zondag 3 oktober 2010

Missionair 3: 'Om' wie draait het in je geloof? 1 Petr. 2,9-10

Licht van de Barneveldse berg (Voorthuizense heuvelrug)
Konden jullie er iets mee?
Met die oproep in de vorige preek?
Sta op en schitter! Jesaja [60,1-3]!
Of in de woorden van onze Heer Jezus: ‘Laat jullie licht schijnen voor de mensen?” [Mat. 5, 16]. ||
Begrijpen jullie het beeld dat de Heer Jezus gebruikt? een stad die boven op een berg ligt dat dit een beeld van onze gemeente is (en van alle andere gemeenten)? Begrijpen jullie dat wij als het ware de kerk op de Barneveldse Berg zijn? ||

Ik zou me kunnen voorstellen van niet.
Zo praten we niet zo vaak over in onze kerkelijke gemeente. Van jongs of aan heb ik er tenminste niet zo over leren denken. Ik heb het niet van huis uit meegekregen. Nee veel meer: de kerk is een gebouw waar ik regelmatig heen ga.
Dat is belangrijk, want dáár hoor ik over mijn verlossing door de Heer Jezus Christus. Ik ga er heen om te luisteren.
Ook om God eer te brengen, door te zingen, te bidden en te belijden.
Maar dat wij als kerk, als geheel, een uitstraling horen te hebben, daar dachten wij vroeger niet zo over na! En jullie?
Zoals ik al zei: ik zou me kunnen voorstellen van niet.
Het is maar net welk beeld van de kerk je van jongs of aan hebt meegekregen!
Laat ik dat eens proberen te verduidelijken met een ervaring.

Gods huis?
Het is al weer jaren geleden, maar deze week moest ik er weer aan denken.
Aan die Schooldag in Kampen dat ik almanakken probeerde te verkopen voor de studentenvereniging FQI. Daar was ik toen lid van.
Voor de mensen die dit niet kennen: de Schooldag is de jaarlijkse toogdag van de vrijgemaakte Theologische Universiteit in Kampen.
Daar kwamen toen gemiddeld zo’n 6000 mensen op af.
Allemaal potentiële klanten voor onze almanak.
Daar konden we onze verenigingskas flink mee spekken!

Ik had een mooi plekje gevonden, bij de deur van de Bovenkerk in Kampen.
Geweldige akoestiek die kerk! Zodra de samenkomst daar afgelopen was en de mensen naar de uitgang begonnen te lopen: begon ik te roepen: ‘verse almanakken, verse almanakken.” Dat klonk… nou! Het galmde door het hele gebouw [...] Inderdaad sommige mensen lachten toen ook, maar er waren ook andere die me heel zuinig aankeken. En dat had niet alleen met hun portemonnee te maken. Ze vonden het onbehoorlijk wat ik deed.
De hervormde koster die snel aan was komen lopen, bracht onder woorden wat zij dachten: ‘wil je daar onmiddellijk mee stoppen!’
Dit is oneerbiedig in het huis van God. Het is hier geen markplaats!
Zo had ik er nog niet tegenaan gekeken. De Bovenkerk als huis van God. Ik was het daar niet mee eens en ging nog in discussie. Maar dat kon ik natuurlijk niet winnen, want kosters krijgen altijd gelijk. Ook als ze het niet hebben.

Toch denk ik dat er wel meer zo tegen een kerkgebouw aankijken.
Dat kan ik me wel een beetje voorstellen, want zo’n kerkgebouw straalt wel wat uit: het hoge gewelf brengt voor je gevoel dichter bij de hoogheid en heiligheid van God. Een ruimte doet wat met je. Gevoelsmatig kan ik het me dat heel goed voorstellen dat mensen zo’n kerkgebouw beleven als ‘het huis van God’
Toch is het vreemd aan de bijbel.
Want het NT kent geen heilige plaatsen meer.
Voor de oude tempel is nooit meer een vaste plek in de plaats gekomen.
De Heer verbindt zich niet meer aan één vaste plek, maar heel exclusief aan zijn volk. Waar Gods volk is, is God.
Petrus noemt de gelovigen aan wie hij deze brief schrijft dan ook een geestelijke tempel. Broers en zussen, wij zijn het gebouw waar God wil wonen,
Wij zijn het huis van God op aarde.
Het is belangrijk om ons dat goed te realiseren.
Want de Heer heeft er voor gekozen zich door ons te laten vertegenwoordigen onder de mensen. Als wij ons dat niet goed bewust zijn en dat dus niet doen, dan kun je rare taferelen krijgen.

Eigen heil?
Dat krijg je als je alleen voor je eigen heil naar een kerkgebouw gaat.

Dan krijg zoiets als een vertegenwoordiger die in jouw bedrijf op bezoek komt,
geen enkel moeite doet de producten van zijn baas aan de man te brengen,
Maar jou wel vraagt of ze in de bedrijfskantine ook kroketten hebben.
En als jij dan ja zegt naar de kantine vertrekt om eens even lekker te gaan eten.
terwijl hij jou verbouwereerd achterlaat in je kantoor.
Hij vertegenwoordigt zijn baas helemaal niet, maar alleen zichzelf
Broers en zussen, als wij hier in een dienst zoals die van vanmorgen, alleen voor ons zelf zitten, voor ons zieleheil, dan vergeten we de bedoeling van onze Heer.

Immers wij zijn een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. [1Pe 2:9 NBV]

In deze tekst vallen twee dingen op:

1. Wij zijn door de Heer Jezus Christus gered met een doel. Dat is niet alleen dat wij persoonlijk vrij zijn van onze zonden en een goede toekomst tegemoet gaan in Gods Koninkrijk.
Maar die is –meer dan dit – dat de hele wereld God weer gaat erkennen.
Hem leert zien in zijn grootheid en die grootheid erkent.
“grote daden’ staat er. Als het in de bijbel over Gods grote daden gaat, dan gaat het altijd over God die zijn volk redt[1]. In het OT: uit Egypte en uit ballingschap. In het NT van de zonde en van een zinloos leven.
De hele wereld moet kunnen zien dat God goed is, ons wil redden en wat dat dan in de praktijk voor het leven betekent.

2. Hoe kan de wereld dat zien? Niet in de eerste plaats aan ons persoonlijk geloof, maar aan ons gezamenlijk geloof en leven , het leven van het volk van God.
In deze 10 verzen gaat het steeds in het meervoud over het ‘volk van God’.
Dat gezamenlijke staat hier heel sterk: Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk (1Pe 2:10 NBV). Jullie zijn nu pas een volk. Vóór jullie redding waren jullie losse individuen die heel vaak zelfs helemaal niet samen konden leven. Na jullie redding zijn jullie een eensgezind volk, met een herkenbare levensstijl en één duidelijk doel: het Koninkrijk van God. Paulus kan schrijven: één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping, één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is. (Eph 4:4-6 NBV).
Een praktijk voorbeeld daarvan lazen we drie weken geleden op startzondag: de eerste gemeente in Jeruzalem waaraan je kon zien dat ze gered waren. Ze waren samen (!)aan een heel nieuw leven begonnen. En dát maakte indruk: mensen eerden God om zijn ‘grote daden’.
Alle generaties gelovigen krijgen die opdracht. Wij erven die van onze broers en zussen uit het OT, van het Israël van toen. De Heer Jezus maakte dat al duidelijk: Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt (Mat 5:14 NBV). Het licht van de Barneveldse Berg (denk aan de preek twee week geleden), moet van ons samen komen.

In deze brief van Petrus lees je dat ook nog eens weer. De titels van het oude volk Israël erven over op het nieuwe volk Israël: de messiasbelijdende joden en ex-heidenen samen. Ze -we, laten we het maar op onszelf toepassen- heten nu: een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, (1Pe 2:9 NBV). Petrus decoreert ons met de titels van het oude volk Israël.[2]
Dat is een grote eer, en ook een grote verantwoordelijkheid.

Om wie draait het?
Petrus maakt ons duidelijk dat onze redding draait om de eer van onze goede God. Dat God onze hele wereld toekomst wil geven. Dat wij door Hem zijn geselecteerd (een uitverkoren geslacht) om aan de anderen te laten zien wat Hij met onze wereld van plan is. Is dat aan ons als gemeente gezamenlijk te zien?
Om Wie draait het in ons kerk-zijn?
Om ons respect voor Gods grote daden? Om zijn reddingsplan voor de het wereld? Om dat het nieuwe aantrekkelijke leven van een verloste gemeente voor iedereen zichtbaar is?
Of zijn we dat in de loop van onze geschiedenis, toch min of meer kwijtgeraakt! Of zijn we in de loop van de geschiedenis in onszelf gekeerd geworden en veel meer bezig met onze persoonlijke redding dan met de bedoeling van God ermee? Om Wie draait het in ons geloof? Om onszelf of om God!

We zijn als kerk al lang -2000 jaar- onderweg naar de voltooiing van Gods Koninkrijk. Misschien is er in de geschiedenis van onze kerk in ons land, een tijd lang niet zoveel reden geweest om zo zichtbaar kerk te zijn. Omdat we dachten: iedereen kent God toch al. Misschien denken sommigen dat hier nog wel eens: ‘in de Gelderse Vallei gelooft iedereen en op de Veluwe ook’.
Maar we weten dat dit allang niet meer zo is. Om ons heen niet, maar ook hier niet meer. Ook mensen in de Gelderse Vallei en ook die op de Veluwe hebben redding nodig. En wij zijn –als gemeente- samen met de andere christelijke gemeenten, door God geselecteerd (uitverkoren) om te laten zien wat voor een belofte Gods verlossing voor onze regio betekent. Wij moeten in de eerste plaats zichtbaar maken wat het in de praktijk betekent dat Jezus Heer is over het Koninkrijk van God! Wat zijn verkiezingsprogramma kan betekenen voor onze regio in nood.

Broers en zussen, om W(w)ie draait het in ons geloof?

Een persoonlijke vraag, die ik vanmorgen aan iedereen mee wil geven!
Denk daar nou eens een tijd over na en probeer en dan eerlijk antwoord op te geven voor jezelf.
Onze God wil dat wij met Hem verder kijken voorbij ons eigen belang naar het zijne en dat van onze medemensen. Wij willen dat vast ook! Maar doen wij het ook.

Wat is verlossing?
Petrus geeft aan het begin van ons leesgedeelte een definitie van redding/verlossing. Als dat leest dan begrijp je dat redding geen alleen voor jezelf bestemde toezegging is. Maar een door God gegeven en door de Heer Jezus Christus verworven mogelijkheid om weer te leren om in zijn stijl te gaan leven.
Ontdoe u dus van alles wat slecht is, van alle bedrog en huichelarij, alle afgunst en kwaadsprekerij, 2 En verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt. 3 U hebt toch ondervonden hoe goed de Heer is? (1Pe 2:1-3 NBV)

Gods selectie wordt opgeroepen dienst te doen in zijn tempel. Dat betekent binnen het gezamenlijke volk van God. En gezamenlijk (als volk) aan het nieuwe leven te beginnen en zo onze redding te bereiken staat er. Je merkt hier dat onze verlossing een heel proces is, dat begint bij een overtuiging (geloof), maar pas voltooid is in een vernieuwde levensstijl.

Dierbare broers en zussen. Misschien zijn we de afgelopen jaren wel veel te veel kerkbezoekers geworden bij wie het vooral om de eigen verlossing gaat.
Dat kan zo gebeuren, maar weet dat dit niet zo kan blijven.
Onze God heeft veel grotere plannen met ons
Hij wil dat wij voor iedereen zichtbaar priesters zijn in zijn tempel
Een dankoffer van een nieuw leven brengen,
waarvan het licht een baken is voor onze hele regio

God leeft en God redt, laat je ook redden.

Broers en zussen, om W(w)ie draait het?

Amen

[1] Ps. 77:13’, Ps. 78:7, 11, Joel 2:20f, Acts 2:11, 22, Heb. 2:4, 1 Pet. 2:9
[2] Ex. 19,6, Deut. 7,6, Deut. 14,2, Jes. 43,21

6 opmerkingen:

  1. Erg mooi gesproken. En ook erg waar gesproken. Maar wat moet ik daar concreet mee?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste 'Anoniem'
    Terechte opmerking, dit verhaal is nog niet af. De volgende keer (zie sheet) gaat het over wat de Heer Jezus vans ons verwacht. Als we die verwachting op een rij zetten, wordt het al een stuk concreter. Ben benieuwd of je er dan mee wel iets mee kunt.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Intussen blijft de vraag wel: 'om wie draait het in je geloof?" Leef je volgens de bedoeling die God met ons heeft? (als een priester die offers brengt die de aandacht van de anderen naar God toetrekken?)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Nou, ik hoop dat ik zo leef. Maar da's toch meer iets dat anderen van mij moeten zeggen? Of is dat te makkelijk gezegd?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Dag Geertje,
    Nou dat hoop ik ook. Maar ik bedoel de vraag te stellen vanuit de tegenstelling die in de preek gemaakt is. Ben ik een bezoeker van kerkdiensten die daar komt uit eigenbelang (dwz. om gered te worden van de zonden) of ga ik naar de kerk om daar verder toegerust te worden voor mijn taak als priester(es) in de gemeente, de tempel van God. Ben ik, zoals het de bedoeling van de Heer is- niet alleen een bezoeker van de samenkomsten maar ook echt samen met de anderen een onderdeel en dienaar in het geestelijk huis -de gemeente- van God? Daar kun je voor jezelf wel een antwoord op geven, denk ik.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Beste mensen. Zelf heb ik heel veel gehad aan de onderstaande tekst uit 2Petrus 1:
    3 Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht.
    4 Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur.
    Ik ben bang, dat we heel snel zullen vervallen in een krampachtig zoeken in ons zelf. Petrus zegt juist, dat we alles zullen ontvangen wanneer we de Here Jezus meer en meer gaan kennen. We gaan dan zelfs op Hem lijken en krijgen deel aan Zijn goddelijke eigenschappen. We worden er een onderdeel van....Graag wil ik daar meer over leren.

    Groeten

    Wouter

    BeantwoordenVerwijderen