donderdag 21 april 2011

Witte donderdag - De betekenis van het avondmaal uit een ander gezichtspunt (Openb. 5)


Op deze avond in de Stille Week, de week voor Paasmorgen, denken we terug aan het leven van onze Heer in de week voor zijn sterven op Golgotha en zijn opstanding op die Zondagmorgen. In gedachten gaan we terug naar het moment dat Hij samen met zijn dierbare leerlingen nog één keer de Sedermaaltijd op Sederavond wilde eten, zoals de Joden dat noemen of zoals wij zo meteen zullen lezen de Pesachmaaltijd. Nog één keer ‘Pasen vieren’ zeggen wij.


Hij wilde dat heel graag lezen we in Lukas (22,15). Het is zijn afscheid van zijn meest intieme kring leerlingen en de afsluiting van hun leertijd bij Hem, hun Meester. Dat doet Hij niet door nog eens de theorie te herhalen. Nee, Hij laat het hen op een heel indrukwekkende manier aan hen zien door de Sedermaaltijd met hen samen te eten. Nu kán het nog, nu het zo nodig voor hen’, zometeen spoelt de verwarring over hen heen. De volgende keer is het pas in het voltooide Koninkrijk, bergrijpen we van onze Heer
Die avond verandert Hij Sederavond voorgoed. Verandert Hij de geschiedenis van Israël voorgoed. Hij breidt het uit met een nieuw, indrukwekkend en beslissend hoofdstuk. Hij maakte het tot het avondmaal dat wij nu kennen. Hij laat het niet langer terugwijzen naar de Uittocht, maar vooruit naar Golgotha. Het eten van het brood (het ongezuurde brood de Matzes), wijst niet langer terug naar het lijden van het volk in Egypte toen, maar Hij laat het vooruitwijzen naar zijn eigen lijden dat niet zinloos is maar juist verlost. Veel dieper verlost dan die bevrijding uit Egypte, toen. Ineens lijkt die gebeurtenis –de grootste in Israëls geschiedenis tot dan toe- klein vergeleken bij wat er nu gaat komen. Want de Heer Jezus Christus verlost nl. van de zonde en de macht van het kwaad. En de derde beker wijn, de beker der dankzegging, is niet alleen dank voor de bevrijding uit het slavenbestaan in Egypte, maar wijst nu vooruit naar een dankbaar leven verbonden met Jezus Christus –het nieuwe verbond door zijn bloed-, vrij van de macht van de zonden.

Op deze laatste avond probeert Hij de ogen van zijn leerlingen van de Uittocht, de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van Israël tot dan toe, naar Golgotha te trekken, de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis ooit.
Hij verlangde ernaar om zijn geliefde leerlingen dit laten zien. Hij verlangt er naar om het óns te laten zien. Vanavond en daarna steeds weer.
Zo is dit belangrijk voor de Heer Jezus, voor hen én voor ons.
Wij kijken bij het avondmaal van beneden naar boven, maar van boevn naar beneden gezien, vanuit de hemel gezien verwijst het avondmaal naar een veel grotere gebeurtenis dan wij ons eigenlijk kunnen voorstellen. En –dat voorrrecht hebben wij- via de profetie van Johannes in Openbaringen gunt de Heer Jezus ons een kijkje vanuit de hemel op dat zelfde Golgotha. En vanuit dát standpunt besef je nog méér van de betekenis ervan
Deze dienst zullen wij het avondmaal vieren – zoals het bedoeld is- zonder veel woorden –behalve dan die van de Heer Jezus, zodat de volle nadruk op de betekenis van brood en wijn komen te liggen.
Wij beginnen in de hemel

1. Lezen (het hemels perspectief): Open 5, 1-4
Ik zag een boekrol in de rechterhand van degene die op de troon zat.
Die was aan beide kanten beschreven en gesloten met zeven zegels
Ook zag ik een machtige engel, die riep met een stem als de donder:
"Is er iemand die de rol kan openen? Is er iemand die zijn zegels kan verbreken?" (Iemand die de toekomst kan openen)
Er was niemand
-niemand in de hemel, niemand op aarde, niemand uit de onderwereld-
(er was niemand) in staat de boekrol open te breken en te lezen.
Omdat er niemand was gevonden die in staat was de rol te openen,
 instaat was die te lezen, huilde ik, huilde ik mijn ogen rood. (1-4)

5. Lezen: Open 5, 5-7 
Maar één van de oudsten zei: "Rustig maar, huil niet. Kijk - de Leeuw van de stam Juda, de loot aan Davids boom, heeft overwonnen. Hij kan de boekrol openen, Hij kan zijn zeven zegels doorscheuren"
Dus keek ik en zag ik daar midden voor de troon, tussen de vier wezens en de oudsten een lam staan.
Afgeslacht was het en toch stond het indrukwekkend sterk.
Zeven hoorns had het en zeven ogen.
Dat zijn de zeven geesten van God die over de hele aarde zijn gestuurd.
Hij kwam naar diegene die op de troon zat en nam de boekrol uit zijn rechterhand.


7. Lezen: Luk 22, 7-20 (de instelling) 
We keren terug naar de dag van het eerste avondmaal:

7 De dag van het Ongedesemde brood waarop het pesachlam geslacht moest worden, brak aan.
 8 Jezus stuurde Petrus en Johannes op pad met de woorden: 'Ga voor ons het pesachmaal bereiden, zodat we het kunnen eten.'
 9 Ze vroegen hem: 'Waar wilt u dat we het bereiden?'
 10 Hij antwoordde: 'Let op, wanneer jullie de stad in gegaan zijn, zal jullie een man tegemoet komen die een kruik water draagt. Volg hem naar het huis waar hij binnengaat,
 11 En zeg tegen de heer van dat huis: "De Meester vraagt u: 'Waar is het gastenvertrek waar ik met mijn leerlingen het pesachmaal kan eten?'"
 12 Hij zal jullie een grote bovenzaal wijzen die al is ingericht; maak het daar klaar.'
 13 Ze gingen op weg, en alles gebeurde zoals hij gezegd had, en ze bereidden het pesachmaal.
 14 Toen het zover was, ging hij samen met de apostelen aanliggen voor de maaltijd.
 15 Hij zei tegen hen: 'Ik heb er hevig naar verlangd dit pesachmaal met jullie te eten voor de tijd van mijn lijden aanbreekt.
 16 Want ik zeg jullie: ik zal geen pesachmaal meer eten voordat het zijn vervulling heeft gevonden in het koninkrijk van God.'
 17 Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en zei: 'Neem deze beker en geef hem aan elkaar door.
 18 Want ik zeg jullie: vanaf nu zal ik niet meer drinken van de vrucht van de wijnstok tot het koninkrijk van God gekomen is.'
 19 En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: 'Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.'
 20 Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en zei: 'Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.
 (Luk 22:7-20 NBV)

10d Lezen: Open 5, 7-14
Op het moment dat Hij de rol aanpakte, vielen de vier wezens en de vierentwintig oudsten op hun gezicht en aanbaden ze dit lam.
Elk van hen had een harp en een schaal, een gouden schaal vol met reukwerk,
de gebeden van Gods heilige mensen.
En ze begonnen een nieuw lied, een ode, te zingen:
Waardig! Neem de rol, open zijn zegels!
Afgeslacht! Betalend met uw eigen bloed kocht U mannen en vrouwen.
U kocht ze terug uit alle streken van deze wereld.
U kocht ze terug voor God.
En daarna maakte U ze tot een Koninkrijk, tot Priesters voor onze God
Priesterkoningen bestemd om over de aarde te regeren.
Ik keek opnieuw toe en zag een groot gezelschap engelen,
rondom de troon, de wezens en de oudsten.
Het waren er zeer veel: honderdduizenden zo ver als ik kon zien.
Ik hoorde ze uit volle borst zingen:

Het afgeslachte lam is waardig
Neem de macht, neem de rijkdom, neem de wijsheid, neem de kracht.
Neem de eer, de glorie en de dank.

En daarna hoorde ik elk schepsel in de hemel, op aarde, in de onderwereld en in de zee instemmen,
alle stemmen vanaf alle plaatsen zongen:

"Aan Hem op de troon en aan het Lam,
Komen dank, eer, lof en macht toe,
eeuw, na eeuw, na eeuw,
Tot in eeuwigheid.

De vier wezens riepen luid: Amen

En de oudsten wierpen zich in aanbidding op de grond.


Liturgie Witte Donderdag

1. Lezen (het hemels perspectief): Open 5, 1-4

2. Zingen:  Gez. 125, 1 en 5 O kom, o kom, Immanuël
3. Persoonlijk gebed, Votum en zegengroet
4. Zingen: B 72 God zij geloofd
5. Lezen: Open 5, 5-7
6. Zingen: Ps. 116, 1.2 en 3
7. Lezen: Luk 22, 7-20 (de instelling)
8. Gebed
9. Viering
10a. Zingen:
Ps 117

10b Zingen: Gez 189
10c Zingen: Ps. 118,1 (beurtzang m/v)
10d Lezen: Open 5, 8-14
11. Zingen: Gez 44 Dankt, Dankt nu allen God
12 (Dank)gebed
13. Collecte
14 Zingen
Gez. 257 Halleluja, eeuwig dank en ere

15. Zegen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten