zondag 17 oktober 2010

Missionair 4 Wat is ons Missionair Peil? Mat. 25,31-46

Bewogenheid

Kijk! Dit is de stapel kaarten die wij rondom het overlijden van mijn vader gekregen hebben. Veel van die kaarten zijn van jullie afkomstig. ’n Dierbaar stapeltje voor ons, dat ik nu eens even kan meenemen om het te laten zien. De handdrukken, de mailtjes en de bezoeken zitten er nu even niet bij, maar je kunt het zo gemakkelijker te laten zien.
Zo ziet een bundel bewogenheid eruit. ||Papiergeworden bewogenheid |
Op zo’n moment dat je afscheid moet nemen is dat heel belangrijk voor je.
‘Je bent niet alleen, wij denken aan je! En wij bidden voor je’
Je ziet het veel meer in onze gemeente: hele muren vol bewogenheid.

Muren vol met een liefdevolle boodschap, die ook dankbaar ontvangen wordt:
dat weet ik, dat hoor ik mensen dan zeggen. Ze zijn er blij mee.
Dat bewogen meeleven met elkaar, hebben we niet van onszelf. Het is ons wel eigen geworden, maar het is door de Vader, de Zoon en de Geest in ons wakker gemaakt. Dat komt met onze verlossing mee: die hemelse liefde kust die van ons weer wakker. Nu het eenmaal wakker is, trekt God het als het ware uit ons naar buiten. Hij doet een appèl op ons: Heb Mij nou dan ook lief, heb je naaste vanaf nu dan ook lief. Dit stapeltje is dus eigenlijk ‘doorgeefliefde’: wij geven de liefde die we van God kregen weer aan elkaar door. En weet je, het is soms nog wennen om het te geven, maar het ontvangen doet ontzettend goed! Dat is zeker! Zo hóórt het, dat voelen we. ‘Doorgeefliefde’, houdt dat even vast. Ik wil het daar verderop nog eens over hebben. Het is nl. weer een stap verder op ons missionaire pad. 

De route en het vervolg 

Waar waren ook al weer gebleven op dat missionaire pad? We zijn begonnen (op startzondag) met het voorbeeld van een missionaire kerk. Die eerste gemeente in Jeruzalem was een wel zeer aantrekkelijke gemeente. Binnen enkele dagen worden duizenden lid. Dat heeft te maken met de manier waarop die gemeenteleden met elkaar omgaan. Ze hebben veel voor elkaar over en dat maakt indruk!
Hoezo missionaire kerk?, hoor ik iemand vragen. Stáát dat dan ergens in die tekst? Nee het woord is van ons, maar de gedachte niet! Die kwam al eerder bij de Heer Jezus vandaan.

Net als Israël vroeger, is het nieuwe volk van de Heer bedoeld om een licht voor de wereld te zijn: een inspirerend voorbeeld van het Koninkrijk van God.
En we geven met elkaar sowieso een beeld af. Net zoals de steden op de bergen in Israël niemand kunnen ontgaan. M.a.w. je bent missionair of je het wilt of niet. Mensen krijgen toch wel een indruk van ons. Daarom sta op en schitter! Kies er voor om licht (door) te geven.
Uit de eerste brief van Petrus –dat was de derde preek- wordt duidelijk dat dit zelfs de hele reden van onze verlossing is. Dat ons geschitter niet naar ons zelf maar naar God verwijst. En dat dit precies de bedoeling is.

….eigendom van God ‘om’ de grote daden te verkondigen van Hem die jullie uit het duister in het licht geroepen heeft. Onze verlossing draait om God! Niet om onszelf zoals wij ook wel eens denken.
We krijgen een dubbele opdracht: 1.met elkaar een hechte gemeenschap te zijn waarbinnen God kan wonen als in de tempel vroeger En 2. om in die tempel net zoals als de priesters vroeger dankbaar offers te brengen die bestaan uit een nieuw leven voor God.
Broers en zussen wij worden geacht met elkaar onze nieuwe levens aan God te offeren.
Dat leverde me de vraag op: ‘Wat moet ik hier concreet mee?”
En dat brengt ons op het tekst voor deze zondag Mat. 25,31v en op de themavraag: ‘Wat is ons Missionaire Peil?’

Laatste oordeel
Je zou dit kunnen beschouwen als de aankondiging het meest indringende functioneringsgesprek uit de geschiedenis van de mensheid! Maar nou niet eens betreffende ons werk –dat bij ons wel veel aandacht krijgt-, maar over het leven. Wat voor mensen zijn jullie geweest, is de vraag. En dat gaat nogal wat dieper.
Daaruit moet toch duidelijk worden wat schitteren voor God is, wat dat nieuwe leven, nu concreet betekent. (Concrete is Engels voor beton… ons idee moet beton, harde werkelijkheid worden)

Wij kennen dit gedeelte als ‘het laatste oordeel.’ In de geschiedenis van de kerk is daar veel over nagedacht, kijk maar eens wat je daarvan kunt zien in de oude kerkgebouwen
We zien – je ziet het toch voor je- onze Heer Jezus terugkomen: een overweldigend schouwspel groots, stralend, diep indrukwekkend. Dat zit hem niet in de in ganzenpas voorbijstampende militairen, maar in de aanwezigheid van de Koning Persoonlijk. Je merkt aan alles dat dit de Heer Jezus is (Hij is de Mensenzoon en spreekt over de ‘door mijn Vader gezegenden’)
Op dat moment zien we alle volken uit de hele wereld voor zijn troon samen gebracht worden. En wat tot op dat moment in één wereldsamenleving met elkaar werkte, reisde en communiceerde enconsumeerde, wordt op die dag definitief in twee groepen gesplitst: voor de gelegenheid schapen en bokken genoemd.
Op zich een heel gewoon beeld in Israël: schapen en bokken liepen vaak samen in de weide maar voor de nacht werden ze weer uit elkaar gehaald. Zodat de meer kwetsbare bokken warmer onderdak gebracht konden worden. Een noodzakelijke scheiding. Net zoals deze een noodzakelijke scheiding is. Maar deze is indrukwekkender: want na deze komt er geen volgende dag. Deze is definitief. Mensen gaan definitief uit elkaar.

Voor de eerste luisteraars is dit is een schokkende boodschap hoor. Want er ontstaan hier niet de groepen die men in de tijd had verwacht: Israël tegenover de heidenvolken. Israël blijkt niet meer als geheel vanzelfsprekend voor het Koninkrijk van de Vader bestemd (34). Niet meer als volk vanzelfsprekend tot de door mijn Vader gezegenden te behoren. En dat is in die tijd –vlak voor de kruisiging- nogal een schokkende boodschap.
Maar broers en zussen, voor ons is het ook een confronterende boodschap: het zijn ook geen voor ons bekende groepen: kerkelijken en onkerkelijken bijv.
Het is dus niet de groep waarbij je hoort die beslissend is of je bij de ‘door de Vader gezegenden’ (34) of bij de ‘vervloekten’ hoort (41) die de Heer Jezus nooit meer wil zien. Het is dus denkbaar dat de scheiding –als binnenkort deze dag aan zou breken- hier ook dwars door onze gemeente zou lopen, want alleen je kerklidmaatschap is niet beslissend! Maar wat dan wel? 

Beoordelingscriteria 
Het gaat over het
* (x6) Voeden van hen die honger hebben (35)
* Lessen van de dorst van hen die dorst hebben
* Opnemen van allochtonen
* Kleden van hen die dreigen te verkleumen (36)
* Omzien naar zieken
* Bezoeken van gevangenen

Dat is verwarrend! Wordt je er nu alleen maar op beoordeeld of je hebt meegewerkt aan een betere wereld? Maar waarom moest de Heer Jezus dan sterven? Heeft dit niets met Hem te maken? Maar als je nauwkeurig leest dan ontdek je dat de Heer Jezus het hier steeds over zichzelf heeft. Hij is de behoeftige die hulp nodig had (ik had 35/36). En als de wereldsamenleving daar verbaasd op reageert: maar we hebben u nooit in deze omstandigheden ontmoet?, dan legt Hij uit dat zijn broers en zussen wèl in die omstandigheden waren (40).
Wie zijn dat dan die broers en zussen? ‘Ieder de wil van God doet’, zegt Jezus in Mar. 3,35. En als je weet dat Hij hier tegen zijn leerlingen spreekt, dan besef je dat het hier gaat over zijn volgelingen. De apostelen voorop en al de anderen in hun voetspoor. Al die mensen die er in de loop van de eeuwen met de persoonlijke boodschap van hun Heer op uit zijn gegaan naar de wereldsamenleving als geheel. Ze komen met hun boodschap kennelijk in de meest moeilijke omstandigheden terecht. Maar dat hebben ze er voor over: honger, dorst, allochtoon worden in een ander land, kou, gevangenschap, ja ze offeren zelfs hun gezondheid er voor op het evangelie te kunnen boodschappen. Broers en zussen zo is het ook bij ons gekomen: met roeibootjes over de Noordzee uit Engeland en daarvoor uit Ierland: de boodschappers waren in gevaar, koud, en verkleumd stel ik me zo voor, vóór ze onze kust bereikten Zij hadden er alles voor over: Willibrordt en Bonifatius

Koning Jezus beoordeelt je op de vraag: hoe heb je mij ontvangen toen ik je kwam opzoeken? Want in die boodschapper kwam ik je zelf opzoeken! Heb je het evangelie, heb je hen, heb je Mij, met blijdschap aangenomen. Dat laat je zien aan de manier waarop je met mijn boodschappers, liefdevoller, mijn broers en zussen, bent omgegaan. 

Nederlands Missionair Peil
Broers en zussen, ik moet stoppen, de preek wordt te lang. Maar er is zoveel over te zeggen. Wat is nu de boodschap voor ons? Is die boodschap: bereid een welkom voor jullie eigen predikers? Nou je hoeft ons niet in persoonlijke zin in de watten te leggen, maar je wordt er wel op beoordeeld hoe je met hen meewerkte. Want hun Heer heeft zich aan hen verbonden.
En als je Hem op deze manier ontvangt, wordt je zelf een volgeling van je Heer die doet wat de wil van God is. En ben je zelf één van de broers en zussen geworden. Met een boodschap: en dat blijkt het doorgeven van Gods liefde te zijn met volle inzet: je offert er, als het moet, je levenskwaliteit voor op: honger, dorst, je vertrouwde thuis en je riskeert als het moet je vrijheid ervoor en je gezondheid.
Dat zijn andere prioriteiten dan die wij vaak hebben. We zouden het van jongs af aan moeten leren aan kinderen als Sarah, Yerah en Mathijs. Dit is het belangrijkste. Voordat allerlei andere belangen de plaats in nemen!
Alles voor de boodschap. Maar weet je, - en dat is de troost- wat je nu opgeeft wordt je vergolden bij het laatste oordeel: ‘Kom gezegenden van mijn Vader, neem deel aan het Koninkrijk dat altijd al voor jullie bestemd was.’ 

En al doende ontdek je dat dit kostbare evangelie doorgeven in feite Gods liefde doorgeven is. Dat je dit doet met je nieuwe leven voor God! Een leven waarin je oog hebt voor hen die tekort komen, voor allochtonen die geen thuis hebben, voor hen die ziek zijn of vastzitten vanwege hun zonde.
Deze kaarten zijn een bundel doorgeefliefde zei ik zonet.
Laten we dit niet alleen aan elkaar doorgeven, maar ook naar anderen exporteren. Van ‘doorgeefliefde ‘exportliefde’ maken.

Als je een missionaire gemeente ergens aan wil meten, zijn we het of niet.
dan merk je dat aan de concrete liefde die wij als gemeente uitstralen…
Wat betekenen wij voor onze omgeving. Voor de Gelderse vallei?
Dichterbij voor onze eigen woonplaatsen?
Merken ze door ons al iets van het Koninkrijk? Zijn wij een ansicht (kaart) van het Koninkrijk? Wat exporteren wij concreet als gemeente naar de mensen om ons heen? 
Daaraan kun je ons missionair gemeente zijn meten.
Net zoals er een Nieuw Amsterdams Peil is aan de hand waarvan je de waterhoogte kunt bepalen. Zo zou er ook een Nationaal Missionair Peil moeten zijn waaraan je kunt meten, hoe het er missionair voorstaat. Minimaal moeten men iets onze de liefde kunnen merken nadat wij onze Heer Jezus in ons midden opgenomen hebben.
En daarin kunnen ervaren dat wij nu ook zijn volgelingen zijn.
Broers en zussen hoe zou ons niveau wij het volgens dat NMP? 

Amen.

vrijdag 15 oktober 2010

Missionair 4, Wat is het Nederlands Missionair peil?

Wat wordt er Missionair nu concreet van ons verwacht? Een volgende stap op onze missionaire weg.


We hopen: 
Sarah Gabriëla Sophia van Ommen, Mathijs Peelen en Yerah Vink te kunnen dopen



Liturgie

Intro: B 135 Groot is hij
Ps. 146, 1 en 2 Zing mijn ziel voor God uw Here

Stil gebed, votum en zegengroet
Zingen: B 83 Heer, wil mij op uw vleugels nemen
Doopformulier
vragen:
Gesprekje kinderen
Zingen: B 213 Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht
Doop:
Zingen: B 139 Machtige Heer, grote Verlosser
Kinderen naar de Bijbelklas
Aansporing: Dubbelgebod: Fil. 4,4-9 Zingen: Ps. 133 Lezen:  Mat 25, 31-46
Preek
Zingen:  Gez. 285 Geef vrede, Heer, geef vrede
Gebed
Collecte
Kinderen terug uit de Bijbelklas
Zingen: Gez. 456,1, 2 Zegen ons algoede Zegen
Zingen: Gez 456,3 Amen, Amen, Amen


maandag 11 oktober 2010

Bevestiging ds. Henk van der Velde - Joh. 10,1-10

 

Welke leiders?
150.000 pinguïns op een hoop, een kakafonie van vogelgeluid.
Maar moeder pinguïn vindt feilloos haar jong terug! Midden tussen al die vogelstemmen, herkent ze die van haar kind.
Zouden wij dat ook zo kunnen? Nou moeders herkennen heel zuiver het gehuil van hun kind tussen de tientallen andere.

Herkent een christen nou ook zo het geluid van zijn Heer?

Want er klinken zo langzamerhand heel wat stemmen ons ons heen, kun je de zijne er nog wel tussen uithalen? Hij spreekt ons immers meestal aan via medemensen –zo is zijn stijl-, maar je vraagt je wel eens af: via welke eigenlijk? Is het vooral via de New Yorkse predikant, die zulke scherpzinnige boeken over geloven schrijft, of is het meer die Anglicaanse bisschop met zijn boeken over het NT? Is het de internationaal bekende bijbelleraar die zijn ideeën over gebedsgenezing naar de hele wereld exporteert. Zijn het de Doorbrekers, is het New Wine, of is het de Voorzeide Leer? Is het allemaal tegelijk?
Zeg het maar! In welke stem herken je de klank van Christus? Immers niet allemaal wijzen ze dezelfde richting! En dan bevestigen we vandaag op 10-10-10 ook nog eens een tweede predikant in onze gemeente. Komt er weer een stem bij! Vanaf nu klinkt zijn stem in dit geheel mee, samen met die van mij. Welke leiders moet je nou volgen en waarom? Dat lijkt me vandaag geen overbodige vraag. Het kan je als christen heel onrustig maken: de één maakt je enthousiast voor iets en de anders waarschuwt je er juist weer voor. En natuurlijk we hebben de Bijbel, maar wie legt hem nu goed uit? Wie moet je nou volgen?
Wie spreekt namens de Herder van de gemeente, namens de Heer Jezus? Vroeger had je het spelprogramma ‘Wie van de Drie’ op de TV. Steeds drie mensen die beweerden een bepaald beroep te hebben en het spelpanel moest dan met sluwe vragen proberen ontdekken welke de échte was. Aan het einde werd dan gevraagd: wil de echte … opstaan? En dan wist je het
Konden wij het ook maar zo vragen: wil de echte herder opstaan?
Maar wij moeten er anders achter zien te komen. Hoe?

In Johannes 10 schetst onze Heer Jezus ons een enorm geruststellend plaatje:
‘De stem van je Heer (?) die herken je uit duizenden.’
Hij neemt ons mee naar een schaapskooi uit die tijd . Dat is een muurtje zonder dak. Daar kunnen meer dan één kudde in, zo komen ze veilig samen de nacht door. De eigen herder komt dan ’s morgens bij de kooi en roept zijn eigen schapen. Zwartkop, eenoog, pluimstaart, kom dan. En alleen zijn eigen schapen herkennen zijn stem en gaan met hem mee. Hij vertrekt met de schapen die bij hem horen, de anderen blijven achter. Simpel,… lijkt het.
3x 10
De stem van Herder is wel te herkennen, maar waar moeten wij dan op letten?
Want het gaat voor ons niet op de klank af, zoals de schapen die klank kennen en vol vertrouwen terugdenken aan die andere keren dat deze stem hun naar een goede weide bracht. Wij moeten meer op de inhoud letten.
Er zijn tenminste drie dingen waaraan wij de stem van de Heer herkennen. Je ziet ze bij elkaar staan in vs 10. Je herkent zijn boodschap aan: 1. De stijl 2. Richting en het doel 3. Aan het belang dat gediend wordt: 3 x vs 10 dus.
1. De Stijl
“Ik ben gekomen…” (10), zegt de Heer Jezus. Hij is geen Heer op grote afstand maar komt persoonlijk. En spreekt je zelf aan. Drie jaar lang is Hij in Israël op zoek geweest naar zijn volk. Hoeveel mensen heeft Hij daar niet persoonlijk gesproken? Geen boek uit de hemel, maar een Persoon. En als Hij naar de hemel gaat, stuurt Hij zijn apostelen er ook op uit met een persoonlijke boodschap voor de rest van de wereld. Die is hier ook op de Veluwe persoonlijk afgeleverd. Waar de Heer je aan wil spreken ontmoet je al snel één van zijn dienaren. Zo doet hij dat nog altijd. Gemeentes over heel deze wereld mogen er op daarom op rekenen dat de Heer mensen in hun midden brengt die door Hem geroepen zijn om zijn boodschap persoonlijk bij hen te brengen. En vanmorgen vieren we dat zo’n geroepen dienaar op de door zijn Heer aangewezen plek komt.
De leiding van deze gemeente loopt dus in de eerste plaats via ds. Henk van der Velde en ja –alles wat ik zeg gaat ook over mezelf- en via mij. Wij zijn die geroepen herders hier. Zo werkt dat in Gods Koninkrijk. En al die andere leiding – hoe waardevol ook- staat iets meer op een afstand.
Nou zeg…Betekent dat zoiets als kadaverdiscipline?
Juist niet! In dat persoonlijke komt nl. nog méér mee. In de tijd dat de Heer dit voor het eerst zei, waren er Warlords, bendeleiders (dat zijn die dieven en rovers), die zich zelf uitriepen als leider over Israël. Zij stelden zichzelf als Messias aan en met veel geweld probeerden ze hun koningschap waar te maken: ze zaaiden dood en verderf. Iedereen was bang voor hen.

De Heer overweldigt je niet met machtsvertoon. Hij dwingt je niet in een bepaalde richting. Nee Hij overtuigt je! En langzamerhand wint Hij je vertrouwen, je geloof. Op deze manier raakt je ervan overtuigd dat Hij je Heer is. Om het maar eens anders te zeggen: je hoeft de boodschap niet onbegrepen aan te nemen, maar je mag vragen stellen! Zo deed de Heer dat zelf, zo doen de door Hem aangewezen leiders dat. Want Hij zet ons niet op een voetstuk! We staan midden tussen de andere gemeenteleden. Zo wil Hij dat … net zo aanraakbaar als hun Heer.
In het Koninkrijk van God gaat het er niet om wie de macht heeft, maar dat je overtuigd raakt van je Heer en in Hem kunt geloven. Daarom die persoonlijke behandeling.
2. Richting en doel
Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid. (Joh 10:10 NBV)
De vertrouwde stem van de herder, hoeft niet te betekenen dat het allemaal heel comfortabel is in zijn buurt. Dat zou je je voor kunnen stellen bij dit idyllische plaatje. ’t Is allemaal zo bekend en zo vertrouwd, bij de Herder.

Maar zo bedoelt onze Heer dit niet. Zijn stem stelt je niet gerust, omdat het allemaal zo bekend en vertrouwd is. Toen de Heer op aarde kwam riep Hij zijn volk juist op uit hun vertrouwde leventje te stappen en Hem als Koning te aanvaarden. Als hun verwachte Messias. Kom je mee naar mijn rijk, dat is pas leven. Maar daar zagen zij nog helemaal niets van. Die herders die de Heer er op uitstuurt, komen met net zo’n boodschap.

Ga mee met de Heer en zoek eerst zijn Koninkrijk.

Dat betekent juist dat je uit je comfortabele leventje weggeroepen wordt naar een leven dat veel meer rijkdom beloofd. Zeggen ze, maar daar zie je nu nog niet alles van. Wat je bezit, je huis, je lichaam, je vrienden, je relatie, je reputatie en je werk je nooit blijvend kunnen geven, kan je Heer je wel geven is de belofte: Vrede met God en een echt rijk leven in het Koninkrijk van God. Hij roept je juist op uit je comfortzone vandaan te komen.
Je herkent zo’n herder dan ook niet aan zijn uiterlijk vertoon, aan zijn charisma, aan zijn tomeloze werklust, aan zijn leiderschapskwaliteiten, dat hij je altijd zo op je gemak weet te stellen of dat hij zo goed zijn weg weet in de samenleving. Hij is juist niet zo thuis in deze samenleving – een beetje wereldvreemd- hij heeft het immers steeds over een andere samenleving. Je herkent hem er aan dat hij in dezelfde richting gaat als zijn Heer en je uitnodigt ook mee te komen naar dat Koninkrijk. Een geweldig doel, maar de weg er heen kan best moeilijk zijn. Door lastig berglandschap en langs smalle paden en je moet ook veel achterlaten. De stem van de herder stelt je niet gerust omdat hij zo vertrouwd klinkt maar omdat je gaat vertrouwen dat het doel dat hij je wijst zo heilzaam is. En dat je dan dat vertrouwde juist achter je durft te laten op weg naar het heilzame: Gods Koninkrijk.
Hij aait je niet over je bol maar wijst je wel waar je wezen moet. Een échte herder is altijd onderweg naar het Koninkrijk en wil dat je met hem meegaat.
3. Het belang
Je leest hier nog over één belangrijk kenmerk.
Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid. (Joh 10:10 NBV) Het ging de Heer, niet om Hem zelf, zoals een dief, maar om de kudde. Hij was bereid alles te doorstaan voor zijn kudde. Zo mag het één van zijn herders ook niet om hemzelf gaan. Kijk naar het plaatje: het schaap staat in het centrum.
Een herder hoeft niet rijk te worden vd. kudde: geen broodprofeet zoals de leiders in Jezus dagen. hij hoeft er niet bekend van te worden, hij hoeft niet in het middelpunt te staan (moeilijk voor een dominee, je raakt aan de aandacht gewend). Het gaat om de schapen en hun Heer. Als ze Hem maar leren kennen. Da’s ook zijn belang.
Daar wil een herder voor waken en dan kost het hem maar wat.
Aan een herder van de Heer merkt je dat hij niet het middelpunt van de kudde wil zijn. Het gaat niet om zijn eigen belang maar om dat van zijn Heer.
Identiteitsbewijs van een herder 

Broers en zussen, zo herken je nou een herder van Heer, een echte

Aan zijn leiding in de stijl van Christus: persoonlijk en overtuigend
Aan zijn gedrevenheid door de Geest van Christus naar Gods doel: het Koninkrijk
Aan zijn gezindheid net zoals die van Christus.

Zoek naar zulke leiding en je komt bij je Heer zelf uit.

Henk, je bent een ervaren herder, die ingezet wordt op een nieuwe plek in het Koninkrijk. Spannend, maar je weet het. Je hoeft niet te schitteren door eigen licht, niet te spreken op eigen gezag, je hoeft deze gemeente niet te veroveren, je hoeft als herder alleen maar zelf ook een schaap van de Goede Herder (Jezus) te blijven. Gewoon een schaap met vier poten. Als zijn andere schapen dat herkennen is, krijg je vanzelf de leiding. Want dan is er opnieuw een echte herder opgestaan. Amen

zondag 3 oktober 2010

Missionair 3: 'Om' wie draait het in je geloof? 1 Petr. 2,9-10

Licht van de Barneveldse berg (Voorthuizense heuvelrug)
Konden jullie er iets mee?
Met die oproep in de vorige preek?
Sta op en schitter! Jesaja [60,1-3]!
Of in de woorden van onze Heer Jezus: ‘Laat jullie licht schijnen voor de mensen?” [Mat. 5, 16]. ||
Begrijpen jullie het beeld dat de Heer Jezus gebruikt? een stad die boven op een berg ligt dat dit een beeld van onze gemeente is (en van alle andere gemeenten)? Begrijpen jullie dat wij als het ware de kerk op de Barneveldse Berg zijn? ||

Ik zou me kunnen voorstellen van niet.
Zo praten we niet zo vaak over in onze kerkelijke gemeente. Van jongs of aan heb ik er tenminste niet zo over leren denken. Ik heb het niet van huis uit meegekregen. Nee veel meer: de kerk is een gebouw waar ik regelmatig heen ga.
Dat is belangrijk, want dáár hoor ik over mijn verlossing door de Heer Jezus Christus. Ik ga er heen om te luisteren.
Ook om God eer te brengen, door te zingen, te bidden en te belijden.
Maar dat wij als kerk, als geheel, een uitstraling horen te hebben, daar dachten wij vroeger niet zo over na! En jullie?
Zoals ik al zei: ik zou me kunnen voorstellen van niet.
Het is maar net welk beeld van de kerk je van jongs of aan hebt meegekregen!
Laat ik dat eens proberen te verduidelijken met een ervaring.

Gods huis?
Het is al weer jaren geleden, maar deze week moest ik er weer aan denken.
Aan die Schooldag in Kampen dat ik almanakken probeerde te verkopen voor de studentenvereniging FQI. Daar was ik toen lid van.
Voor de mensen die dit niet kennen: de Schooldag is de jaarlijkse toogdag van de vrijgemaakte Theologische Universiteit in Kampen.
Daar kwamen toen gemiddeld zo’n 6000 mensen op af.
Allemaal potentiële klanten voor onze almanak.
Daar konden we onze verenigingskas flink mee spekken!

Ik had een mooi plekje gevonden, bij de deur van de Bovenkerk in Kampen.
Geweldige akoestiek die kerk! Zodra de samenkomst daar afgelopen was en de mensen naar de uitgang begonnen te lopen: begon ik te roepen: ‘verse almanakken, verse almanakken.” Dat klonk… nou! Het galmde door het hele gebouw [...] Inderdaad sommige mensen lachten toen ook, maar er waren ook andere die me heel zuinig aankeken. En dat had niet alleen met hun portemonnee te maken. Ze vonden het onbehoorlijk wat ik deed.
De hervormde koster die snel aan was komen lopen, bracht onder woorden wat zij dachten: ‘wil je daar onmiddellijk mee stoppen!’
Dit is oneerbiedig in het huis van God. Het is hier geen markplaats!
Zo had ik er nog niet tegenaan gekeken. De Bovenkerk als huis van God. Ik was het daar niet mee eens en ging nog in discussie. Maar dat kon ik natuurlijk niet winnen, want kosters krijgen altijd gelijk. Ook als ze het niet hebben.

Toch denk ik dat er wel meer zo tegen een kerkgebouw aankijken.
Dat kan ik me wel een beetje voorstellen, want zo’n kerkgebouw straalt wel wat uit: het hoge gewelf brengt voor je gevoel dichter bij de hoogheid en heiligheid van God. Een ruimte doet wat met je. Gevoelsmatig kan ik het me dat heel goed voorstellen dat mensen zo’n kerkgebouw beleven als ‘het huis van God’
Toch is het vreemd aan de bijbel.
Want het NT kent geen heilige plaatsen meer.
Voor de oude tempel is nooit meer een vaste plek in de plaats gekomen.
De Heer verbindt zich niet meer aan één vaste plek, maar heel exclusief aan zijn volk. Waar Gods volk is, is God.
Petrus noemt de gelovigen aan wie hij deze brief schrijft dan ook een geestelijke tempel. Broers en zussen, wij zijn het gebouw waar God wil wonen,
Wij zijn het huis van God op aarde.
Het is belangrijk om ons dat goed te realiseren.
Want de Heer heeft er voor gekozen zich door ons te laten vertegenwoordigen onder de mensen. Als wij ons dat niet goed bewust zijn en dat dus niet doen, dan kun je rare taferelen krijgen.

Eigen heil?
Dat krijg je als je alleen voor je eigen heil naar een kerkgebouw gaat.

Dan krijg zoiets als een vertegenwoordiger die in jouw bedrijf op bezoek komt,
geen enkel moeite doet de producten van zijn baas aan de man te brengen,
Maar jou wel vraagt of ze in de bedrijfskantine ook kroketten hebben.
En als jij dan ja zegt naar de kantine vertrekt om eens even lekker te gaan eten.
terwijl hij jou verbouwereerd achterlaat in je kantoor.
Hij vertegenwoordigt zijn baas helemaal niet, maar alleen zichzelf
Broers en zussen, als wij hier in een dienst zoals die van vanmorgen, alleen voor ons zelf zitten, voor ons zieleheil, dan vergeten we de bedoeling van onze Heer.

Immers wij zijn een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. [1Pe 2:9 NBV]

In deze tekst vallen twee dingen op:

1. Wij zijn door de Heer Jezus Christus gered met een doel. Dat is niet alleen dat wij persoonlijk vrij zijn van onze zonden en een goede toekomst tegemoet gaan in Gods Koninkrijk.
Maar die is –meer dan dit – dat de hele wereld God weer gaat erkennen.
Hem leert zien in zijn grootheid en die grootheid erkent.
“grote daden’ staat er. Als het in de bijbel over Gods grote daden gaat, dan gaat het altijd over God die zijn volk redt[1]. In het OT: uit Egypte en uit ballingschap. In het NT van de zonde en van een zinloos leven.
De hele wereld moet kunnen zien dat God goed is, ons wil redden en wat dat dan in de praktijk voor het leven betekent.

2. Hoe kan de wereld dat zien? Niet in de eerste plaats aan ons persoonlijk geloof, maar aan ons gezamenlijk geloof en leven , het leven van het volk van God.
In deze 10 verzen gaat het steeds in het meervoud over het ‘volk van God’.
Dat gezamenlijke staat hier heel sterk: Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk (1Pe 2:10 NBV). Jullie zijn nu pas een volk. Vóór jullie redding waren jullie losse individuen die heel vaak zelfs helemaal niet samen konden leven. Na jullie redding zijn jullie een eensgezind volk, met een herkenbare levensstijl en één duidelijk doel: het Koninkrijk van God. Paulus kan schrijven: één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping, één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is. (Eph 4:4-6 NBV).
Een praktijk voorbeeld daarvan lazen we drie weken geleden op startzondag: de eerste gemeente in Jeruzalem waaraan je kon zien dat ze gered waren. Ze waren samen (!)aan een heel nieuw leven begonnen. En dát maakte indruk: mensen eerden God om zijn ‘grote daden’.
Alle generaties gelovigen krijgen die opdracht. Wij erven die van onze broers en zussen uit het OT, van het Israël van toen. De Heer Jezus maakte dat al duidelijk: Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt (Mat 5:14 NBV). Het licht van de Barneveldse Berg (denk aan de preek twee week geleden), moet van ons samen komen.

In deze brief van Petrus lees je dat ook nog eens weer. De titels van het oude volk Israël erven over op het nieuwe volk Israël: de messiasbelijdende joden en ex-heidenen samen. Ze -we, laten we het maar op onszelf toepassen- heten nu: een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, (1Pe 2:9 NBV). Petrus decoreert ons met de titels van het oude volk Israël.[2]
Dat is een grote eer, en ook een grote verantwoordelijkheid.

Om wie draait het?
Petrus maakt ons duidelijk dat onze redding draait om de eer van onze goede God. Dat God onze hele wereld toekomst wil geven. Dat wij door Hem zijn geselecteerd (een uitverkoren geslacht) om aan de anderen te laten zien wat Hij met onze wereld van plan is. Is dat aan ons als gemeente gezamenlijk te zien?
Om Wie draait het in ons kerk-zijn?
Om ons respect voor Gods grote daden? Om zijn reddingsplan voor de het wereld? Om dat het nieuwe aantrekkelijke leven van een verloste gemeente voor iedereen zichtbaar is?
Of zijn we dat in de loop van onze geschiedenis, toch min of meer kwijtgeraakt! Of zijn we in de loop van de geschiedenis in onszelf gekeerd geworden en veel meer bezig met onze persoonlijke redding dan met de bedoeling van God ermee? Om Wie draait het in ons geloof? Om onszelf of om God!

We zijn als kerk al lang -2000 jaar- onderweg naar de voltooiing van Gods Koninkrijk. Misschien is er in de geschiedenis van onze kerk in ons land, een tijd lang niet zoveel reden geweest om zo zichtbaar kerk te zijn. Omdat we dachten: iedereen kent God toch al. Misschien denken sommigen dat hier nog wel eens: ‘in de Gelderse Vallei gelooft iedereen en op de Veluwe ook’.
Maar we weten dat dit allang niet meer zo is. Om ons heen niet, maar ook hier niet meer. Ook mensen in de Gelderse Vallei en ook die op de Veluwe hebben redding nodig. En wij zijn –als gemeente- samen met de andere christelijke gemeenten, door God geselecteerd (uitverkoren) om te laten zien wat voor een belofte Gods verlossing voor onze regio betekent. Wij moeten in de eerste plaats zichtbaar maken wat het in de praktijk betekent dat Jezus Heer is over het Koninkrijk van God! Wat zijn verkiezingsprogramma kan betekenen voor onze regio in nood.

Broers en zussen, om W(w)ie draait het in ons geloof?

Een persoonlijke vraag, die ik vanmorgen aan iedereen mee wil geven!
Denk daar nou eens een tijd over na en probeer en dan eerlijk antwoord op te geven voor jezelf.
Onze God wil dat wij met Hem verder kijken voorbij ons eigen belang naar het zijne en dat van onze medemensen. Wij willen dat vast ook! Maar doen wij het ook.

Wat is verlossing?
Petrus geeft aan het begin van ons leesgedeelte een definitie van redding/verlossing. Als dat leest dan begrijp je dat redding geen alleen voor jezelf bestemde toezegging is. Maar een door God gegeven en door de Heer Jezus Christus verworven mogelijkheid om weer te leren om in zijn stijl te gaan leven.
Ontdoe u dus van alles wat slecht is, van alle bedrog en huichelarij, alle afgunst en kwaadsprekerij, 2 En verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt. 3 U hebt toch ondervonden hoe goed de Heer is? (1Pe 2:1-3 NBV)

Gods selectie wordt opgeroepen dienst te doen in zijn tempel. Dat betekent binnen het gezamenlijke volk van God. En gezamenlijk (als volk) aan het nieuwe leven te beginnen en zo onze redding te bereiken staat er. Je merkt hier dat onze verlossing een heel proces is, dat begint bij een overtuiging (geloof), maar pas voltooid is in een vernieuwde levensstijl.

Dierbare broers en zussen. Misschien zijn we de afgelopen jaren wel veel te veel kerkbezoekers geworden bij wie het vooral om de eigen verlossing gaat.
Dat kan zo gebeuren, maar weet dat dit niet zo kan blijven.
Onze God heeft veel grotere plannen met ons
Hij wil dat wij voor iedereen zichtbaar priesters zijn in zijn tempel
Een dankoffer van een nieuw leven brengen,
waarvan het licht een baken is voor onze hele regio

God leeft en God redt, laat je ook redden.

Broers en zussen, om W(w)ie draait het?

Amen

[1] Ps. 77:13’, Ps. 78:7, 11, Joel 2:20f, Acts 2:11, 22, Heb. 2:4, 1 Pet. 2:9
[2] Ex. 19,6, Deut. 7,6, Deut. 14,2, Jes. 43,21