het echt van Hem ontvangen? Hij geeft je pas als je het nodig hebt. Sommigen hebben hier ervaren de Heer je wil geven als je echt met Hem onderweg gaat.

Denk aan Petrus hij moest het vertrouwen hebben uit de boot te stappen en ontdekte toen hij dat dééd, dat zijn Heer te vertrouwen is. Broers en zussen dus moeten wij meer naar onze God en Vader kijken dan naar omstandigheden. Meer op de Heer letten dan op de golven. Dan ontdek je pas hoeveel je geloof (je vertrouwen) waard is. Hij geeft je steeds meer motivatie, steeds meer vermogen. Gods genade is niet dat Hij je gedoogt, Gods genade is dat Hij je levend maakt zoals je nog nooit levend geweest bent: stralend. Besef wel: Gods genade is een feest! Een feest dan een feest wordt als je het gaat vieren!
Laten we de komende maanden samen opnieuw ontdekken hoe rijk we zijn…

Want daar is toch alle reden voor?
Amen 

1 opmerking:

  1. De ontmoetingsavonden (van 18-22 uur) waarover in de preek gesproken wordt, zijn in Arnhem (wo. 10 nov.), Rotterdam (di. 16 nov.), Heerlen (do. 25 nov.) en Enschede (di. 30 nov.). Met 2-4 workshops en alle gelegenheid om ook wat persoonlijker van gedachten te wisselen over wat christen-zijn op je werk inhoudt en hoe je daar gestalte aan kunt geven. Christenen uit alle beroepen en werksituaties zijn welkom. Vanwege de maaltijd is opgeven verplicht via www.christenzijnopjewerk.nl

    BeantwoordenVerwijderen